Pagina 21 van: Bouwwereld #01/2021

21
Koplopers
dat we iets beet hadden. Datasets die we aan het verzamelen
waren, bleken van cruciaal belang. Zonder feiten verander je
uiteindelijk niets. Dat vind ik toch een soort van levenswijsheid.
De dromers krijg je wel mee, maar de meer rationeel ingestelde
mensen kijken liever naar feiten. Zeker als het om circulariteit
gaat. De LCA-methodiek biedt feiten waarmee je lineair en
circulair goed met elkaar kunt vergelijken. Dat was een mooie
basis vanwaaruit ik rond 1996 op de Bouwbeurs IFD mocht
presenteren en nu, 25 jaar later, gaan we industrieel bouwen en
staan we op het punt van een doorbraak. Industrialisatie van de
bouw is namelijk een ontwikkeling die circulariteit aanzet, maar
ook de rol van de ontwerper in een heel ander daglicht stelt.”
Hoezo een ander daglicht op ontwerpen?
WvO: “De meeste ontwerpers en hun opdrachtgevers hebben
het idee dat ze iets unieks moeten neerzetten, maar op het mo-
ment dat je industrieel gaat denken, kun je de klantbehoefte
verbinden aan de oplossing. De automobielindustrie doet ons
dat voor. Daar is voor elke klantbehoefte een anders uitgeruste
auto beschikbaar. Een gemiddeld gebouw gaat dertig of vijf-
tig jaar mee en je kunt je afvragen of elk gebouw er als een
kunstwerk moet uitzien, of dat je niet beter kunt focussen op
functionaliteit. We kunnen beter gebouwen gaan maken die zijn
toegesneden op de behoeftes van gebruikers en die opdracht
hoeft niet altijd artistiek ingevuld te worden. Bouwen naar be-
hoefte gaat veel beter lukken als je toestaat dat de rol van de
ontwerper veel meer impact krijgt en dan heb je het echt over
een kantelpunt.”
Hoe stel je je dat kantelpunt dan voor?
WvO: “We gaan de industrialisering gebruiken om ook de desig-
ner een prominentere rol te geven, omdat die bij uitstek degene
is die de klantbehoefte centraal kan stellen. Iemand in een fa-
briek kan dat niet, omdat die te ver van de klant en zijn wensen
afstaat. De fabriek is goed in maken. Zo bezien zijn we hard op
weg om vormgevers van wonen te worden.”
KD: “In mijn ogen gaat het veel verder dan dat. We moeten
vormgevers van een circulaire leefomgeving worden. Wonen is
daar slechts een onderdeel van. Door corona zie je bijvoorbeeld
dat de grens tussen wonen, werken en recreëren ineens heel
fluïde is geworden. Om Winie nog even aan te vullen: industrieel
bouwen is zeker een essentiële factor, omdat je daarmee echt
veel beter op integrale kwaliteit kunt sturen. Je focust op een
ontwerp en vervolgens krijg je een groot research- en develop-
mentbudget of tijd, omdat je grootschaliger ontwerpt. Maar ik
zie ook, en dat is het interessante aan het CDC, dat er naast de
industriële tak ook een soort vakmanschapstak ontstaat. Het
werken met secundaire materialen, daar heb je toch echt vak-
manschap voor nodig. Wat mij betreft, is het interessant om te
kijken hoe die twee elkaar gaan raken en naast elkaar blijven
bestaan. Ik denk dat er een boeiende mix gemaakt kan worden.
Er gaat hoe dan ook een kruisbestuiving ontstaan. We gaan
de verschillende onderdelen customizen in het industriële pad,
waarbij wij als ontwerpers geleerd hebben van de losse delen
een harmonieus geheel te maken. Daarnaast blijven de one of
a kinds ook bestaan. Als die naast elkaar mogen bestaan, wordt
het geheel alleen maar interessanter.”
Heeft het CDC momenteel de wind in de zeilen?
WvO: “We hebben nu momentum omdat de wetgever circulari-
teit aanmoedigt. Zo is al besloten dat de overheid vanaf 2023
circulair zal gaan aanbesteden, in 2030 moet de economie voor
de helft circulair zijn en in 2050 volledig. Dergelijke milestones
helpen echt. Daarnaast zie je dat de bouw zich als sector rich-
ting de industrialisering begint te bewegen. Daar zijn meerdere
redenen voor: afname van vakmanschap en beschikbaar perso-
neel, vergaande ontwikkelingen op het gebied van robotisering,
maar ook simpelweg omdat we de bouwopgave goedkoper en
op een efficiënte manier invulling willen geven. Al die trends
komen nu samen en het CDC stelt zich daarbij op het stand-
punt dat er ook een regisseur nodig is, die het spel in goede
banen gaat leiden. De designer speelt daar in de brede zin des
woords een rol in. In de bouw noem je die weliswaar architect,
maar we heten niet voor niets Circular Design Collective. Wat
mij betreft gaan er meer industriële ontwerpers bijkomen die
enerzijds het waardebehoud van de grondstoffen gaan borgen,
maar anderzijds de integrale gedachte over een circulaire leef-
gemeenschap stimuleren.”
‘Wie bij ons aanklopt, kan beschikken over de kennis en
kunde van tWeehonderd professionals op het gebied van
circulair bouWen’
18-19-20-21-22-23_koploper.indd 21 04-02-21 16:14