Dit hebben werkgeversorganisatie Bouwend Nederland en de bouwbonden van FNV en CNV woensdag bekendgemaakt.
Op peil houden
Zij maken zich grote zorgen over de gevolgen van de economische crisis voor de werkgelegenheid in de bouw. Volgens schattingen van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid dreigen 30.000 banen in de bouw verloren te gaan. Maar binnen afzienbare tijd heeft de sector weer goed opgeleid personeel nodig.
“Ook nu het even slecht gaat, wil de sector investeren in de toekomst”, zei voorzitter Elco Brinkman van Bouwend Nederland bij de presentatie van het plan. De bouw wil de instroom van jongeren op peil houden en vaklieden behouden. Anders heeft de sector onvoldoende vakmensen wanneer de economie weer aantrekt.
Premie
Opleidingsbedrijven zorgen volgens het plan, dat 1 april ingaat, voor een continue instroom van duizenden leerlingen. Zij krijgen daarvoor een premie van 1000 euro per leerling. Ook kunnen minstens zesduizend werknemers in de twee jaar dat het project loopt, in aanmerking komen voor maximaal veertig dagen extra scholing. “De jongeren kunnen dan op hun werkplek de opleiding in de praktijk afmaken”, legt voorzitter Dick van Haaster van FNV Bouw uit.
Verder willen de werkgevers en de bonden met UWV Werkbedrijf en uitzendorganisatie Randstad afspraken maken om werknemers die ontslagen worden op te vangen. Dat kan bijvoorbeeld door het inrichten van ‘bouwdesks’ bij de mobiliteitscentra en banenpools.
De 64 miljoen die voor het project wordt uitgetrokken, komt onder andere uit de reserves van het scholingsfonds.
Bron: ANP
Foto: CNV
Van links naar rechts: Arend van Wijngaarden (CNV), Elco Brinkman (Bouwend Nederland) en Dick van Haaster (FNV) ondertekenen de overeenkomst
