Een voormalig tankstation in Den Bosch is gered van de slopershamer en volledig gerestaureerd. Het zou verdwijnen in verband met de aanleg van de nieuwe randweg ‘s Hertogenbosch-Vught, maar de zoon van de oorspronkelijke architect Meijlink – die het uit 1933 stammende gebouw ontwierp volgens het ‘Nieuwe Bouwen’ – tekende protest aan. Daardoor kwam het op de monumentenlijst.
Twee jaar geleden werd het sterk verpauperde tankstation 50 meter verplaatst, nu is het onder handen genomen door restauratieaannemer Nico de Bont. Het gebouw is na uitgebreid onderzoek door WVAU Architecten, onder meer naar de juiste kleurstelling, teruggerestaureerd tot 1933.
Wel is er een trappenhuis toegevoegd om de bereikbaarheid van de oorspronkelijk gescheiden pompruimte en bovenwoning te vergroten en zijn de installaties up to date. Ondanks dat monumenten ontheven zijn van het energielabel, wilde de gemeente ’s-Hertogenbosch (opdrachtgever) toch zoveel mogelijk aan energiebesparing doen. De steens muren van het gebouwtje zijn daarom aan de binnenzijde voorzien van een laag minerale isolatiemortel.
Kolommen
Opvallend aan het tankstation zijn de paddestoelenkolommen. Deze zijn, evenals het overige betonwerk, afgebikt en geconserveerd met reparatiemortel. Het tankstation is vaak verbouwd. Zo waren de oorspronkelijk stalen kozijnen op de benedenverdieping vervangen door houten puien. Dit is hersteld. Ook veel van het originele metselwerk was verloren gegaan. Dit is opnieuw gemetseld met groen geglazuurde bakstenen.