Slechts enkele dagen na het uitvoeren van voegwerkzaamheden aan de voorgevel van een woning, blijkt de voeg donkerder van kleur dan bij de buurwoningen. De aannemer stelt voor om de voegen met silicaatverf bij te kleuren. De opdrachtgever wil echter dat de voegen worden uitgehakt en opnieuw worden gevoegd.
Tussen partijen staat vast dat de woning van de opdrachtgever een (nagenoeg) gelijke uitstraling zou krijgen als de al gerestaureerde buurwoningen. Deze gevels vormen het uitgangspunt voor de opdracht. De voegen in de gevel zijn donkerder van kleur dan bij genoemde woningen. De arbiter kan dus niet anders dan concluderen dat sprake is van een gebrek in de nakoming van de overeenkomst, waarvoor de aannemer aansprakelijk is.
Vraag is hoe het kleurverschil moet worden weggenomen. Volgens de opdrachtgever kan het werk alleen worden hersteld door opnieuw uit te hakken en opnieuw te voegen. De kosten: 6.500 euro. Het aanbrengen van silicaatverf leidt volgens hem tot onaanvaardbare slordigheden. Stenen worden besmet met verf en de voegen worden ongelijk geschilderd. Omdat het een oppervlaktebehandeling betreft, neemt de gevel na enige jaren opnieuw de oude kleur aan. Met andere woorden: het gebrek wordt niet duurzaam hersteld.
Duurzaam kleurresultaat
De aannemer meent dat hij een redelijk aanbod tot herstel heeft gedaan. Door silicaatverf toe te passen, is het kleurverschil nagenoeg verdwenen. Zo blijkt uit een proefstuk. Hij wijst op een rapport van een adviesbureau waarin staat dat deze methode tot een duurzaam kleurresultaat leidt. De opdrachtgever heeft zijn aanbod dan ook ten onrechte afgewezen.
Tijdens de bezichtiging van de voorgevel stelt de arbiter vast dat het kleurverschil ter plaatse van het proefstuk met de gevels van de buurwoningen nagenoeg is opgeheven. De door de opdrachtgever gestelde slordigheden – in de vorm van met verf besmette gevelstenen – zijn nauwelijks aanwezig. Bovendien is de verf eenvoudig te verwijderen. Op grond van het deskundigenrapport en de tijd die is verstreken tussen het moment van het aanbrengen van het proefstuk en de bezichtiging, ziet de arbiter geen aanleiding om te twijfelen aan het duurzame karakter van de herstelmethode. De aannemer heeft een redelijk aanbod tot herstel gedaan. Een aanbod waarop de opdrachtgever ten onrechte niet is ingegaan.
Toch blijft de opdrachtgever vasthouden aan herstel door derden. Daarmee bespaart de aannemer zich de door hem te maken herstelkosten. De arbiter stelt de bespaarde kosten vast op 2.000 euro. Dat bedrag wordt de opdrachtgever toegewezen. Hij betaalt 2/3 deel van de arbitragekosten à 3.131,49 euro; de aannemer het overige deel.
Geschilnummer 32.269
De levensduur van verf is korter.
Verf dringt diep in stenen.
Verwijderen is zonder beschadiging van stenen erg lastig. Chemisch verwijderen is erg duur.