Ga naar hoofdinhoud
Bouwtechniek

Innovatieve transformatie Techniekmuseum

Een monument transformeren met een industrieel productontwerp? Dat kan en het is zelfs de toekomst als het aan cepezed ligt. Het bureau trok onlangs in het zelf verbouwde Techniekmuseum. Zowel innovatieve als monumentwaardige ingrepen zorgen voor een inspirerende locatie.

“Toch even gaan kijken”, dacht Jan Pesman van architectenbureau cepezed toen hij ruim twee jaar geleden las dat de verbouwing van het voormalige Techniekmuseum in Delft tot partycentrum niet doorging. Het architectenbureau was op dat moment op zoek naar nieuwe huisvesting. Voor Pesman was de keuze niet moeilijk: de grote hal van 2000 vierkante meter was een prima locatie voor het bureau. De andere hallen heeft hij verhuurd. En zo begon de transformatie van de werkplaatsen naar het creatieve cluster C2.

Drie karakteristieke hallen

De gemetselde gevels zijn rijk aan details en verkeerden in een uitstekende staat. Via de hoge ramen valt veel daglicht naar binnen. Het dak ligt op stalen Polonceau-vakwerkspanten. Kolommen van geklinknagelde staalprofielen dragen de tussenvloeren en galerijen. In de grootste hal (A) loopt nog steeds de kraanbaan met een hefvermogen van zes ton over de balustrade van de verdiepingsvloer. In de werkplaatsen konden studenten oefenen met het werken met scheepsmotoren, die werden aangedreven door stoommachines. De stoom werd geproduceerd in hal B met het ketelhuis, waarvan nu nog het aangebouwde kolenhok en de 38 meter hoge schoorsteen getuigen. Onder twee van de drie hallen liggen kelders. Door gebrek aan archiefstukken over de bouw is volgens cepezed niet bekend of het complex op palen staat of op staal is gefundeerd.

Glazen verbindingshal

De meest rigoureuze ingreep was het bouwen van een nieuwe glazen entree met verbindingshal en vergaderruimten tussen de historische hallen in. Hier is nadrukkelijk het contrast gezocht door een ranke staalconstructie met glazen invullingen. Deze nieuwe constructie kon geheel op de bestaande fundering steunen, doordat dezelfde draaglijnen zijn benut. Hier is dus een optimale afstemming gezocht met de eigenschappen van het bestaande complex. Een lastig detail bleek de aansluiting van het glazen dak op het bewerkte metselwerk van hal A. Overal zijn speklagen met sprongen en natuursteenelementen, en verder zitten er op regelmatige afstand muurankers. Tussen de ankers en het bewerkte metselwerk was precies nog één laag ononderbroken baksteen. Hier zijn de glazen dakpanelen tegenaan gekit. Deze aansluiting ligt onder het gootoverstek van hal A. Voor de bevestiging van het glazen dak zijn steeds twee nieuwe ankers toegepast aan weerszijden van de historische exemplaren. De gevels zijn uitgevoerd met structural glazing op de stalen kokerprofielen die ook de vloeren en het dak dragen. De grote glasplaten van 7,5 meter hoogte zijn helemaal van deze tijd, zoals de ruiten in de met roeden verdeelde vensters van Vrijman dat in hun tijd waren.

Het volledige artikel over de transformatie van het Techniekmuseum staat in Bouwwereld 10, die op 24 oktober 2014 uitkomt. Vraag hier een gratis proefexemplaar aan.

Tekst: Josine Crone, beeld: Jannes Linders

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Met deze wekelijkse nieuwsbrief blijf je op de hoogte van het laatste nieuws uit de bouwtechniek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.