De Nederlandse metaalsector maakt zich grote zorgen over het zogenoemde duurzame inkoopbeleid van de overheid. Als gevolg daarvan kiezen overheden, volgens de sector ten onrechte, bij de aankoop van bijvoorbeeld kantoorgebouwen veel minder vaak voor de bouwmaterialen staal en aluminium. De metaalbranche vreest een omzetverlies van vele miljarden euro’s.
Staalconstructie
Dat heeft de ondernemersorganisatie Koninklijke Metaalunie woensdag bekendgemaakt. ,,We luiden de noodbel”, aldus Peter van der Mars, hoofd branches bij de organisatie. De bezwaren van de organisatie zijn niet gericht tegen het duurzame beleid van de overheid, maar wel tegen de manier waarop de mate van duurzaamheid wordt berekend. ,,De modellen die het ministerie van VROM hanteert, kloppen niet. Ze zijn niet eenduidig en niet transparant”, zegt Van der Mars.
Als voorbeeld noemt Van der Mars de staalconstructie bij skeletbouw. ,,Dat gebeurt voornamelijk met materiaal dat voor 95 procent is gerecycled, terwijl VROM in de modellen uitgaat van 12 procent. Dat betekent dat er veel meer CO2-emissie wordt toegeschreven aan het materiaal dan zou moeten.”
Meer duurzame grondstoffen
Het duurzame inkoopbeleid van de overheid is op 1 januari ingegaan. Jaarlijks doet de overheid voor ongeveer 50 miljard euro boodschappen. Dit jaar moet de rijksoverheid voor 100 procent duurzaam inkopen, gemeenten voor 75 procent en de provincies en waterschappen voor 50 procent. Concreet betekent het bij aankopen streven naar minder energieverbruik, meer duurzame grondstoffen, minder afval, meer recycling en zo weinig mogelijk emissies van vervuilende stoffen.
Milieuminister Jacqueline Cramer ging woensdag in een brief aan de Kamer in op de kwestie. Ze zegt naar de bezwaren te gaan kijken. Vandaag vindt er in de Tweede Kamer een debat over duurzaam inkopen plaats.
Bron: ANP