
Omdat de vloerverwarming niet volledig over de volle oppervlakte van de vloer is aangebracht, heeft de opdrachtgever problemen met het wooncomfort. Het gebrek aan vloerverwarming zorgt bovendien voor onaangename luchtstromen. De aannemer reageert laconiek op de klachten van zijn klant.
De opdrachtgever stelt dat er in zijn woning sprake is van sterke luchtstromen. De arbiter stelt tijdens de bezichtiging vast dat de woonkamer en de gang zijn voorzien van een glazen pui, die grenst aan een patio. De woonkamer staat door middel van een vide in open verbinding met de eerste verdieping. Ter plaatse van de trapopgang naar de vide is een groot raam aangebracht. Hoewel de aannemer dit betwist, concludeert de arbiter dat het in de winterperiode zeker mogelijk is om luchtstromen te ervaren. Vooral in de woonkamer en dan daar waar de trapopgang zich bevindt.
Vast staat verder dat over een breedte van ongeveer 40cm langs de pui bij de patio en langs de achtergevel geen vloerverwarming is aangebracht. Navraag leert dat daar ook geen leidingen zijn geplaatst. De opdrachtgever heeft hierdoor naar eigen zeggen problemen met het wooncomfort. De arbiter acht het ook op dit punt zeer aannemelijk dat door het ontbreken van een strook vloerverwarming comfortverlies ontstaat. De verschillende vertrekken van de woning komen wel op temperatuur, maar verliezen door de open verbindingen snel hun warmte.
Verborgen gebrek
Vraag is of de klachten zijn toe te rekenen aan de aannemer. De arbiter deelt het standpunt van de vakman dat de luchtstromen inherent zijn aan het type woning. Maar omdat het ontwerp van de woning afkomstig is van de aannemer, is hij daarvoor aansprakelijk. Er is sprake van een aan de aannemer toe te rekenen gebrek. Een verborgen gebrek, zo stelt de opdrachtgever. Hoewel de woningeigenaar de klachten pas jaren na de oplevering heeft gemeld, gaat de arbiter daar in mee. Het is volgens hem aannemelijk en begrijpelijk dat de opdrachtgever de oorzaak daarvan aanvankelijk niet heeft gezocht in een uitvoerings- of ontwerpfout van de aannemer. Hij heeft eerst zelf geprobeerd de klachten te verhelpen door gordijnen op te hangen en de verwarming hoger te zetten.
De opdrachtgever vordert herstel van zowel de luchtstromen als de comfortklachten. Dat herstel is echter buiten proportie. De arbiter wijst 2.500 euro toe uit hoofde van waardevermindering. De arbitragekosten à 2.100 euro komen voor rekening van de aannemer.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 32.204