Zestien verdiepingen zijn er bovenop het Ter Meulen pand in Rotterdam geplaatst. Dat kon door licht te bouwen en doordat twee nieuwe betonnen kernen ook de stabiliteit van de bestaande bouw overnemen.
De Karel Doorman is de nieuwe naam van de renovatie en optopping van het voormalige Ter Meulen pand aan de Karel Doormanstraat in Rotterdam. De winkels in de kelder, op de begane grond plus entresol en op de eerste verdieping zijn al in gebruik genomen. De tweede verdieping is – met toevoeging van een tussenvloer – al gereed als parkeerruimte voor bewoners. Aan de appartementen daarboven wordt druk gewerkt. Medio 2012 zal ook dit deel worden opgeleverd, zo is de planning.
De bouw van het Ter Meulen pand werd voltooid in 1950. Het pand is ontworpen door Van den Broek en Bakema en was destijds zeer modern door met name de etalages met het vele glas. Het is geen monument, maar wel een icoon voor Rotterdam, zo vonden architecten Marc Ibelings en Aat van Tilburg van Ibelings van Tilburg Architecten. Zij kozen in 2001 dan ook voor renovatie en optopping, in plaats van sloop en nieuwbouw.
Bestaande constructie
De optopping is volledig op de bestaande constructie geplaatst. Constructeur D3BN (nu DHV) gaf aan dat er tot 70 meter hoog kon worden gebouwd, mits een licht bouwsysteem werd toegepast. Die extra belasting was mogelijk door de constructieve ruimte die er in het gebouw zat volgens de huidige rekenregels. Maar er werd vooral ruimte gevonden door de toevoeging van twee nieuwe betonnen stabiliteitskernen, op een eigen fundering. Die verzorgen niet alleen de stabiliteit van de optopping, maar ook van de onderbouw. Dat betekende een behoorlijke ontlasting van de kolommen, die voorheen ook de windbelasting op het gebouw moesten opnemen. De kolommen konden daardoor dus een veel zwaardere verticale belasting gaan dragen.
Wel moest hierbij de afsteuning van de kolommen op de poeren onder de keldervloer worden versterkt. De zwaarder belaste kolommen dreigden door de onvoldoende gewapende poeren te ponsen. De poeren zelf waren vrijwel onbereikbaar. Daarom zijn de kolomvoeten vergroot. De bestaande kolommen zijn uiteindelijk op aangeven van bouwer Van Wijnen 800 mm boven de keldervloer doorgezaagd en voorzien van een vergrote voet. Die is vervolgens onzichtbaar weggewerkt door de gehele keldervloer te verhogen, vertelt projectleider Marcel Vermeer van Ibelings van Tilburg Architecten.
Los gehouden
De optopping bestaat uit zeven aaneengesloten bouwlagen, met daarbovenop aan de westzijde nog negen bouwlagen en aan de oostzijde zes bouwlagen. Daartussen komt een daktuin, met een glazen gevel van drie bouwlagen hoog, tegen houten spanten. De optopping is los gehouden van de onderbouw. Dat is vooral een esthetische keuze, zegt Marc Ibelings. De twee gebouwdelen beïnvloeden elkaar hierdoor minder. Ook het gevelbeeld met houten delen en glazen schermen ervoor langs, draagt daaraan bij, doordat het glas de lucht zal reflecteren. Voordeel van het los houden van de optopping, was echter ook dat er op het naastliggende Binnenwegplein veel minder windhinder zal optreden dan bij een volledig gesloten hoogbouw.
Het dak van het bestaande gebouw wordt ingericht als parkeerlaag. Daarboven bevindt zich een zware overgangsconstructie. De bestaande bouw had namelijk een kolomstramien van 8 x10 meter. Voor de woningen was dit een te grof stramien. Daarom is parallel aan de gevels een HEA1000 over de kolommen gelegd. Dwars daaroverheen zijn HEB800 profielen gelegd, h.o.h. 4 meter. De woningen hebben daardoor een stramien van 4 x 10 meter. Doordat de HEB’s overkragen is de binnenmaat 3,7 x 12,3 meter. De kleinste woning is 3,7 meter breed, de grootste 11,4 meter. De gehele staalconstructie van de optopping is 120 minuten brandwerend. Dit geldt ook voor de HEA1000 van de overgangsconstructie, die grotendeels in het zicht blijft. Deze is brandwerend geverfd.
Doos in doos
Op elke HEB van de overgangsconstructie staan drie stalen kolommen: in de gevelvlakken en een middensteunpunt. Daaroverheen zijn zowel in langs- als dwarsrichting stalen liggers gelegd.
De woningen zijn daar vervolgens als doos-in-doosconstructies binnenin gehangen, om voldoende geluidsisolatie te realiseren. De vloeren zijn vanwege de gewichtseis uitgevoerd in hout, met houten liggers van Kerto-S en randbalken van Kerto-Q (kruislings verlijmd fineerhout) van Finnforest. Daaroverheen ligt zeslaags 18 mm dik Fins vurentriplex, met 55 mm anhydrietvloer. De randligger van de vloeren ligt met rubbers (CDM) op op lippen aan de stalen liggers. De vloeren zijn zoveel mogelijk geprefabriceerd, vanwege kwaliteitseisen en de beperkte ruimte op de bouwplaats.
De keuze voor Kerto-liggers is ingebracht door de aannemer, met name met het oog op de minimale werking hierin. Want elke werking betekent kans op luchtgeluidlekken. Daarbij kon door de grotere sterkte en stijfheid van Kerto met een kleinere liggerhoogte worden gewerkt, konden de balken eenvoudig met schuine schroeven worden bevestigd aan de randbalken en waren minder opleglippen nodig. Voor Fins vuren triplex is gekozen vanwege de overstekken van het vloerbeschot ter plaatse van de gevels en de stalen draagbalken.
Onder de vloer hangen vrijdragende plafonds. Tussen vloer en plafond bevinden zich in elk vloerveld zware windverbanden, met strippen van 20 x100 mm. Om doorhangen te voorkomen, zijn die op twee plaatsen aan de vloerbalken bevestigd, opnieuw gescheiden door rubbers. De wanden zijn allemaal uitgevoerd in metalstud, waarbij opnieuw een volledige scheiding is aangebracht tussen de woningen onderling. Opvallend is dat in de spouw van de woningscheidende wanden een stalen wapeningsnet is aangebracht als inbraakbeveiliging.
Trilling
Toen drie bouwlagen gerealiseerd waren, bleek er toch iets niet te kloppen. Ondanks betrokkenheid van deskundigen, bleek in de praktijk dat trillingen uit de ene woning voelbaar waren in naastgelegen woningen. Onderzoek wees uit dat de constructie niet stijf genoeg was. Er moest extra stijfheid ingebracht worden, maar wel rekening houdend met de gewichtsbeperking.
De oplossing daarvoor lag onder meer in het verstijven van de houten vloer. Alle liggers zijn daarvoor dubbel uitgevoerd. In de dwarsrichting zijn tussen de liggers klossen aangebracht. Ook de staalconstructie is verstijfd. Er zijn extra verstijvingschotten aangebracht in de HEA-liggers en er zijn extra kolommen toegevoegd in de woningscheidende wanden.
Bouwtechnisch had de bouw vervolgens na ongeveer anderhalf jaar van gedegen onderzoek en beproevingen weer kunnen worden opgepakt. Maar door onder andere wisselingen in eigenaar en opdrachtgever, duurde het bijna drie jaar voordat in februari 2011 de draad weer werd opgepakt. Daarbij had Van Wijnen extra werk aan het verstijven van de al gerealiseerde drie bouwlagen.