Ruim negen jaar na oplevering van zijn woning trekt de eigenaar aan de bel bij de aannemer. Of hij de naar beneden zakkende dakoverstekken zo spoedig mogelijk wil herstellen. Volgens de vakman komt de klacht veel te laat: de van toepassing zijnde garantietermijn van zes jaar is immers allang verstreken.
De woningeigenaar stelt dat de doorhangende dakoverstekken een gebrek is dat de aannemer op grond van de Garantie- en Waarborgregeling moet herstellen. Volgens artikel 14.1.1 van deze regeling moet de opdrachtgever de aannemer binnen de garantietermijn schriftelijk verzoeken tot herstel. De garantietermijn gaat drie maanden na oplevering in, hier op 9 december 1999. Omdat voor dakoverstekken een garantietermijn van zes jaar geldt, is deze op 9 december 2005 verstreken. De opdrachtgever meldde het gebrek pas op 26 juli 2009.
Hechtheid
De klant beroept zich op artikel 11.2 van de regeling. Dit artikel bepaalt dat een garantietermijn van tien jaar geldt als de situatie overeenkomt als beschreven in artikel 7A:1645 BW. De hechtheid van het gebouw moet door het gebrek zo ernstig zijn aangetast dat het gebouw – of een essentieel onderdeel daarvan – instort of dreigt in te storten. Dus ongeschikt is om te bewonen.
Bij bezichtiging van een soortgelijke woning constateert de arbiter dat het dakoverstek aan de voorzijde van de woning in het midden circa 6 à 7 cm naar beneden afhangt. Tussen de onderzijde van het dakoverstek en de bovenzijde van het raamkozijn zit een ruimte van circa 1 cm. Ook staat er water in de goot. De hoek van deze goot is droog. Dit beeld doet zich ook voor bij de woning van de opdrachtgever.
Volgens de arbiter zijn de problemen met de dakoverstekken het gevolg van onvoldoende stijve bevestiging van de overstekken aan de dakvoet. De toegepaste stripstalen beugels kunnen de dakoverstekken niet duurzaam in lijn houden. Hierdoor blijft water in het midden van de goten staan. De situatie is echter niet aan te merken als bedoeld in artikel 7A:1645 BW. De beugels van de dakconstructie zijn wellicht aan de lichte kant en het water in de goot zorgt voor extra belasting, maar de dakconstructie dreigt niet geheel of gedeeltelijk teniet te gaan. De woning blijft geschikt voor zijn bestemming.
Nu artikel 7A:1645 BW niet geldt, is de garantietermijn van tien jaar niet van toepassing. Het euvel behoeft herstel, maar niet meer voor rekening van de aannemer. De klant betaalt alle arbitragekosten à 2.324,94 euro.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 80.050
