Het paviljoen van het nieuwe bezoekerscentrum voor Nationaal Park De Maasduinen wordt opgehangen in de sluisbak die de overgang vormt tussen het Leukermeer en het Reindersmeer. Bij een hoge waterstand in de Maas zal het water net de onderkant van de staalconstructie gaan raken. De bouw van het bezoekerscentrum is recentelijk van start gegaan.
Het Limburgs Landschap schreef in 2006 een prijsvraag uit voor het ontwerp van een bezoekerscentrum op deze plaats. Voor Johan Cornelis van CéGé bureau voor architectuur en bouwmanagement was het direct duidelijk: het paviljoen van het bezoekerscentrum zou ín de sluis moeten komen. Met dat idee werd hij ook de winnaar van de prijsvraag. Behalve herbestemming van de sluis koos hij ook voor behoud van de karakteristieke bijbehorende sluiswachterstoren en gemaalgebouw.
De sluis is al vele jaren niet meer in gebruik. Na de afronding van de zandwinning uit het Reindersmeer is de sluis aan de Reindersmeerzijde afgesloten met een betonnen keerwand. Aan de andere kant kan het Maaswater via het Leukermeer vrijuit de sluis in- en uitstromen.
Sparingen
Het paviljoen komt aan de zijde van de keerwand te hangen, zodat er maximaal uitzicht is over de 160 meter lange sluis. Het vloerpeil ligt 1,6 m lager dan de bovenkant van de betonnen sluiswanden, zodat er grote sparingen in de sluiswanden zijn gezaagd.
De overspanning van 14 meter wordt kolomvrij gemaakt middels zware stalen onderslagbalken. De zwaarste twee zijn HEB900-profielen, die worden opgelegd in sparingen in de betonwanden. Een aantal lichtere profielen worden opgelegd op stalen schoenen, die met chemische ankers aan de betonwanden worden gemonteerd. Met name de buitenste ligger wilde Cornelis om esthetische redenen ophangen tussen de betonnen wanden en niet inkassen. Om de constructieve veiligheid te testen zijn vooraf diverse trekproeven uitgevoerd op het beton van de sluis.
Uitkragend terras
Cornelis laat het terras van het paviljoen over de betonnen keerwand uitkragen richting het Reindersmeer. Het terras steunt niet af op de keerwand, maar gaat er net overheen. Onder het terras worden wel een aantal stalen kolommen geplaatst. Die zijn echter niet zichtbaar doordat ze midden onder het terras zitten en doordat het terras vrij dicht boven het water ligt. De stalen kolommen steunen af op het uiteinde van de betonnen sluisbak.
Het paviljoen is breder dan de sluis. De gebouwdelen aan weerszijden van de sluis hebben eveneens een aanlegdiepte van 1,6 m onder maaiveld. In deze gebouwdelen bevinden zich toiletten, keuken en entrees. De entrees worden natuurlijk vormgegeven middels aflopend maaiveld. De toiletten worden vormgegeven als zelfstandige units, die vrij blijven van zowel de glazen gevels als het gebogen plafond.
Detaillering
Het gebouw zelf heeft een vrij eenvoudige opbouw met een staalconstructie en glazen gevels. Cornelis heeft veel aandacht geschonken aan de detaillering. Zo is de dakrand een stalen I-profiel, waar het complete dakpakket achter schuil gaat. Dat is een behoorlijk pakket omdat hij niet gekozen heeft voor een mossedumdak maar voor een gras- en kruidendak, dat een veel dikkere laag substraat van ongeveer 15 centimeter nodig heeft. “Dit groendak gaat boven de dakrand uitgroeien zodat het zichtbaar gaat worden.” Het zelfde I-profiel komt vervolgens in de gevel terug als vloerrand.
Halverwege de sluis had Johan Cornelis nog een drijvend ponton gedacht. Door de grote peilschommelingen was dat echter niet haalbaar. “Niemand kon de veiligheid garanderen van de hellingbanen naar het ponton, die elke waterstand zouden moeten volgen.” In plaats daarvan komt er nu een plateau op palen, dat echter bij hoog water onder zal lopen.
Het bezoekerscentrum wordt gebouwd door HKM Realisatie bv uit Escharen. Adviesbureau K.J. de Krijger uit Ede berekende de constructie. Opdrachtgever Limburgs Landschap wil het gebouw op 1 mei 2012 in gebruik nemen. Bouwkundige oplevering staat gepland voor februari.