Een aannemer bouwt een vrijstaande woning, aan de achterzijde voorzien van een dakterras. In tegenstelling tot de verkooptekening is het dakterras niet voorzien van privacyschermen, terwijl de opdrachtgever deze wel is overeengekomen. De bouwer kan zich van deze eis niets herinneren.
De opdrachtgever beroept zich op de verkooptekening. Hierop staat duidelijk aangegeven dat aan beide zijden van het dakterras een privacyscherm wordt geplaatst. De aannemer erkent dat op de verkooptekening de woorden ‘privacyscherm’ staan, maar dat is een vergissing. Op alle andere tekeningen staat een buisrailing, waaruit de klant had kunnen afleiden dat van privacyschermen geen sprake is. Ook in de technische omschrijving is de buisrailing expliciet opgenomen.
Verkooptekening
De arbiter stelt dat de schriftelijke stukken zijn opgesteld door de aannemer. Onduidelijkheden en fouten komen daarom in beginsel voor zijn rekening en risico. De opdrachtgever mag er op vertrouwen dat de bouwer de schriftelijke stukken waarop hij zijn aankoopbeslissing moet baseren, met zorg heeft samengesteld. Op de verkooptekening zijn aan weerszijden van het dakterras onmiskenbaar de woorden ‘privacyscherm’ geschreven. Op basis hiervan mocht de klant verwachten dat hij een dakterras met aan beide zijden een privacyscherm zou krijgen.
Op de overige tekeningen worden de privacyschermen niet vermeld. Maar er ontbreken op deze tekeningen veel meer details die de verkooptekening wel laat zien. Zo is de trap niet zichtbaar, terwijl deze ook in de beide zijaanzichten getekend had moeten zijn. Datzelfde geldt voor de hemelwaterafvoeren. Van de opdrachtgever kan – als leek die niet bouwkundig is onderlegd – niet worden gevraagd om elke tegenstrijdigheid op de tekeningen te ontwaren en met de aannemer te bespreken. Dat de privacyschermen niet op de zijaanzichten zijn getekend, is niet de schuld van de klant. Het is de vakman zelf die tegenstrijdige tekeningen heeft opgesteld.
In de technische omschrijving is inderdaad opgenomen dat langs de vrije zijden van het dakterras een metalen buisleuning wordt aangebracht. Maar uit het plaatsen van een metalen buisleuning volgt volgens de arbiter niet automatisch dat er geen privacyscherm wordt geplaatst.
Vordering
Het aanbrengen van een privacyscherm behoorde dus wel degelijk tot de overeenkomst. De vordering tot het alsnog aanbrengen van deze twee schermen kan echter niet worden toegewezen. Voor een dergelijk scherm is een bouwvergunning noodzakelijk. De vraag is of de Welstandscommissie hiermee instemt. Daarom komt de klant een vervangende schadevergoeding toe à 3.000 euro. De aannemer betaalt de arbitragekosten à 1.250 euro.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 30.229