Een te krappe parkeerplaats. Dat is de klacht van een opdrachtgever aan het adres van een aannemer. Om schadevrij te kunnen parkeren, moet hij buitenproportioneel voorzichtig zijn. En dat is zelfs na enig oefening geen doen. De man eist herstel van de carport, zodat hij er normaal gebruik van kan maken.
De aannemer heeft zeven geschakelde woningen gebouwd met op het achterterrein een overdekte stallingsplaats voor zeven auto’s. De parkeerplaats van de opdrachtgever is de laatste in rij, en grenst rechts aan een circa drie meter hoge muur. Aan de linker voorzijde – tussen de parkeervakken zes en zeven – staat een constructieve kolom. De breedte tussen die kolom en de muur is 2,38 meter.
Tot zover prima, ware het niet dat de parkeerplek niet loodrecht op de weg ligt. Daardoor is de indraaihoek kleiner dan 90 graden. Tijdens de bezichtiging parkeert de arbiter zijn auto (een Volvo V70) meerdere keren op de parkeerplaats. Dat kan alleen schadevrij na veel en voorzichtig manoeuvreren en steken. Oorzaak is de breedtemaat in combinatie met de constructieve kolom, de muur en de kleine indraaihoek. De arbiter concludeert dat de opdrachtgever bij het in- en uitrijden van de parkeerplaats meer voorzichtigheid moet betrachten, dan hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De aannemer is hiervoor aansprakelijk.
Hoge kosten
Dat de opdrachtgever tijdens de oplevering geen melding van dit gebrek heeft gemaakt, doet hieraan niets af. De aan de carport grenzende bestrating was tijdens de oplevering nog niet klaar, waardoor de parkeerplaats nog niet bruikbaar was. Bovendien wordt de bruikbaarheid van een parkeerplaats pas goed duidelijk na gebruik ervan.
Op één punt is de arbiter het wel met de aannemer eens. De hoge kosten die gepaard gaan met het creëren van extra oppervlak zodat normaal gebruik van de parkeerplaats alsnog mogelijk is, staan niet in verhouding tot het nadeel dat de opdrachtgever momenteel van de parkeerplaats ondervindt. Het wijzigen van de positie van de kolommenstructuur van de carport – één van de herstelmogelijkheden – kost 20.000 euro.
Schadevergeoeding
Het laten vervallen van de kolom tussen parkeervlakken zes en zeven en het daarbij verzwaren van de bestaande liggerconstructie komt uit op 10.000 euro. De arbiter wijst de vordering tot herstel daarom af. Wel is een schadevergoeding op zijn plaats.
De arbiter stelt de waardevermindering als gevolg van de niet normaal bruikbare parkeerplaats vast op 5.000 euro. De aannemer betaalt de 2.775 euro aan arbitragekosten, inclusief de rechtsbijstandkosten van de opdrachtgever à 1.600 euro. Daar komt een 595 euro vergoeding voor een schaderapport bij.
Geschilnummer 29.123
Tekst: Viola Huurnink
Tekening: Pennestreek
