
De opdrachtgever heeft onderzoek laten doen naar de brandwerendheid van de vloeraansluiting. Volgens experts voldoet het aansluitdetail niet aan de eisen van 60 minuten brandwerendheid. Dit wordt veroorzaakt doordat de ruimte tussen de betonvloer en de gevel niet is opgevuld met steenwol. Ook is de aansluiting niet afgesloten met een staalplaat. Vuur heeft zo vrij spel en kan eenvoudig overslaan van verdieping naar verdieping. Omdat het hele kantoorgebouw conform dit detail is geconstrueerd, zou het hele pand niet brandveilig zijn.
De aannemer heeft ook onderzoek laten doen. Hieruit blijkt dat de door hem aangebrachte staalplaat deel uitmaakt van de gevel, waarvoor op basis van NEN 6068 voor het bezwijken ervan 30 minuten geldt. Het gerealiseerde aansluitdetail voldoet hieraan.
Op de aanneemovereenkomst zijn het Bouwbesluit 1992 en de daarin opgenomen verwijzing naar NEN 6068 van toepassing. Deze wet- en regelgeving stelt geen directe eis aan de brandwerendheid, maar uitsluitend aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen brandcompartimenten. De aannemer stelt dat tussen twee brandcompartimenten in het kantoorgebouw een eis geldt van 60 minuten aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag.
De gerealiseerde weerstand is een combinatie van de brandwerendheid en de afstand tussen twee brandcompartimenten. Uit NEN 6068 volgt dat aan geveldelen geen eis hoger dan 30 minuten brandwerendheid hoeft te worden gesteld. Met geveldelen met een brandwerendheid van 30 minuten wordt dus een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van minimaal 60 minuten gerealiseerd. De stelling van de opdrachtgever dat de eis van 60 minuten onder NEN 6068 inhoudt dat de gevel niet binnen 60 minuten mag bezwijken, is een verkeerde interpretatie van de regels.
De arbiter is het met hem eens. Belangrijk daarbij is ook dat de door de aannemer gemaakte tekeningen in het bijzijn van de opdrachtgever, zijn architect, diens adviseur en de hoofdaannemer zijn besproken met de gemeente en de brandweer. Uit controle door de brandweer blijkt ook alles in orde.
Omdat er bovendien geen fout in het ontwerp van de aannemer is te bekennen, krijgt de opdrachtgever geen gelijk. Hij betaalt alle arbitragekosten à 17.125 euro en 7.500 euro rechtsbijstandskosten.
Geschilnummer 31.288