Ondanks de belofte van de verkoper dat de gevelbekleding van hun nieuwe woning gelijkmatig zal vergrijzen, vinden de opdrachtgevers het kleurverschil dat zich na de oplevering manifesteert, onacceptabel. Dit kleurverschil doet zich vooral tussen de veertien onderste en de erboven geplaatste delen van de gevelbekleding voor. Diverse malen doen ze hierover hun beklag. De verkoper belooft de problemen naar tevredenheid te zullen oplossen.
Na diverse brieven over en weer bericht de aannemer dat de schroten slechts behandeld zijn met een dunne, kleurloze laag ter bescherming. Verder is de gevelbekleding niet afgewerkt, teneinde het hout te laten vergrijzen. Hij benadrukt dat de toegepaste houtsoort, Western Red Cedar, van nature een hoge duurzaamheid heeft. Van aantasting van de kwaliteit is geen sprake. En al helemaal niet van een gebrek. De aannemer is dan ook niet van plan herstelwerkzaamheden uit te voeren.
De opdrachtgevers maken de zaak vervolgens aanhangig bij de Stichting Waarborgfonds Koopwoningen (SWK). Deze instantie is van oordeel dat het kleurverschil onacceptabel is. Omdat de opdrachtgevers die mening delen en vinden dat sprake is van een gebrek, willen ze dat de verkoper de gevelbekleding laat herstellen. Ze vrezen voor de kwaliteit van het hout. Maar ook de verkoper concludeert dat geen sprake is van een gebrek.
Zwarte stippen en vlekken
Ter plekke ziet de arbiter dat de laklaag op de zijgevel voor een groot deel is verdwenen van het 15e geveldeel van onderen en de daarboven geplaatste delen. Deze zijn vergrijsd. Op de geveldelen die door het dakoverstek enige bescherming genieten, is wat meer lak aanwezig. Deze delen vertonen een min of meer gelijkmatig toonverloop door verschillende stadia van vergrijzing. Op de onderste 14 delen van de zijgevel is de laklaag nog vrijwel overal intact. Onder de lak zijn de geveldelen niet of nauwelijks vergrijsd. Waar de lak is verdwenen, is het hout vergrijsd. Hier en daar zijn ook zwarte stippen en vlekken zichtbaar. Tussen het 14e en 15e geveldeel van onderen is een aanzienlijk en abrupt kleurverschil te zien.
Voor- en achtergevel
De laklaag op de geveldelen aan de voor- en achtergevel is plaatselijk verdwenen. Echter veel minder dan op het bovenste deel van de zijgevel. Waar de lak is verdwenen, is vergrijzing opgetreden. Plaatselijk zijn zwarte stippen en vlekken zichtbaar. Die zitten vooral daar waar de laklaag verregaande tekenen van verval vertoont, maar nog niet is verdwenen. De zwarte verkleuring doet zich ook voor op plekken waar de laklaag grotendeels is verdwenen.
De arbiter is van oordeel dat het kleurverschil tussen de delen waar de lak nog grotendeels aanwezig is en de delen waar dit niet meer het geval is, storend is. Door de afbladderende lak geven de gevels een vervallen beeld. Het is niet wat de opdrachtgevers van een onderhoudsvriendelijke gevelbekleding verwachten. Met de SWK is de arbiter van mening dat sprake is van een esthetisch gebrek. De arbiter sluit niet uit dat het hout op den duur zal gaan rotten waar de lak hardnekkiger hecht dan elders. Op die plaatsen zou door de werking van vocht achter de lak houtrot kunnen optreden. De zwarte puntjes en vlekken lijken een vorm van algengroei die hiervan vaak een voorbode is. De arbiter beaamt dat de laklaag uiteindelijk helemaal zal verdwijnen. Op veel plaatsen zal dit echter zo lang duren dat de opdrachtgevers hier niet op hoeven te wachten. Daarbij kan niet worden uitgesloten dat tegen de tijd dat alle lak is verdwenen, sprake is van blijvende kleurverschillen of zelfs houtrot. De verkoper moet de lak om die reden van de gevelbekleding laten verwijderen.
Recht op herstel
De arbiter is van oordeel dat de opdrachtgevers recht hebben op herstel van de gevelbekleding. En wel dusdanig dat grote kleurverschillen verdwijnen. Enig kleurverschil is inherent aan verschillende delen van natuurproducten. De arbiter suggereert dat het schuren van de geveldelen wellicht een oplossing biedt. Maar het valt natuurlijk moeilijk te voorspellen of het resultaat van uitsluitend die behandeling acceptabel is. Het herstel moet binnen 30 werkdagen zijn voltooid. Zo niet, dan wacht de verkoper een dwangsom. Verder is de verkoper de opdrachtgevers buitengerechtelijke kosten verschuldigd. Omdat de verkoper geheel in het ongelijk is gesteld, betaalt hij de proceskosten. Evenals een tegemoetkoming in de kosten van rechtsbijstand van de opdrachtgevers.
Geschilnummer: 30.628
Tekst: Paulien Ruitenbeek
Illustratie: Pennestreek