In het najaar van 2009 opende viersterrenhotel De Roode Schuur in Nijkerk zijn deuren. Het gebouw, gelegen op een zichtlocatie aan een van de toegangswegen naar Nijkerk, werd ontworpen door Van Bokhorst Architecten. Ondanks de moderne hoofdvorm sluit het gebouw door het gebruik van ambachtelijke materialen als hout en riet naadloos aan bij de landelijke omgeving en de naastgelegen boerderij. In de boerderij is sinds jaar en dag gasterij De Roode Schuur gevestigd.
Gebogen rieten kap
Het bestemmingsplan voorzag in een horecafunctie, maar met een vastgestelde goothoogte van 3 meter en een nokhoogte van 11 meter leek het onmogelijk om de gewenste veertig hotelkamers onder een schuine kap kwijt te kunnen. Van Bokhorst Architecten zocht de grens van de bouweisen op en bedacht een gebogen rieten kap om zoveel mogelijk volume te verkrijgen. Door de gebogen kap lukte het om in het rechthoekige gebouw een programma te realiseren met uiteindelijk 38 hotelkamers. technische ruimtes, een fitnessruimte met glazen pui en een ruime entree in de zijvleugel. De kamers op de bovenste verdieping hebben door de ronde dakvorm langs de wand minder ruimte, maar dit wordt gecompenseerd door de extra hoogte.
De gevels van gepotdekseld zwart hout refereren aan de traditionele tabakschuren waarvan er in de omgeving van Nijkerk een aantal staan. De keuze voor een volledig rieten kap (gevel en dak ineen) had consequenties voor onder meer de brandveilig-heidseisen die aan dit logiesgebouw gesteld worden. Er werd gekozen voor een cameragestuurd sprinklersysteem dat – wanneer er vuur gedetecteerd wordt – enkele tientallen in het riet aangebrachte sprinklers in werking zetten die het riet nat maken en houden. De koperen afdekking van de kap zorgt voor een goede afwatering en is tevens een fraaie afwerking van het rieten dak.
Dakdetail
De massaliteit van het dakvlak wordt onderbroken door de kamerramen en door enkele koperen dakkapellen met een uitsluitend visuele functie. De puien op de kopse kanten van het hotel hebben een bijzondere uitstraling door de schijnbaar willekeurige plaatsing van glas, houten delen en de balkons van de bruidsuites. In het gebouw worden de hotelkamers gescheiden door een lange gang over de gehele lengte. In het interieur zijn de zichtbare dakspanten met een witte beits behandeld. Ze dragen bij aan het ‘boerderijgevoel’ dat in de inrichting tot in detail is doorgevoerd. Voorbeelden daarvan zijn het gebruik van meubilair van grof hout, tapijt met patronen van onder meer
een plankenvloer en een bloeiend weiland en vele speelse verwijzingen naar het buitenleven.
