Dit zijn de belangrijkste bevindingen van de studie ‘Stedelijke transformatie en grondeigendom’ die het Ruimtelijk Planbureau op 4 april heeft uitgebracht. Met de nadruk op stedelijke transformatie streeft het kabinet ernaar bestaand bebouwd gebied beter te benutten voor woningbouw en zo de noodzaak tot uitbreidingslocaties te verminderen.
Aanpassing
Dure en langdurige grondverwerving leidt vaak tot aanpassen van ontwerp. Bij de transformatie van stedelijke locaties is het vaak moeilijk om een positief exploitatiesaldo te realiseren. Dat komt door de relatief hoge grondprijzen en de langdurige verwervingstrajecten, die soms jaren in beslag nemen.
De kosten worden gereduceerd door de woningen en de woonomgeving te versoberen, bijvoorbeeld door een andere inrichting van de wijk en het gebruik van goedkopere materialen.
Vertraging
Door de complexe grondverwerving zou de overheid kritisch moeten kijken naar integrale gebiedsontwikkeling: het mengen van functies en het bezien van locaties in een groter perspectief. Deze integrale gebiedsontwikkeling, die de laatste tijd erg in zwang is, kan een belangrijke meerwaarde opleveren voor een deel van de stad.
Tegelijkertijd leidt ze tot grote risico’s doordat deelgebieden direct organisatorisch en financieel worden gekoppeld. Zo kunnen problemen met grondverwerving in een deelgebied de hele gebiedsontwikkeling vertragen en de financiële haalbaarheid in gevaar brengen.