Pagina 22 van: Bouwwereld #04/2021

22
zame oplossingen te zoeken. Het is dan aan de opdrachtgever
om te bepalen wat er binnen zijn CO2-budget gerealiseerd kan
worden.”
Maar waar gaat het nou echt om?
“Of we met z’n allen bereid zijn de stappen te zetten die nodig
zijn om de klimaatdoelstellingen te halen. Voorbeeld: volgens
het klimaatakkoord zijn we op weg naar 49 procent reductie
in 2030 ten opzichte van 1990. In de praktijk betekent dit
globaal dat we tot nu toe slechts een paar procent gedaald
zijn. Zo’n ambitie is makkelijk uitgesproken, maar de bouw
moet hem nog wel vertalen naar materiaalgebruik en ontwerp-
oplossingen. Zijn we bijvoorbeeld in staat de samenleving
met alle gebouwen die er komende jaren nodig zijn, in stand
te houden tegen een lagere impact? Dat gaat nog een pittige
klus worden. Als je meer huizen gaat bouwen dan gemiddeld,
en door de huidige woningnood is dat nodig, dan is 49 pro-
cent niet genoeg. Als je de komende tien jaar per jaar twee
keer zoveel huizen bouwt dan voorheen, dan moet de CO2-
prestatie voor de realisatie vier keer zo goed zijn per huis om
binnen het CO2-budget te blijven. Meer bouwen betekent dus
ook meer innoveren ten aanzien van het behalen van CO2-re-
ductie. Dat lukt alleen als we duidelijke keuzes maken en grote
stappen durven te zetten qua materiaalkeuzes en realisatie. Wat
dat betekent? Ik geef een voorbeeld. Stel dit huis moet een
75 procent lagere impact hebben dan een standaard huis qua
materialen en realisatie. Blijkt dat percentage onhaalbaar, dan
weten we in ieder geval waar we staan en nog naartoe moeten
werken. Hier ligt een schone taak voor opdrachtgevers. Zij kun-
nen afdwingen dat hun duurzame ambities terug te zien zijn in
het gebouwontwerp.”
Wat zijn de consequenties daarvan?
“Dat we zullen moeten accepteren dat we meer geld gaan uit-
geven aan kennisinstituten en ingenieursbureaus om met in-
novatieve oplossingen te komen die echt zoden aan de dijk zet-
ten. Er is niet één simpele oplossing. De te volgen route is de
komende tien jaar onze CO2-impact halveren. De andere helft
is de komende twintig jaar aan de beurt. Zo zullen we als het
om het woningtekort gaat, dus meer met minder CO2 moeten
gaan doen. Dit lijkt wellicht onmogelijk, maar als de coronacrisis
ons iéts geleerd heeft, dan is het dat de mens tot veel in staat
is als het moet. Daarbij gunnen we onszelf nog tien jaar om de
uitstoot met 49 procent te gaan verlagen. Dat geeft meer tijd
om ons aan te passen dan tijdens corona. Maar we moeten nu
aan de slag. Tijd voor verder uitstel is er niet.”
Koploper leo Smit
Dus een CO2-budget voor elk bouwbedrijf?
“Eigenlijk juist niet alleen voor het bouwbedrijf. Een hele sector
– te beginnen bij de opdrachtgevers – zou zichzelf een CO2-
budget moeten geven waarbinnen ze moet blijven. Op die ma-
nier kijk je naar alle facetten, zoals het directe energiegebruik
voor de realisatie, maar ook het ontwerp en de gebruikte materi-
alen. Werken vanuit een CO2-budget vormt dan de alarmbel die
afgaat als je meer uitstoot dan je zou mogen of niet efficiënt ge-
noeg werkt of de noodzakelijke verbeterpunten doorvoert. Wat
ik betoog, is dat dit veel dwingender is dan een paar energiebe-
sparende maatregelen nemen en duurzamere bouwmaterialen
gaan toepassen. Dan heb je namelijk geen idee hoeveel beter
je het absoluut doet. Wellicht zelfs slechter, omdat je veel meer
bent gaan bouwen. Alleen als de bouwsector als geheel met dit
budget gaat werken, gaat ze de halvering halen.”
Wat zijn daarbij de dilemma’s?
“Veel bedrijven zullen zeggen dat ze groeien en het dus niet red-
den met reduceren. Dan gaan ze het relatief doen, naar omzet of
fte, maar daar heeft het klimaat geen bal aan. Als je tegelijkertijd
kijkt naar de afgelopen dertig jaar, dan zie je dat we globaal twee
keer zoveel zijn gaan doen, terwijl de CO2-uitstoot vrijwel gelijk
is gebleven. Dat betekent dat we echt efficiënter geworden zijn,
maar het gaat nog lang niet hard genoeg. Het tweede vraagstuk
is de materialen die je inkoopt. Stel je gebruikt veel staal. De
productie daarvan wordt maar mondjesmaat CO2-vriendelijker,
dus kun je beter kijken of je het staalgebruik kunt terugdringen
om op die 50 procent reductie uit te komen. Dat kun je ook voor
andere CO2-intensieve bouwmaterialen als beton doen, waarbij
ik wil aantekenen dat er in die sector flinke stappen gezet wor-
den als het gaat om CO2-reductie. Denk verder ook aan ‘groene’
bouwmaterialen en vergeet vooral niet kritisch te kijken naar
transportbewegingen en het elektrificeren van bouwmachines.
Daar zit de eerste winst.”
Lijkt me niet gemakkelijk voor de bouwsector.
“Dat is het ook niet, maar ik ben positief over de veranderings-
bereidheid van die sector. Er is volgens mij geen bouwbedrijf te
vinden dat niet weet dat CO2-reductie een superbelangrijk the-
ma is. Wat de sector enorm zou helpen, is wet- en regelgeving
die afdwingt dat iedereen in dezelfde wedstrijd zit. Het is aan
de overheid beleid te maken dat stuurt op een gelijkblijvende
concurrentiepositie voor iedereen in de bouw. Ook belangrijk is,
en die beweging zie je langzaam op Europees niveau ontstaan,
dat ook voor geïmporteerde producten met een hoge CO2-
voetafdruk de milieukosten worden meegenomen. Alleen dan
20-21-22-23-24-25_koploper.indd 22 11-06-21 11:42