Een verzakte tegelvloer en scheuren in wanden en gevel. Dat is vijf jaar na oplevering de jammerlijke staat waarin een aanbouw zich bevindt. De opdrachtgever wijst de beschuldigende vinger naar de aannemer. Die ontkent zijn aansprakelijkheid in alle toonaarden. De arbiter biedt het verlossende woord.
Hoogteverschil tussen aanbouw en vloer
De arbiter constateert bij bezichtiging hoogteverschil tussen de aanbouw en de vloer van de bestaande bouw. Ook is sprake van spleetvorming tussen de plinten en de tegelvloer in de aanbouw, scheuren in dezelfde vloer, scheuren in de aansluiting tussen twee haaks op elkaar staande wanden van de bestaande en de nieuwbouw, en scheuren in de buitengevel. De spleetvorming is volgens hem het gevolg van een combinatie van factoren. Denk aan zakking van de funderingspalen, vervorming van de randbalk op de plek van de aanbouwaansluiting aan de woning, indrukking van de 6mm dikke foam-/isolatielaag, en onvlakheid van de tegelvloer. Metingen geven echter geen eenduidige oorzaak aan. De scheuren in de wandaansluiting zijn gebruikelijke krimpscheuren, die ontstaan wanneer verschillende materialen op elkaar aansluiten. Datzelfde geldt voor de scheurtjes in de buitengevel.
Opnieuw aanbrengen tegelvloer
Wat het hoogteverschil tussen de aanbouw en de begane vloer van de bestaande bouw, en de scheuren in de tegelvloer betreft, is de arbiter duidelijk. Deze worden veroorzaakt door verzakking. Dat euvel schrijft hij toe aan twee factoren: vervorming van de betonnen funderingsbak ter plaatse van de aansluiting van de aanbouw aan de bestaande woning, en indrukking van de foam-/isolatielaag onder de tegelvloer. De eerste oorzaak betreft een verborgen gebrek in het werk van de aannemer. Voor de tweede oorzaak is de vakman niet verantwoordelijk, aangezien de opdrachtgever de vloerverwarming, de foamlaag en de tegelvloer door een derde liet aanbrengen.
De arbiter veroordeelt de aannemer tot herstelwerkzaamheden in de vorm van het opnieuw aanbrengen van een tegelvloer in de aanbouw, op gelijk niveau met de bestaande bouw. De opdrachtgever draagt 2.000 euro bij aan de kosten. Verder herstel is niet nodig, want uit metingen blijkt dat de zakking tot stilstand is gekomen. Beide partijen betalen elk de helft van de arbitragekosten à 4.218,90 euro en de eigen kosten van rechtsbijstand.
Geschilnummer 29.235
Tekst: Vila Huurnink
Tekening: Pennestreek