Waar het Bouwbesluit uitgaat van een maximale gebruiksoppervlakte voor een brandcompartiment, gaat de methode BvB uit van de hoeveelheid aanwezig brandbaar materiaal. Dit betekent dat in een bedrijf waar weinig brandbaar materiaal is opgeslagen, in beginsel grotere brandcompartimenten mogelijk zijn dan in bedrijven met veel brandbaar materiaal. Bepalend voor de grootte van compartimenten en de omhulling ervan, zijn de vuurlast (de maximaal aanwezige brandenergie), de verwachte ontwikkelsnelheid van brand en de aanwezige brandbeveiliging. De vuurlast bestaat zowel uit permanente bijdragen (constructie) als variabele bijdragen (alle inboedel en inhoud).
Stappenschema voor toepassing van BvB
1. Vertrekpunt | Een (initieel) bouwplan met situering en gebruik |
2. Startvoorwaarden | Algemene voorwaarden en beperkingen aan de toepassingsgebied |
3. Bepalen van de vuurlast | Per brandcompartiment bepalen van de vuurlast van bouwmaterialen en het beoogde gebruik |
4. Pakketkeuze | Initiële/definitieve pakketkeuze, bijzondere eisen, gebouwfuncties en combinaties, verschillend per maatregel I-IV |
5. Pakket | I II III IV |
6. Rapportage | Opstellen van een rapportage Beheersbaarheid van brand |
7. Aanvraag/toetsing | Indienen/toetsen van de rapportage en bouwaanvraag |
8. Gebruik en controle | Verlenen bouwvergunning, toezichtarrangement |
De maximale vuurlast in brandcompartimenten volgens pakket I tot en met IV
Pakket | Vuurlast / bijzondere omstandigheden en voorzieningen |
I | – maximaal 300 ton vurenhout (5.700 GJ) per compartiment |
II | – maximaal 600 ton vurenhout (11.400 GJ) per compartiment |
– beperkte snelheid van brandontwikkeling | |
– diverse aanvullende installatietechnische eisen | |
III | – maximaal 3000 ton vurenhout (57.000 GJ) onder voorwaarden |
– aangaande relatief traag brandgedrag (bulkopslag) | |
IV | – maximaal 6000 ton, 7500 ton of 9900 ton vurenhout (118.100 GJ) per compartiment |
– hiervoor is o.a. een automatische blusinstallatie vereist. Het uitvoeringsniveau van de installatie bepaalt welk maximum geldt |
Rekenvoorbeeld voor een nieuwe opslaghal van een bedrijf dat onderdelen levert voor huishoudelijke apparatuur met gebruiksoppervlakte 3200 m2 (begane grond) en een vuurbelasting van 157 kg vurenhout/m2 (permanent +variabel).
Pakket | Maximaal brandcompartiment | Installaties | Conclusie |
I | 1.910 m² | – | De vuurlast in de hal is te hoog om de hal met dit maatregelpakket als één ongedeelde hal uit te voeren. |
II | 3.820 m² | Automatische branddetectie + RWA-installatie | Toepasbaar |
III | – | – | Gezien het beoogde gebruik van de hal niet toepasbaar |
IV | = 38.200 m² | Sprinklerinstallatie | Toepasbaar met een normaal uitvoeringsniveau van de sprinklerinstallatie |
Een in het oog springende wijziging ten opzichte van de methode van 1995 is de invoering van maatregelenpakketten, met elk een eigen toepassingsgebied in termen van toegelaten vuurlast, toegelaten gebruiksfuncties, indelingsvrijheid van betrokken brandcompartimenten en combinatiemogelijkheden, bijvoorbeeld in gestapelde bouw.
De geactualiseerde methode BvB onderscheidt vier pakketten:
I. Het basispakket, waarin grotere compartimenten mogelijk zijn enkel door een gebruiksbeperking aan de maximale vuurlast en door daarop afgestemde omhullingseisen.
II. Een pakket waarin grotere compartimenten mogelijk zijn dan bij pakket 1, door aanvullende eisen aan het brandgedrag van de inventaris en door het aanbrengen van automatische branddetectie plus installatie voor rook- en warmteafvoer.
III. Een speciaal pakket voor brandcompartimenten bestemd voor bulkopslag, uitgaande van een relatief trage brandsnelheid bij eventuele ontwikkeling van een brand, installatietechnische eisen en een hoge eis aan de WBDBO van de omhulling.
IV. Brandcompartimenten met gecertificeerde automatische blusinstallaties met daarop afgestemde eisen aan de omhulling. Dit pakket kent drie uitvoeringsvormen (normaal/verbeterd/hoog).
Een van de opvallende verschilpunten met de publicatie uit 1995 is dat de mogelijkheden bij toepassing van een automatische blusinstallatie (pakket IV) wezenlijk ruimer zijn geworden. Echter ook met bijvoorbeeld pakket I en II zijn zeer grote compartimenten mogelijk, mits de vuurbelasting beperkt is.
