Pagina 16 van: Bouwwereld #05/2021

16
COLUMN
IIn de corona-persconferenties van het kabinet is ventilatie nu als vierde item toegevoegd. Met als gevolg dat tal van (semi-)experts zich op dit onderwerp storten. De een na de ander roept dat de ventilatie-eisen niet deugen en aangescherpt moeten worden, teneinde de verspreiding van het COVID-19-virus in te dammen. Die ‘experts’ roepen ook dat met inwer-kingtreding van de Alcoholwet de ventilatie-eisen in de horeca drastisch zijn verlaagd, wat niet correct is omdat het Bouwbe-sluit 2012 een vergelijkbare eis bevat. ‘Experts’ roepen ook
dat CO2-meters verplicht moeten worden voorgeschreven in
woningen, kantoren en de horeca en dat je elk uur je woning
een kwartier moet luchten. Ze zeggen dat in andere landen
de eisen veel strenger zijn. Welke landen en hoeveel strenger,
daarover geen woord! Dat je niet getallen moet vergelijken,
maar daarbij ook bepalingsmethoden en bouwwijzen moet
betrekken, zijn ze vergeten. De media hebben de uitingen van
die ‘experts’ voor juist aangenomen, zonder het horen van de
experts uit de NL-ventilatie normcommissie.
Maar kennen die ‘experts’ de achtergronden van de Neder-
landse ventilatieregelgeving wel? Zijn die ‘experts’ betrokken
bij de internationale kennisuitwisseling over ventilatie en het
COVID-virus? Lees bijvoorbeeld AIVC Newsletter Special
Issue – COVID 19: https://www.aivc.org/content/aivc-news-
letter-special-issue-covid-19-july-2021. Vanuit de AIVC zijn
zestien FAQ’s beschikbaar. Het lezen van die FAQ’s en het
kennisdragen van de achtergronden van de Nederlandse ven-
tilatieregelgeving leert dat er onnodig paniek wordt gezaaid.
Waar het echter in de praktijk aan schort is dat mensen niet
weten hoe ze hun ventilatie- en spuivoorzieningen goed moe-
ten gebruiken om ervoor te zorgen dat een luchtuitwisseling
tot stand komt die met de wetgeving wordt beoogd. Deze
continu toegevoerde hoeveelheid verse lucht (ventilatie) zorgt
niet alleen voor een acceptabele luchtkwaliteit, maar redu-
ceert ook de kans op verspreiding van het virus. We ventileren
niet om besmetting door virussen te voorkomen. Dat kan ook
helemaal niet. Geurhinder is de werkelijke achtergrond van de
eisen in Nederland en vrijwel de gehele wereld.
Het is wetenschappelijk nog niet bekend in welke mate ven-
tilatie de kans op overdracht van het COVID-virus reduceert
COVID-19 EN VENTILATIE
en welke ventilatiehoeveelheid noodzakelijk is om de kans
op overdracht van het COVID-virus tot een acceptabel en
aanvaard niveau te reduceren. Via spuien kun je zorgen voor
maximale verdunning, maar ook voor maximale verspreiding
van het virus door het gehele gebouw of de gehele woning
als je dit foutief doet. Spuien doe je met de deuren dicht en de
ramen in de ruimte open. Dan is de hoeveelheid luchtuitwisse-
ling lager dan bij spuien met deuren open en alle ramen open,
maar er vindt dan nagenoeg geen verspreiding naar andere
ruimten plaats. We weten ook dat je geen luchtstroom moet
veroorzaken die lucht blaast naar gezichten van mensen.
Waarom geen CO2-meter in woningen? Vanwege tal van re-
denen. Die meters zijn niet echt betrouwbaar, verlopen vaak in
de tijd gezien en meten een absolute waarde in ppm CO2. Het
gaat echter om een relatieve CO2-toename ten opzichte van
de concentratie in de buitenlucht. In een woning heb je veel-
vuldig geen stationaire situatie, die je in een klaslokaal tijdens
lestijd wel hebt, zodat in een woning een CO2-meter niet veel
zegt. Ook in de horeca heb je wisselende omstandigheden.
En waar plaats je die meter in de ruimte om tot een zinvol-
le meetwaarde te komen? En wanneer ventileer je dan on-
voldoende? En wat als de meter een rood signaal afgeeft?
Is het dan foute boel? Zeker niet in hartje Amsterdam met
een hoge concentratie in de buitenlucht. Waarschijnlijk wel
bij een individuele woning in landelijk gebied met een hele
lage buitenluchtconcentratie aan CO2. Echter als die waar-
de behorende bij het rode signaal maar kortdurend aanwezig
is, is er nog niets aan de hand, want het is pas echt onge-
zond bij een concentratie van 5000 ppm waaraan je 8 uur
lang wordt blootgesteld, terwijl die meter zal zijn afgesteld op
1200 ppm. Dat geldt evenzo in de horeca. Daar verblijft een
persoon meestal maar kortstondig. Een tijdelijke blootstelling
aan CO2-concentraties van meer dan 1200 ppm heeft dan
weinig betekenis. Dit kunnen we de gewone burger of hore-
caondernemer helemaal niet gemakkelijk uitleggen. Daarom
moeten we geen gehoor geven aan de roep om CO2-meters
te plaatsen in woningen. Dat geldt evenzo in de horeca, waar
bij veel bezoekers die kortdurend aanwezig zijn, de meter
rood kan uitslaan, terwijl er echt niemand ziek van wordt. ■
Dr. ir. N.P.M.
Scholten
Senior expert bij
Expertisecentrum
Regelgeving Bouw
16_columnnico.indd 16 27-08-21 09:46