Pagina 26 van: Bouwwereld #03/2021

26
koploper
den en dorpen verstenen. Komt er dan een hoosbui dan lopen
de riolen over met alle problemen van dien. Om een gezonde en
aangename leefomgeving te garanderen, is het dus nodig dat
de stad als ecosysteem blijft functioneren en dat het een om-
geving is die leefbaar blijft voor haar bewoners en alle planten
en dieren die er ook zijn. Dat gaat zeker niet vanzelf, maar er zijn
mogelijkheden genoeg om het te realiseren.”
Wat was er destijds zo ambitieus aan het PVE dat je voor het
NIOO in Wageningen opstelde?
“Dat was in 2006, lang voordat biodiversiteit, circulariteit en
CO2-uitstoot maatschappelijke issues waren. Ambitieus was
het ontwerpuitgangspunt zeker. Het bestond uit drie pijlers: we
wilden kringlopen sluiten, geen afval op het riool lozen en we
wilden een heel nieuw energiesysteem zonder fossiele brand-
stof. Daarnaast wilde ik rond het gebouw meer biodiversiteit
creëren dan we aantroffen op de plek waar het gebouw moest
komen. Om al die ecologische ambities waar te maken, heb ik
alle partners waarmee we het gebouw gingen maken in een
zaal gezet en heb ik een college gegeven over ecologie, hoe de
natuur werkt en hoe we daar veel van kunnen leren. Ik maakte
duidelijk dat we het volkomen anders wilden gaan doen dan de
bouwers en architect gewend waren. En dat was nodig ook. Een
van de dingen die ik ook anders wilde, is dat we niet naar elkaar
zouden gaan wijzen als er iets misging tijdens de bouw – veel
was toch echt experimenteren – maar dat we het dan als ‘ons’
probleem zouden gaan zien.”
Wat waren de belangrijkste lessen die je bij de bouw van het
NIOO leerde?
“Je moet de holistische systeembenadering heel goed in de ga-
ten houden, omdat je het niet redt als je plannen en ambities
alleen op papier staan. Het moet in de haarvaten van alle uit-
voerders en andere betrokken partijen zitten. Waar het om gaat,
is dat je constant met elkaar in gesprek blijft. Bouwen anders
aanpakken lukt je niet alleen en dan maakt het niet uit of je
opdrachtgever, aannemer of architect bent. Een ambitieus pro-
gramma van eisen uitvoeren krijg je alleen voor elkaar door een-
drachtige samenwerking. Je moet daarnaast veel tijd en energie
steken in het constant inspireren van je partners. Als je grote
circulaire bouwambities hebt en daarbij de biodiversiteit wilt be-
vorderen, moet je dus kennis in huis halen die je zelf niet hebt en
bij problemen aan tafel gaan zitten om samen naar oplossingen
te zoeken. Als je het zo aanpakt, zul je ontdekken dat er veel
meer kan dan je voor mogelijk hield.” n
Kun je van circulair bouwen en ontwerpen een winstgevende
businesscase maken?
“Ik zou niet weten waarom niet. Waar het om gaat, is als gezegd
keuzes maken. Dat geldt zowel voor lineair bouwen en ontwer-
pen, als voor circulair bouwen en ontwerpen. Ingewikkelder is
het niet.”
Welke beleidsmaatregelen zou jij nemen als je in politiek Den
Haag de lakens mocht uitdelen als het om bouwen gaat?
“Natuurinclusiviteit onmiddellijk in de aanbesteding als harde
eis opnemen. Dat moet een leidend principe worden, net als
circulair bouwen en ontwerpen. Als we het als optie blijven zien,
dan zal de markt nooit of veel te langzaam in beweging komen.
Ik denk dat de overheid de regie moet nemen door duidelijke
doelen te formuleren. Alleen dan krijgen biodiversiteit en cir-
culariteit de wind in de zeilen en krijgen materiaalinnovaties op
dat vlak een echte kans. Bedenk daarbij dat de overheid en de
bouwsector er niet alleen voor staan. Initiatieven als het Delta-
plan Biodiversiteitsherstel en het onlangs gelanceerde manifest
Bouwen voor Natuur staan te popelen om met hun kennis van
circulair bouwen en natuurinclusiviteit een succes te maken.”
Waar is al die natuurlijke variatie eigenlijk goed voor?
“Het ecosysteem is flexibel als het veel kleine verbindingen
heeft. Als er dan een uitvalt, vangt de rest het op. De natuur is
namelijk gericht op risicospreiding en daarin is ruime biodiversi-
teit een cruciaal gegeven. Op het moment dat je meer van het-
zelfde hebt en er komt een ziekteverwekker in beeld, dan ben
je alles kwijt. Variatie is dus even functioneel als noodzakelijk.
Het is een constante race om je vijand voor te blijven. Daarom
zijn er zoveel soorten nodig en daarom is het belangrijk dat ook
in de gebouwde omgeving de verschillende ecosystemen goed
functioneren.”
En steden spelen daarin een belangrijke rol?
“Zeker. We weten dat het klimaat onder invloed van de mens
aan het veranderen is en merken dat aan de weersextremen, de
stortbuien en de hittestress. En hoe vang je die op? Dat doe je
dus met de natuur. Door ervoor te zorgen dat je heel veel hete-
rogeniteit en variatie in een stad creëert, maar vooral ook heel
veel groen en een gezonde, open en levende bodem. Als je de
bodem namelijk gezond houdt, dan is hij heel goed in staat om
water op te vangen en vast te houden. Veel en variabel groen is
belangrijk, omdat het water verdampt en zo koelt, wat weer een
positief effect sorteert bij hittestress. Wat we nu zien, is dat ste-
22-23-24-25-26-27_koploper.indd 26 30-04-21 09:19