Pagina 42 van: Bouwwereld #1 2019

Hout laten groeien kost geen (fossiele) energie. Sterker nog:
zolang het groeit, slaat het CO2 op en mits duurzaam geprodu-
ceerd, is het een van de meest duurzame bouwmaterialen als
het om het klimaat gaat. De productie van bouwmaterialen zoals
beton, plastic en staal kost daarentegen veel energie die mees t-
al afkomstig is uit fossiele brandstoffen waarbij veel CO2 vrij-
komt. Die uitstoot is de reden dat Peter Kroes van bouwbedrijf
Robuusteiken zich specialiseerde in bouwen met biobased
bouwmaterialen.
“We zien grote kansen in het gebruik van biobased bouwmate-
rialen als hout en vlas”, stelt hij. “Zolang dergelijke materialen
groeien, slaan ze CO2 op. Als je er vervolgens bouwmaterialen
van maakt, hou je die opgeslagen CO2 vast. Het komt pas in de
atmosfeer als je het hout gaat verbranden. Heel anders dus dan
bij de productie van beton. Daarbij komen enorme hoeveel-
heden CO2 vrij. Een ander voordeel van bijvoorbeeld isolatie-
materiaal op basis van vlas- of houtcellulosevezels is de opti-
male temperatuur- en vochtregulering. Die draagt bij aan een
gezond binnenklimaat. Met het gebruik van natuurlijke mate-
rialen doet de bouw dus een stap in de goede richting.”
Rekensommetje
Bouwbedrijf Robuusteiken bouwt schuurwoningen die voorzien
in opslag van het huidige overschot aan CO2. “In een schuur-
woning van 550 m3 is ongeveer 38.000 kg hout, houtwol en riet
verwerkt. Dat is goed voor 136.800 kilo CO2-opslag”, rekent
Kroes voor. “Van die hoeveelheid kan een gezin met een gemid-
delde CO2-productie van 8.000 kg/jaar zeventien jaar CO2-neu-
traal leven. Wanneer meer mensen kiezen voor een woning van
hout en materialen van natuurlijke oorsprong helpt dat het milieu
op drie manieren. Het hout slaat CO2 op, er zijn minder bouw-
producten nodig die CO2 als afval hebben én bij duurzame
bosbouw worden na de kap nieuwe bomen geplant die op hun
beurt weer CO2 opnemen”, aldus Kroes.
Eiken gebinten
De schuurwoning van Robuusteiken bestaat uit een basiswoning
die is uit te breiden met diverse opties met een vast prijskaartje.
Heel overzichtelijk voor de opdrachtgever. Een van de opties is
de gevelafwerking. Standaard zijn dat houten delen. Metselwerk
is een optie. Een andere optie is een rieten dak. Standaard
worden de schuurwoningen voorzien van een pannendak.
Wat de woning in ieder geval altijd heeft, zijn de kenmerkende
eiken gebinten. Deze gebinten hebben echte krommers en
traditionele pen- en (slob)gat-, (schuine) lip- en haakverbindin-
gen. Ook de zogenoemde spieën, deuvels en toognaalden ont-
breken niet. In de schuurwoningen is kortom veel stoer ambach-
telijk timmerwerk in het zicht.
Het eikenhout komt uit Duitsland. Het wordt vrij vers verwerkt.
De belangrijkste reden daarvoor is dat gedroogd eiken hard en
dus veel lastiger te bewerken is. In relatief vers verwerkt en
onbehandeld eikenhout zit nog volop beweging. Er zullen dus
onherroepelijk scheuren en watervlekken verschijnen. “Maar dat
geeft het materiaal juist zijn rustieke aanzien”, zegt Kroes. “Het
draagt bij aan de sfeer terwijl het niks afdoet aan de kwaliteit
van de woning.”
Eventueel ander hout dat optioneel voor zichtwerk wordt toege-
past, is lariks of vuren voor dakbeschot en plafondafwerkingen.
De eiken draagstructuur staat op gemetselde poeren op een
betonnen fundering. Wanneer het om zandgrond gaat, zoals in
Drenthe vaak het geval is, wordt een betonnen strokenfundering
op staal toegepast. In Groningen bestaat de ondergrond vaak uit
klei. Daar wordt de fundering onderheid. Op de fundering wordt
vervolgens met metselwerk verdergegaan voor de oplegging
van de geïsoleerde broodjesvloer van de begane grond en een
kleine plint voor de houtskeletbouw van de gevels.
Vochtregulerende isolatie
Voor de houtskeletbouw gevels en wanden wordt normaal vuren
voor het stijl en regelwerk gebruikt. De gevels en binnenwanden
bestaan uit (ecologisch) OSB-plaatmateriaal dat aan de interieur-
zijde is afgewerkt met gipsplaat en geïsoleerd wordt met hout-
wolisolatie. De constructie van de buitenmuren is dampopen. Er
wordt dus geen dampremmende folie toegepast. Voor optimale
damopenheid is het een voorwaarde de gipsplaten wandafwer-
king niet met latexverf af te werken.
Stabiliteit wordt verkregen door enkele dwarswanden, die met
de staanders van de eiken portalen zijn verankerd, met dikker
houten plaatmateriaal te bekleden. De verdiepingsvloer bestaat
uit een dubbele constructie: een houten vloer (40 mm vuren)
over eiken balken (120 x 160 mm h.o.h. 460 mm). De eiken bal-
ken, die in het zicht blijven, zijn opgelegd in de eiken portalen.
Op de vuren vloer is op regels (38 x 89 mm h.o.h. 610 mm) een
tweede vloer aangebracht van underlaymentplaten met daarop
30 mm dikke fermacell vloerelementen. Tussen deze twee vloe-
ren lopen alle leidingen en kabels van de installaties. De met
natuurlijke isolatie opgevulde vloeren en de wanden, hebben
zeer goede geluidisolerende eigenschappen.
Installaties
De begane-grondvloer heeft een cementgebonden afwerklaag
waarin vloerverwarming is aangebracht. Een luchtwarmtepomp
– aardwarmte is optioneel – zorgt voor de opwarming van water
voor verwarming en tapwater. Het boilervat bevat 250 liter en
heeft aanvullend een elektrisch verwarmingselement. Op de
verdieping is alleen in de badkamer vloerverwarming. Die zit in
de cementen afwerklaag van de plaatselijke zwaluwstaartvloer.
Optioneel is in de badkamer en in de slaapkamers aanvulling
met elektrische stralingspanelen mogelijk. Maar de woning is
zeer goed geïsoleerd en kan in principe toe met alleen vloer-
verwarming. De ventilatie is traditioneel: mechanische afzuiging
uit (woon)keuken, badkamer en toilet met natuurlijke aanvoer via
gevel/raamroosters.
Boerderijvariant schuurwoning
// Locatie: Brinkstraat, wezup
// Uitvoering: robuusteiken,
veenhuizen
// Bouwtijd basis schuurwoning: circa
zes maanden
42 // Bouwwereld
// Project duurzaamheid
40-41-42-43-44_schuurwoning.indd 42 09-01-19 16:50