Pagina 23 van: Bouwwereld #02/2021

23
op een bepaalde locatie. voor de rest moet je het vrijlaten zodat
een gebied zich door de markt, de behoeftes en de tijd heen kan
ontwikkelen. we pleiten dan ook voor een menging en verrui-
ming van bestemmingen. dan krijg je een goede mix van wonen,
werken en recreëren. alleen op die manier kun je als diepte-
investeerder een mooi en duurzaam stuk stad toevoegen.”
Wat moet de bouw doen om in 2050 volkomen circulair te zijn?
Sm: “er komt per jaar slechts één procent nieuwbouw bij; 99
procent van de gebouwde omgeving staat er al. de eerste grote
opgave is de verduurzaming van de bestaande voorraad. met
nieuwbouw ga je het circulariteitsprobleem echt niet oplossen.”
nS: “daarom bewegen wij ook richting beleggings- en financie-
ringsmodellen. daar zal de verandering moeten plaatsvinden. daar
zit de ruimte voor projectinnovatie. als de modellen traditioneel en
rigide blijven, ontstaat er maar weinig ruimte om aan de voorkant
te investeren in de kwaliteit en circulariteit die je in gebouwen wilt
stoppen. wij geloven erin dat als we de totale financiële modellen
omgooien, we aan de voorkant meer geld kunnen genereren voor
de innovatie die nodig is om gebouwen circulair te maken.”
Sm: “en dan doel ik dus niet op nieuwbouw, maar op transfor-
matie en vernieuwing van het bestaande. tenzij het absoluut
niet anders kan. wij merken keer op keer: oud is goud, je moet
er alleen met andere ogen naar kijken.” n
Hoe krijg je die knop om bij de overheid?
Sm: “over het algemeen wordt er beleid gemaakt dat gepro-
jecteerd wordt op eilandjes van projecten waar dat beleid uit-
gevoerd moet worden. veel beter is het als je op een slimme
manier per locatie kijkt hoe je dat beleid kunt vormgeven. als je
de woonvraag wilt oplossen, heb je, zeker in de stad, een beleid
nodig dat verder reikt dan de periode tussen twee verkiezingen.
en dat staat los van het feit dat de politiek kennisdragers (ont-
wikkelaars, beleggers, etc.) vanuit de markt vaker zou moeten
inschakelen om de stad nog beter en gerichter vorm te geven.
het is eigenlijk niet te doen om beleid te baseren op een termijn
van vier jaar, terwijl je het bij de ontwikkeling van een stad eer-
der over een periode van tientallen jaren zou moeten hebben.”
nS: “het is onvoorstelbaar dat bepaalde gemeentes nog steeds
eisen dat er een parkeergarage van meerdere lagen onder een
gebouw komt. dat doen wij dus liever niet. helaas moeten we
ze toch maken omdat het vanuit beleidsrichtlijnen wordt voor-
geschreven. maar we maken die parkeerlagen boven de grond
en wel zo dat ze makkelijk kunnen worden aangepast voor ge-
bruik als woning of andere functies, omdat we zeker weten dat
het autobezit de komende dertig jaar drastisch gaat veranderen.
hetzelfde verhaal geldt voor bestemmingsplannen. nu heeft een
gebied een kantoor-, maatschappelijke of woonbestemming.
veel beter is het als de overheid aangeeft wat absoluut niet mag
‘waar behOefte aan is, zijn structuren die je in de lOOp van de
tijd makkelijk kunt aanpassen. functievrije gebOuwen dus’
18-19-20-21-22-23_koploper.indd 23 12-03-21 09:32