In het verlengde van de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) is er een stelsel van ruim dertig Europese normen ontwikkeld met deelbepalingsmethoden die samen de energieprestatie van een gebouw bepalen. Deze normen worden ook in Nederland verplicht. De hiermee conflicterende bepalingsmethoden uit de huidige energieprestatienormen moeten dan ook worden ingetrokken.
Niet ingrijpend
In grote lijnen zijn de verschillen tussen deze Europese normen en onze nationale bepalingsmethoden niet echt ingrijpend. Eén belangrijk verschil met de huidige Nederlandse situatie is dat het hele normensysteem ook geschikt moet zijn om met bestaande bouw om te gaan.
De EPBD eist namelijk ook een energieprestatiecertificaat voor bestaande bouwwerken: overheidsgebouwen en gebouwen die worden verkocht of opnieuw verhuurd. Dat betekent dat ook het huidige EPA-instrumentarium (Energie Prestatie Advies volgens Isso 75 en Isso 82) plaats gaat maken voor dit Europese normstelsel.
Aanpassingsoperatie
De Nederlandse normsubcommissie ‘Energieprestatie van gebouwen’ heeft de afgelopen periode intensief gewerkt aan deze aanpassingsoperatie. Daarbij is de keuze gemaakt voor één overkoepelende Nederlandse energieprestatienorm: NEN 7120. In deze norm zijn de Europese methodiek en bepalingsmethoden in het Nederlands vertaald opgenomen. Het grote voordeel van deze integrale methodiek voor de energieprestatie van gebouwen (EPG) is dat nieuwbouw en bestaande bouw een gemeenschappelijke basis krijgen.
In mei zal de groene versie van NEN 7120 worden gepubliceerd (kritiektermijn drie maanden). De definitieve NEN 7120 verschijnt naar verwachting eind december van dit jaar. Waarschijnlijk wordt deze norm in januari 2011 aangewezen in het Bouwbesluit, tegelijk met aanscherping van de EPC voor woningbouw naar 0,6 (volgens de huidige berekeningsmethodiek).