In opdracht van TKI Urban Energy en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) doet W/E adviseurs onderzoek naar het energieverbruik en comfortbeleving van bewoners bij infrarood stralingspanelen. Ze werken hierbij samen met de TU Delft, Universiteit van Utrecht, BDH en Technolution.
Het gaat om woningen met infrarood als hoofdverwarming. Het is de bedoeling dat de onderzoekers deze winter van zo’n vijftig woningen met infraroodverwarming het energieverbruik meten. Daarnaast interviewen ze ook bewoners over het comfort. De conclusies van het onderzoek komen naar verwachting komende zomer.
In mei werd er ook onderzoek gedaan naar infraroodverwarming. Toen ging het om één corporatiewoning. Van infrarood is bekend dat ze in aanschaf goedkoper zijn dan bijvoorbeeld een warmtepomp, maar over de kosten op de lange termijn zijn de meningen verdeeld. Zo is producent Greeniuz erg te spreken over ir-panelen, maar stelt ingenieursbureau DWA dat ze op de lange termijn erg duur zijn.
Van het gas af
Het onderzoek moet de voor- en nadelen van infraroodverwarming in kaart brengen. Pieter Nuiten, van W/E adviseurs: “Onze opdrachtgevers willen alle manieren om van het gas af te kunnen onderzoeken. Infraroodverwarming zou één van die opties kunnen zijn, maar op dit moment is daar nog weinig structureel over bekend. Ze zijn ook geen pleitbezorgers van specifieke technieken als infraroodverwarming, maar zien wel potentieel. We zullen ook best met een schuin oog het energieverbruik vergelijken met alternatieven, maar in eerste instantie gaat het vooral om het in kaart brengen van het verbruik en de comfortbeleving.”
De deelnemende woningen hebben infrarood als hoofdverwarming, maar toch zijn er ook woningen met een cv-ketel als back-up. Nuiten: “Misschien dat ze de ketel alleen gebruiken op heel koude dagen, voor extra vermogen. Of misschien vinden deze mensen infrarood comfortabeler dan conventionele verwarming. Of het is goedkoper. Dit zijn zaken waar we gedurende het onderzoek achter moeten komen.”
Beslisschema
Het onderzoek wordt gedaan in bewoonde situaties. Het moet idealiter leiden tot een beslisschema voor professionele partijen. “Het moet een overzicht geven onder welke omstandigheden infrarood de meest optimale vorm van verwarmen is. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat iemand alleen woont, of maar een klein deel van een woning moet verwarmen. Mogelijk zijn het specifieke bouwkundige condities of juist bewonersgedrag. En misschien zijn er nog wel meer omstandigheden waarin infraroodverwarming de beste optie is.”
Lees ook:
Probleem met dit soort verwarming, is dat het geen warmte kan bufferen, tenzij het gecombineerd wordt met “massa ” die warmte opneemt en de temperatuur fluctuaties afvlakt.