Pagina 52 van: Bouwwereld #11 2018

het dakbeschot. Op het dakbeschot is een vierlaagse folie aan-
gebracht. Dit lijkt erg veel, maar Stemkens wilde geen risico’s
lopen op mogelijke lekkage door werkbelasting. “Tijdens de
werkzaamheden wordt er veel op het dak gelopen en dan is er
altijd een kans dat iemand de folielaag beschadigt. Dat wilde ik
hiermee voorkomen. Daarnaast is het uiteraard van belang dat
het dak niet gaat lekken. De dakconstructie is dan ook volledig
met vier lagen folie ingepakt. Lekkage is daardoor vrijwel uit-
gesloten.”
Op de folie zijn tengels en latten aangebracht met daarop de
sedumcassettes van Joru Begroeningstechniek B.V. Een sys-
teem speciaal bedoeld voor schuine daken dat in de basis niet
veel anders is dan een gewoon pannendak. De cassettes be-
staan uit kamers die het regenwater opvangen voor de begroei-
ing. Om opwaaien tijdens en na het leggen te voorkomen, zijn
ze op dezelfde wijze als dakpannen achter de panlatten gehaakt
en vastgeschroefd. Op de cassettes komen substraatmatten
waarin een polyestermat is verweven. De polyestermat is met
een tiewrap aan een 2 cm hoge pin van de cassette vastgezet.
Onderling zijn de matten ook met tiewraps bevestigd. Als het
sedum eenmaal is aangebracht, vergroeit het met elkaar, waar-
door het dakoppervlak één geheel wordt. Hierdoor kan de wind
er geen vat op krijgen en zal het niet zomaar opwaaien.
Het totale dakpakket is ongeveer 4 tot 5 cm dikker dan het oor-
spronkelijke pannendak, maar voor de bestaande goot was dit
geen probleem. “De huidige goot kon gewoon blijven zitten en
was breed genoeg. Wel moet de goot tweemaal per jaar worden
meegenomen in het onderhoud en worden schoongemaakt.
Er komt namelijk meer vuil in dan normaal, bijvoorbeeld door
vogels die daar gaan wroeten en op zoek gaan naar eten”, zegt
Stemkens.
Uitdagende detaillering
Ondanks het gebruik van een systeem met cassettes speciaal
bedoeld voor schuine daken, zorgde het honderd jaar oude dak
voor niet-alledaagse uitdagingen. “Een schuin dak in deze vorm
en omvang is nog nooit eerder gedaan”, zegt Stemkens. “Het
dak is dus uniek in Nederland en daarbuiten. Er zijn in het ver-
leden wel schuine groene daken gemaakt, maar dat zijn voor-
namelijk lessenaarsdaken.”
De verschillende aansluitdetails van het oude dak zorgen con-
tinu voor dezelfde vraag: hoe zorg je ervoor dat de cassettes
waterdicht op elkaar aansluiten en er geen water naar de onder-
constructie lekt? Omdat er voor de dakdetails geen standaard
oplossingen bestaan, moesten Stemkens en zijn collega’s op-
lossingen ter plaatse bedenken. Een voorbeeld is de kilgoot.
Stemkens: “Bij een normale kilgoot zaag je de dakpannen en
dan is het klaar. Maar hier moet je de kratten in de hoeken zo
afzagen dat bij de aansluiting van de twee dakvlakken de water-
kamers zoveel mogelijk waterdicht blijven.” Onder de waterka-
mers zit een kilgoot die het water opvangt dat alsnog naar bene-
den sijpelt. De kilgoot zelf is voorzien van een opstaande strip in
het midden, om zo links en rechts van de strip een aansluiting te
creëren vergelijkbaar met de aansluiting bij de dakvoet.
Waar de traditionele kilgoot open moet zijn, is het hier juist van
belang dat de bedekking boven de goot aansluit en dicht is. De
onderliggende afgesloten kilgoot zal wat onderhoud betreft
geen problemen geven. “Er komt eigenlijk geen vuil in de kilgoot
omdat alles op het groene dak zelf blijft liggen. De goot blijft dus
schoon.” Het dak zelf moet wel eenmaal in de twee jaar worden
1 // In de kil zijn de cassettes schuin afgezaagd en tegen een opstaande
strip aangezet. Het water dat naar beneden zakt, wordt opgevangen door
de kilgoot onder de cassettes. 2 // Op het dakbeschot is een vierlaagse
folie aangebracht, met daarboven de tengels en de panlatten. Aan de
dakvoet is een strip aangebracht om regenwater op te vangen. 3 // De
loodslabben van de dakkapellen zijn over de cassettes heen aangebracht.
52 // Bouwwereld
// Methoden & technieken
1
2
3
50-51-52-53_groendak.indd 52 01-11-18 14:12