Nieuwe publicaties
De nieuwe Methode Beheersbaarheid van Brand wordt in maart 2007 vrijgegeven door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Dit betreft een update van het ‘Brandveiligheidsconcept Beheersbaarheid van brand’ dat in 1995 door Save is ontwikkeld. De update is mede ingegeven door gewijzigde inzichten en nieuwe regelgeving. De nieuwe versie van de methode is onder leiding van adviesbureau Save samengesteld in opdracht van het Ministerie van BZK en tot stand gekomen na consultatie en overleg met eisende partijen en belangenorganisaties. Bij deze Methode BvB horen nog drie publicaties: een Toepassingsinstructie; een Afwegingsmodel en een Samenvatting waarmee men snel kan bepalen of de methode BvB in een specifiek geval soelaas biedt. |
De Toepassingsinstructie geeft nader houvast bij onder meer het bepalen van de vuurbelasting en bij berekeningsmethoden die in BvB worden gebruikt. Het Afwegingsmodel geeft de samenhang met de (bouw)regelgeving en met andere methoden aan. De methode BvB richt zich alleen op de eisen die te maken hebben met de functionele eis ‘beperking van branduitbreiding’ van het Bouwbesluit. Naast de BvB-publicaties is in opdracht van het Ministerie van VROM een Handreiking grote brandcompartimenten (HGBC) in voorbereiding. De HGBC wordt op het punt van beheersbaarheid van brand afgestemd op BvB, maar gaat ook in op twee andere functionele eisen uit het Bouwbesluit: vluchtveiligheid en bestrijdbaarheid. |
Verkort overzicht van de toepasbaarheid van de maatregelpakketten per gebruiksfunctie
Gebruiksfunctie | Toepasbaar Maatregelenpakket | |||
I | II | III | IV | |
Woonfunctie | ||||
Bijeenkomstfunctie voor bedrijfsmatige kinderopvang | – | – | – | – |
Bijeenkomstfunctie (overige) | V, mits a | V | – | V |
Cellenfunctie | – | – | – | – |
Gezondheidszorgfunctie bestemd voor aan bed gebonden patiënten | – | – | – | – |
Gezondheidszorgfunctie (overige) | V, mits a | V | – | V |
Industriefunctie | V | V | bulkopslag | V |
Dierenverblijf | 2500 m2 + aanv. 1 | – | – | – |
Kantoorfunctie | V, mits a | V | – | V |
Logiesfunctie | – | – | – | – |
Onderwijsfunctie | V, mits a | V | – | V |
Sportfunctie | V, mits a | V | – | V |
Winkelfunctie | V, mits a | V | – | V |
Overige gebruiksfunctie bestemd voor het stallen van motorvoertuigen | – (d) | – (d) | – | V |
Overige gebruiksfuncties | V | V | – | V |
Verklaring: V = toepasbaar, – = niet toepasbaar | ||||
*De verwijzingen (a -d, aanv.1) in de figuur zijn in de publicatie BvB zelf beschreven. De verwijzing ‘mits a’ (bij pakket I) houdt een beperking in van het indelen van een groot compartiment in afzonderlijke ruimten. Bij 500 m2 en meer kan subcompartimentering noodzakelijk zijn. |
De eisen die de methode BvB stelt aan de omhulling van een brandcompartiment, hangen af van de verwachte brandduur. Hiervoor zijn verschillende factoren bepalend. Een daarvan is de vuurbelasting: de vuurlast per m² gebruiksoppervlakte. Voor de bepaling daarvan zijn in pakket I, II en III de 1000 m² met de hoogste vuurlast bepalend. In pakket IV (automatische blusinstallatie) is de gemiddelde vuurbelasting over de gehele gebruiksoppervlakte maatgevend.
De vereiste weerstand tegen branddoor- en brandoverslag (WBDBO) kan in de methode BvB oplopen tot maximaal 240 minuten en kan dus uitgaan boven de standaardeisen van het Bouwbesluit. Voor de pakketten I en II moet er in brandwerende vloeren een WBDBO-toeslag aanwezig zijn van 60 minuten. De maatgevende vuurbelasting mag daarom in de gestapelde compartimenten niet hoger zijn dan 180 kilogram vurenhout per m² (3420 MJ/m²), wat overeenkomt met een verwachte brandduur van 180 minuten. Bij compartimenten met een sprinklerinstallatie (pakket IV) is die toeslag niet nodig en moet alleen aan de basiseis worden voldaan. De gemiddelde vuurbelasting mag hier dan ook maximaal 240 kilogram vurenhout per m² zijn.
Voor gevels kan de WBDBO-eis worden gerealiseerd door (enige) brandwerendheid in de gevel in combinatie met voldoende vrije ruimte. Bij de bepaling van de afstand wordt gewerkt met het principe van spiegelsymmetrie. De methode BvB heeft een specifieke bepaling van de WBDBO-bijdrage van afstand, die aansluit bij NEN-6068, maar daarvan voor grote brandcompartimenten op enkele normatieve onderdelen verschilt.
Meer informatie: Adviesbureau Oranjewoud/Save, www.save.nl
Tekst en beeld: Marco Eijer, Ewout van Halteren en Klaas Jan de Boer, adviesbureau Save