De vraag naar woningen is sterk toegenomen, maar de bouw van woningen is achtergebleven. Er is hierdoor een groot tekort aan betaalbare en geschikte woningen. Met de regeling Woningbouwimpuls kunnen gemeenten een bijdrage krijgen om dit tekort op te lossen. Gemeenten kunnen tot en met 17 september projecten indienen voor een bijdrage uit de Woningbouwimpuls. Hiermee kunnen lastig te financieren woningbouwprojecten gerealiseerd worden. Voor deze laatste aanvraagronde is 250 miljoen euro beschikbaar. Met de Woningbouwimpuls – van in totaal 1 miljard euro – draagt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de komende jaren bij aan de versnelde totstandkoming van betaalbare woningen. Het geld kan ingezet worden voor bijvoorbeeld de sanering van vervuilde grond, het uitplaatsen van bedrijven en het aanpassen van toegangswegen.
Sneller meer betaalbare woningen realiseren
De Woningbouwimpuls zet in op sneller meer betaalbare woningen realiseren om zo het woningtekort in te lopen en de bouwproductie hoog te houden. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage, moeten projecten aan een aantal voorwaarden voldoen:
- projecten leveren minimaal 500 woningen op (voor woningmarktregio’s met veel kleine gemeenten is de ondergrens minimaal 200 woningen);
- minstens de helft van het aantal woningen moet betaalbaar zijn;
- de woningbouw moet binnen drie jaar starten.
Aanvraag indienen tot en met 17 september 2021
Gemeenten kunnen van 1 tot en met 17 september 2021 een aanvraag indienen bij het RVO-loket Woningbouwimpuls. Een onafhankelijke commissie toetst de aanvragen en brengt vervolgens advies uit aan minister Ollongren. In december wordt bekend gemaakt welke projecten een financiële bijdrage krijgen. Bij aanmelding voor 8 september krijgt de indiener voor het sluiten van het aanvraagloket een reactie op de volledigheid en beoordeelbaarheid van de aanvraag. Lees hier meer over de aanvraag