Het ontwerp van de woning van twee opdrachtgevers is niet uniek, zo blijkt uit onderzoek van een architectenbureau. De beide twee-onder-een-kapwoningen van een bouwplan vertonen veel gelijkenis met het nieuwe huis van de twee opdrachtgevers. Daarom menen ze dat de aannemer dit ontwerp ten onrechte voor het bouwplan heeft gebruikt. Daarnaast beweren de opdrachtgevers dat op de gootbetimmering roestvorming optreedt.
Ze stellen de aannemer voor deze zaken aansprakelijk. Maar die betwist de door zijn opdrachtgevers geuite klachten. Het ontwerp van de opdrachtgevers is afgeleid van een eerder toegepast basisontwerp. Het was de opdrachtgevers ook bekend dat de aannemer dit ontwerp voor het bouwplan wilde gebruiken. Van een identiek bouwplan is geen sprake. Op 11 punten verschilt het met het ontwerp van de opdrachtgevers. Daarbij gaat het om de zogenaamde ‘retro jarendertig-stijl’ die al ruim 10 jaar door verschillende architecten en bouwbedrijven wordt toegepast. Wat de roestvorming betreft, is de aannemer bereid de schroeven van de boeiboorden te vervangen.
Technische omschrijving
In de technische omschrijving die bij de aannemingsovereenkomst hoort, staat onder meer dat ‘het de aannemer uitdrukkelijk niet is toegestaan ooit een kopie van het ontwerp te verkopen dan wel tot uitvoer te (laten) brengen anders dan na schriftelijke goedkeuring van beide opdrachtgever(s)’. Voor het ontwerpen van hun woning hebben de opdrachtgevers een architect ingeschakeld en aangegeven dat de jarendertig-stijl hen aansprak. Het ontwerp van hun woning, benadrukken de opdrachtgevers, is hierdoor uniek. De betekenis die de opdrachtgevers aan de bepaling hechten is dat geen ontwerp mag worden gerealiseerd dat architectonisch overeenkomsten vertoont met dat van hun eigen woning.
De arbiter die de kwestie behandelt, zegt dat het ontwerp van de woning van de opdrachtgevers een veel voorkomende ontwerpstijl betreft met kenmerken uit de dertiger jaren. Van die ontwerpstijl zijn overal varianten te vinden. Hij oordeelt het onjuist om van een uniek ontwerp te spreken. Het ontwerp bevat stijlelementen die ook op andere plaatsen veelvuldig worden toegepast. De arbiter vindt dat hij de betreffende bepaling restrictief moet uitleggen. Een ruime uitleg zou de aannemer aanzienlijk beperken in de mogelijkheid om varianten van die ontwerpstijl te realiseren. Dat vindt de arbiter onaanvaardbaar. Vooral nu de formulering van de bepaling van de opdrachtgevers afkomstig is.
Verschil van gevelstenen
In tegenstelling tot hetgeen de opdrachtgevers beweren, is het de arbiter niet gebleken dat voor het bouwplan dezelfde digitale onderlegger is gebruikt. Noch uit stukken, noch uit een bezoek ter plaatse blijkt dat het ontwerp van het bouwplan overeenkomt met dat van het huis van de opdrachtgevers. Zo verschillen de gevelstenen en de dakpannen van kleur, is de raamverdeling niet gelijk, is de dakkapel bij het ene bouwplan aan de voorzijde en bij het andere aan de zijkant geplaatst, zijn de dakvlakken van het bouwplan meer naar binnen geplaatst, de hemelwaterafvoeren midden in de goot gelegen in plaats van aan de buitenzijde, verschillen de linker zijgevels door de aangebouwde garage/carport en zijn ten slotte aan de straatzijde andere toegangsdeuren toegepast.
Daarnaast is het de arbiter opgevallen dat de maatvoering van de massa van de bouwplannen zowel in de diepte als in de breedte verschilt, de afstand tussen de rollaag in het gevelmetselwerk van de eerste verdieping en de vensterbank verschilt en de kolom onder de carport rechts in het ene bouwplan een stalen kolom en in het andere een gemetselde kolom is. Kortom, het bouwplan wijkt dusdanig af dat de arbiter dit niet kan aanmerken als een kopie. Dat de kleur van de dakpannen en de gevelstenen, zoals is aangegeven, is bepaald door het beeldkwaliteitplan van de gemeente, doet hier niet aan af. De arbiter wijst de vordering die dit geschilpunt betreft dan ook af. Ook de vordering om de aannemer te verbieden varianten van de basiswoning te realiseren, wijst hij af.
Roestvorming boeiboorden
Ter plekke heeft de arbiter gezien dat op de plaats van de schroeven in de boeiboorden van de dakgoten en de dakranden roestvorming optreedt, waardoor het schilderwerk is aangetast. Dat die door onvoldoende onderhoud is veroorzaakt, zoals de aannemer beweert, kan de arbiter zich moeilijk voorstellen. Door gebruik te maken van rvs-schroeven had de aannemer de roestvorming kunnen voorkomen. Nu heeft hij niet voldaan aan de eis van goed en deugdelijk werk. De arbiter wijst het gevorderde herstel toe.
Kosten
Rekening houdend met de mate waarin de arbiter de partijen in het gelijk en ongelijk stelt, oordeelt hij het billijk dat de opdrachtgevers drievierde deel betalen en de aannemer eenvierde deel van de proceskosten betaalt.
Geschilnummer: 31.581