
Tijdens een storm ontstaat schade aan een bedrijfsgebouw. Enkele kunststof platen waaien uit de gevel en een deel van de dakconstructie raakt los. De gebouweigenaar is gelukkig verzekerd; de verzekeraar keert direct uit. De schadevergoeding à 146.355,93 euro wordt vervolgens verhaald op de betrokken aannemer.
Het dak van het bedrijfsgebouw bestaat uit stalen spanten waarover stalen gordingen zijn aangebracht, met isolatiedekens ertussen. Het geheel is afgedekt met een stalen dakbeplating. De verzekeraar stelt dat de aannemer bij de bevestiging van de omega-profielen op de binnenbeplating geen rekening heeft gehouden met de belasting die erop kan komen te staan.
De gebruikte zelfborende schroeven met een buitendiameter van 2,9mm waren te zwak, hebben tijdens de storm losgelaten, waardoor de dakconstructie gedeeltelijk is bezweken. Het betreft hier dus een gebrek in de constructie, waarvoor de aannemer aansprakelijk is. De vakman heeft een andere theorie: door het afwaaien van een aantal gevelplaten is zoveel overdruk van binnenuit het gebouw ontstaan, dat de dakconstructie het heeft begeven. Met de constructie zelf is niets mis.
Bezichtiging
Bij bezichtiging van een representatief, overgebleven dakdeel treft de arbiter uitsluitend schroeven met een buitendiameter van 4,2mm en een binnendiameter van 3mm aan. En geen 2,9mm, zoals de verzekeraar stelt. Deze stelling is gebaseerd op de verklaring van een deskundige. Van zijn waarneming zijn destijds echter geen foto’s gemaakt; een schroef heeft hij ook niet bewaard. De aannemer heeft de omega-profielen dus wel degelijk op de binnenbeplating bevestigd met schroeven die een buitendiameter van mer dan 2,9mm meten.
Hoewel de gemiddelde hart-op-hart-afstand van de schroeven 341mm bedraagt – en daarmee afwijkt van de in het bestek genoemde 300mm – voldoet de bevestiging aan de eisen. Zelfs bij een gemiddelde hart-op-hart-afstand van maximaal 400mm zou de constructie tijdens de storm niet zijn bezweken.
Storm en overdruk
De arbiter concludeert dat het bezwijken van de dakconstructie niet te wijten is aan gebreken in die constructie. Het loskomen van de dakplaten is veroorzaakt door de combinatie van de storm en de overdruk die in de hal ontstond na het afwaaien van de gevelplaten. Het dak is hierdoor aan een beduidend hogere belasting blootgesteld dan die waartegen het bestand moest zijn.
De betreffende gevelplaten zijn conform het bestek en de eisen van goed en deugdelijk werk aangebracht, van een uitvoeringsfout is geen sprake. Kortom, de aannemer is niet aansprakelijk voor de door de verzekeraar geleden schade à 146.355,93 euro. De verzekeraar betaalt 14.223,61 euro arbitragekosten plus een tegemoetkoming in de bijstandskosten van de aannemer à 10.500 euro.
Geschilnummer 26.956