Pagina 9 van: Bouwwereld #06/2021

9
PROJECT NIEUWBOUW
H
et nieuwe laboratorium BioPartner 5 in Leiden is,
zoals de naam al suggereert, het vijfde gebouw van
BioPartner. De organisatie biedt ruimte aan startups
op het gebied van ‘life sciences’. Voor de ontwerper
van het gebouw Popma ter Steege Architecten (PTSA), was het
belangrijk dat BioPartner 5 een open, campus-achtig gevoel zou
hebben dat aansluit op de sfeer die heerst op het Leiden Bio
Science Park – het terrein waar het gebouw staat. Het labora-
torium heeft daarom een publiek deel in de vorm van een hoge
kasconstructie op de kop van het gebouw met aangrenzend
vergaderfaciliteiten, een bedrijfskantine en buitenplaats. Samen
fungeren ze als centraal ontmoetingspunt voor bezoekers en
personeel. Achter deze ruimten liggen de kantoren en labora-
toria, waar alleen het personeel met toegangspas kan komen.
BioPartner 5 is circulair ontworpen en gebouwd. Dat betekent
in dit geval niet alleen de toepassing van gebruikte materialen,
maar ook de demontabiliteit en de vermindering van het totale
materiaalgebruik. Zo zijn de plafonds op meerdere plaatsen
onafgewerkt en is er geen druklaag toegepast, zijn de beton-
vloeren losmaakbaar en bestaat de demontabele constructie uit
hergebruikt staal van een gesloopt laboratorium in de buurt.
IconIsch, duurzaam en cIrculaIr
Architect en partner bij PTSA Josse Popma vertelt over de
totstandkoming van het circulaire ontwerp: “Thijs de Kleer, de
directeur van BioPartner, wilde met BioPartner 5 iets iconisch
neerzetten. Tegelijkertijd is hij maatschappelijk betrokken, heeft
hij een passie voor duurzaamheid en wilde hij iets bouwen met
betekenis voor de stad. Die zaken hebben wij bij elkaar gevoegd
en geconcludeerd: moeten we dan niet inzetten op een voor-
beeldstellend duurzaam en circulair gebouw?”
Voor PTSA was het de eerste keer dat zij een circulair project op
deze schaal hebben uitgevoerd. Een uitdaging waarbij meerde-
re trajecten tegelijk werden ingezet. “Zoals gebruikelijk begon-
nen we met het ontwerp door na te denken over het programma
van eisen, het maken van vlekkenplannetjes, het uitzoeken van
stedenbouwkundige randvoorwaarden, et cetera. Daarnaast
hebben we het gebouw opgedeeld in gebouwelementen en
bekeken wat circulariteit voor de verschillende onderdelen be-
tekende. Dan kijk je niet alleen naar hergebruik, maar ook naar
het zoveel mogelijk weglaten van materialen, toepassing van
biobased materialen en demontabel bouwen.”
zoektocht naar cIrculaIre materIalen
Tegelijkertijd zocht PTSA partners voor de levering van herbruik-
baar materiaal. Die zoektocht verliep via handelaren en leveran-
ciers en via Beelen Next, de innovatietak van sloop- en recycle-
bedrijf Beelen. Ook ging PTSA zelf op zoek naar materialen. Zo
kwamen zij via het vastgoedbedrijf van de Universiteit Leiden
vlakbij de bouwlocatie een tien verdiepingen hoog laboratorium
uit de jaren 70 – Gorlaeus hoogbouw – op het spoor dat op
dat moment gesloopt werd. De staalconstructie van het gebouw
bleek in goede staat, had de juiste verdiepingshoogte en leek
nog goed geschikt voor hergebruik.
Voor de overige materialen inventariseerde PTSA welke po-
tentie er was voor het toepassen van hergebruikt materiaal, of
dit impact zou kunnen hebben en waar het architectonisch van
waarde zou kunnen zijn. Daarnaast beoordeelde PTSA ook de
functies van de verschillende gebouwelementen en de daaraan
gekoppelde eisen. Popma: “Laboratoria moeten aan zware ei-
sen voldoen. Daar durfden we het niet aan om gebruikte materi-
alen toe te passen. Datzelfde gold voor de gevel, met alle eisen
op gebied van bijvoorbeeld isolatie en wind- en waterdichtheid.
Dus op die onderdelen hebben we ingezet op minimalisatie van
materiaal, zoals houtskeletbouw binnenbladen en het gespan-
nen textiel dat dienstdoet als gevelbekleding in plaats van een
traditionele afwerking.”
Impact berekenen
De overweging of het toepassen van een secundair materiaal
impact had, maakte PTSA aanvankelijk op basis van ‘boerenver-
stand’, waarbij de hoeveelheden en levensduur van de materia-
len een belangrijk criterium waren. Popma: “Voor de constructie
is in totaal 165.000 kilo staal hergebruikt. Dat staal is 50 jaar
oud, maar gaat makkelijk nog 100 jaar mee. Daar zit echt een
winst wat milieu-impact betreft. Net als het weglaten van beton
voor 1000 m2 van de begane grondvloer en dat te vervangen
door hergebruikte bestrating. Bij andere materialen is die winst
minder en dan moet je afwegen of het voor de levensduur van
het gebouw bijvoorbeeld nuttiger is om een duurzaam nieuw
materiaal toe te passen.”
Tijdens de bouw is NIBE, adviesbureau op gebied van duur-
zaam en circulair bouwen, betrokken geraakt bij het project en
zijn zij gaan rekenen om de impact van de materiaalkeuzes meer
concreet te maken. “Het is moeilijk om hier goede informatie
over te krijgen en je moet jezelf niet zomaar rijk rekenen met
een hergebruikt materiaal”, waarschuwt de architect. “Zo is het
meeste staal rechtstreeks van de slooplocatie naar de bouw-
plaats gebracht, maar is ook een deel van het staal naar een
fabriek gegaan om behandeld te worden. Die transportbewe-
gingen moet je meenemen in je totale CO2-emissie, net als de
energie die je stopt in de demontage.”
06-07-08-09-10-11-12-13-14_biopartner.indd 9 27-09-21 14:14