Limburg beleeft zijn Passiefhuis-primeur met acht projectmatig gebouwde eengezinswoningen in Geleen. De passiefhuis-methode is in Nederland nog niet ingeburgerd. Het project dient voor alle betrokken partijen, waaronder BAM Woningbouw dan ook als pilot. ZO Wonen, de woningcorporatie uit regio Sittard-Geleen, is opdrachtgever. De woningen zijn ontworpen door Quant Architectuur uit Venlo.
De uitdaging in de passieve bouw is kier- en koudebrugvrij bouwen, met name in de gebouwschil. Een passiefwoning moet letterlijk luchtdicht zijn om elke vorm van ventilatieverlies te voorkomen. Aan uit te blazen ventilatielucht moet immers alle warmte kunnen worden onttrokken.
Projectleider Guus Coumans van bouwer BAM Woningbouw Weert: ‘Dat vereist om te beginnen extra aandacht voor de detaillering. We hebben bijvoorbeeld een speciale aansluiting ontwikkeld tussen de kozijnen en de ruwbouwwanden van Silka kalkzandsteen elementen. Ook de aansluitingen tussen de kappen en de gevels werken we extra af.’
Luchtdichtheid
Optimale isolatie is de voorwaarde om transmissieverliezen te voorkomen. De warmteweerstand van de gebouwschil is dan ook hoog: de begane grondvloer op zand haalt een Rc-waarde van ongeveer 5,50 m2K/W. Op de basis van Silka elementen in de gevels (Coumans: ‘We hebben daarvoor gekozen vanwege de goede kwaliteit, goede constructieve eigenschappen en de gunstige prijs’) komt een isolatiepakket van 320 millimeter polystyreen en afwerking met gevelstucwerk; deze combinatie haalt 8,5 m2K/W.
De geïsoleerde dakconstructie komt zelfs op 11,0 m2K/W. Kunststof kozijnen met driedubbele beglazing zorgen ervoor dat ook via de ramen geen warmteverlies optreedt. Coumans illustreert hoe ver het gaat: ‘Zelfs de brievenbus zit niet ‘gewoon’ in de voordeur, maar hangt met speciale pluggen aan de gevel.’ Dankzij al deze bouwkundige ingrepen halen de woningen een EPC van nog geen 0,4, ruim onder de huidige norm van 0,8 en op het niveau dat naar verwachting in 2015 de eis wordt.
Lage warmtevraag
Ook installatietechnisch worden de nodige ingrepen gepleegd om de energievraag zo klein mogelijk te maken. Een ventilatiesysteem met warmteterugwinning is bij passieve bouw min of meer standaard, net als een zonneboiler. Om te veel opwarming te voorkomen, is aan de zonzijde zonwering voorzien en zijn er spuigaten voor nachtventilatie.
Hoewel een Passiefhuis in de ware zin van het woord niet hoeft te beschikken over ruimteverwarming, wordt in deze acht woningen toch een HR++ cv-ketel geplaatst. Drie radiatoren – in de hal, de woonkamer en de badkamer – maken het mogelijk eventueel extra te verwarmen en ook het water uit de zonneboiler kan op deze manier worden naverwarmd. ‘Een Passiefhuis wordt niet koud’, zegt Guus Coumans. ‘De warmtevraag is dus maar heel laag. De ketel staat in principe uit, maar biedt als het nodig mocht zijn nét wat extra comfort.’
De woningen worden naar verwachting in de loop van 2011 opgeleverd. BAM Woningbouw Weert en ZO Wonen ‘volgen’ de bewoners daarna nog enkele jaren om de energetische prestaties te monitoren.