Normaal wordt bij hergebruik onderzocht op welke manier de bestaande constructie moet worden aangepast om nieuwe functies mogelijk te maken. Bij het voormalige ‘Schoenenmagazijn HUF’ was het precies andersom. Daar was de vraag: wat moeten we doen om de bestaande constructie niet te hoeven aanpassen?
Bouwkundige voorzieningen
Financiële overwegingen speelden daarbij een grote rol, zegt Zuidwijk: “Bottleneck bij dit soort projecten zijn altijd de kosten. Voor je het weet moet je heel veel aanpassen, versterken en vervangen. Nu was het omgedraaid. Onderzocht is hoe we de huidige eisen voor kantoorgebouwen zo eenvoudig mogelijk konden matchen met de vijftig jaar oude constructie.” De bestaande draagkracht van de betonconstructie is maximaal benut door alle bouwkundige voorzieningen erop aan te passen. Zo is de noodzakelijke afwerkvloer met 25 kg/m2 extreem licht. Daardoor hoefden de bestaande, slechts 9 cm dikke vloeren niet te worden versterkt. Deze worden gedragen door een balkenrooster met vloervelden van 2 à 3 meter in het vierkant. Ook is zorgvuldig gekeken naar de plaatsing van nieuwe leidingen. De positionering daarvan is vergaand geoptimaliseerd zodat er zo min mogelijk gaten hoefden te worden geboord. En áls die al nodig waren, is precies berekend op welke positie ze zo min mogelijk gevolgen voor de draagstructuur zouden hebben.
Constructie aangepast
Slechts op enkele plaatsen is de constructie aangepast. Zo is bij de nieuwe entree een zware betonkolom vervangen door een dunnere variant; een ingreep die zowel technisch als financieel mogelijk was door optimaal gebruik te maken van de bestaande, in het werk gestorte constructie. “Hergebruik is voor een constructeur altijd een mooie opgave. Het doet een beroep op alle aspecten van je vak, vooral in het beoordelen van de krachtwerking van de bestaande constructie. Als je die vervolgens niet of nauwelijks aanpast, maar vooral minutieus bewaakt en doorrekent, is dat voor de constructeur het summum.”
Het restauratieontwerp voor het HUF-pand is gemaakt door Wessel de Jonge architecten.