Pagina 10 van: Bouwwereld #11 2018

2
2
2
5
5
3
1 14 4 4
1 8
6
6
9
9
9
1
2
7
7
Na twintig jaar van plannen maken heeft het laatste pakhuis op
de Rotterdamse Wilhelminapier een waardige herbestemming
gekregen. De Spaanse keten Room Mate heeft in het monumenÂ
tale Pakhuismeesteren het hippe Bruno hotel gevestigd. In
combinatie met de Foodhallen op de begane grond is het karakÂ
teristieke veemgebouw een nieuwe publiekstrekker geworden.
Het van oudsher donkere pakhuis is op verschillende manieren
opengebroken en van een tweelaagse dakopbouw in hout en
staal voorzien. Bouwbedrijf Van Agtmaal (dochter van VolkerÂ
Wessels) en Van Ginneken vastgoed ontwikkelden de herÂ
bestemming samen met architectenbureau AWG uit Antwerpen.
Koloniaal handelsgebouw
Pakhuismeesteren van de Thee was de naam van het bedrijf dat
vanaf 1818 een deel van de Rotterdamse theehandelsactiviteiten
van de VOC overnam. Het veemgebouw op de Wilhelminapier
uit 1890 was een opslagruimte en schonerij voor thee, zaden en
noten. Nadat een grote brand het pakhuis in 1939 grotendeels
verwoestte, is het herbouwd in 1941 op de bestaande, houten
paalfundering. In de jaren tachtig raakte het pakhuis buiten geÂ
bruik. Omdat een nieuwe gebruiker voor de kolos van tachtig bij
veertig meter lastig was te vinden, dreigde eerst sloop, maar
later is het als gemeentelijk monument aangemerkt. Plannen om
het pakhuis tot woningen en winkels om te bouwen liepen stuk
op de verkoop. Pas met de komst van het hotel kon de toekomst
van het unieke pand worden veilig gesteld.
Skelet in het zicht
Bij de herontwikkeling stond naast behoud van de historische
waarde een flexibele indeling centraal. Daarom zijn er nieuwe
gevelopeningen ingezaagd en zijn extra ontsluitingen en trapÂ
penhuizen gebouwd. Zo zijn ook drie nieuwe entrees gemaakt
om de hotellobby, het restaurant en de foodhallen op de begane
grond te kunnen ontsluiten.
In het hart van het pakhuis zijn vloervelden tussen de balkenÂ
raster uitgehakt om een atrium te creëren, dat met een glazen
dak en glazen vloeren in de patio daglicht brengt tot op de beÂ
gane grond. In het glazen dak zijn te openen luiken voor de
rook en warmteafvoer bij brand opgenomen. De originele
betonstructuur van kolommen met moerbalken en kinderbinten
is in het atrium zichtbaar gebleven. Ook kun je langs de randen
van de balken nog goed zien hoe dun de vloeren waren, nameÂ
lijk maar 100 tot 150 mm. Door de korte overspanningen tussen
de kinderbinten van enkele meters kan dat.
Nieuwe fundering
De gewapend betonnen skeletstructuur was goed herbruikbaar
door de grote overspanningen tussen de kolommen en verdieÂ
pingshoogten van 5 m op de begane grond en 3,5 m op de
verdiepingen. Er was echter wel een constructief probleem in de
fundering. Deze was, ondanks de pakhuisfunctie, te licht voor de
nieuwe bestemming met twee optoplagen. Verder was de kelder
te ondiep om hier de gewenste parkeerruimte te kunnen maken.
Directeur Bert Horsthuis van VolkerWessels licht toe: “Om de
bestaande kelder geschikt te maken als parkeergarage, hebben
we eerst de oorspronkelijke bestrating van de keldervloer eruit
gehaald en de grond ongeveer 1 meter diep uitgegraven. DaarÂ
na hebben we een nieuwe paalfundering aangebracht om het
gebouw te kunnen dragen. In de kelder zijn buizen van 1,50 m
lengte tot een diepte van ruim 25 m gedrukt en volgestort met
Langsdoorsnede, plattegrond niveau 3 en plattegrond niveau 1 en 2
1 lifthal
2 hotelkamers
3 atrium
4 wellness/fitness
5 linnen
6 long-stay appartementen
7 dakterras
8 collectief dakterras
9 conferentieruimte
10 // BouwWeReld
// state of the art
06-07-08-09-10-11-12-13-14-15_stateoftheart.indd 10 05-11-18 09:13