Pagina 46 van: Bouwwereld #12 2018

Over het lijmen en dun
metselen van bakstenen
Welke aandachtspunten gelden er voor het verlijmen en dun metselen van bakstenen?
Esthetisch is er weinig onderscheid in het eindresultaat, maar technisch zijn er wel
verschillen. In dit artikel zetten we de feiten op een rij.
In de jaren negentig is er op initiatief van
de Nederlandse baksteenindustrie onder-
zocht of het mogelijk was om ook gevel-
metselwerk te maken met een lijmmortel.
In het geval van gasbeton, kalkzandsteen
en betonsteen deed men dit al veel lan-
ger, maar het verwerken van bakstenen
gebeurde nog steeds alleen maar met
metsel- en voegmortel. De baksteen-
industrie zag het succes van de andere
metselwerkproducten in combinatie met
lijm. Daarbij speelden niet alleen de
kosten, maar zeker ook de gunstigere
arbeidsomstandigheden een rol. De bak-
steenindustrie is zodoende met het lijmen
van bakstenen op zoek gegaan naar een
goedkopere en snellere wijze van verwer-
king. Mede door de enorme variëteit aan
bakstenen was het vaak niet gemakkelijk
om dat te reali seren.
De gemiddelde voegmaat van 10 mm was
eigenlijk ook onlosmakelijk verbonden
met bakstenen gevelmetselwerk. Iets
dunner kon zeker wel, maar dan zat er
altijd nog afgewerkt voegwerk tussen de
bakstenen. In het geval van lijmen en
metselen met dunne voegen is dat niet
meer het geval en blijft de lijm- of metsel-
mortel een stuk terug in de voeg ten
– Lijmmortel: “prestatiemortel met een
maximale grootte van het toeslagmateri-
aal die kleiner is dan of gelijk is aan een
vooraf gegeven waarde”.
Deze omschrijvingen geven over het
algemeen in de bouwpraktijk nog geen
helder beeld wat nu precies de verschil-
len tussen beide producten zijn. In de
norm wordt namelijk geen specifieke
omschrijving gegeven voor een mortel
voor dunne voegen en daarnaast zijn de
omschrijvingen redelijk algemeen en voor
meerdere uitleg interpreteerbaar.
Beoordelingsrichtlijn en
uitvoeringsrichtlijnen
Wat staat er dan in de Nederlandse
beoordelingsrichtlijn en uitvoeringsricht-
lijnen voor het metselen en lijmen van
gevelstenen?
In de BRL 2826 ‘Vervaardiging van met-
sel- en lijmwerkconstructies en/of voeg-
werk’ wordt voor metselwerk verwezen
naar de URL 2826-01 ‘Metselwerkcon-
structies van baksteen, bouwblokken en
-stenen van beton, cellenbeton en kalk-
zandsteen’. Daarin wordt echter geen
specifieke richtlijn voor het metselen met
dunne voegen genoemd. Ook wordt deze
verwerkingsmethode niet specifiek be-
schreven.
Voor het verlijmen van gevelstenen in de
gevel bestaat de URL 2826-04 ‘Verlijmen
van gevelstenen; Baksteen en bouwblok-
ken en -stenen van beton’. Daarin worden
wél enkele specifieke punten genoemd.
De omschrijving die hier gebruikt wordt
voor de lijmmortel is: “Een al dan niet
verhard mengsel van fijn toeslagmate-
riaal, bindmiddel(en) en water, al of niet
met toevoeging van hulpstof(fen)”.
Als toelichting wordt verder nog gegeven
dat in het kader van deze uitvoerings-
richtlijn wordt uitgegaan van een lijm-
mortel die voldoet aan BRL 1905 ‘Mortels
voor metselwerk’, met een korrelgrootte
opzichte van de voorzijde van de bak-
stenen. Deze voegen worden ook niet
meer afgewerkt. Er ontstaat eigenlijk
meer een soort van schaduwvoeg tussen
de bakstenen. Het is vooral ook deze
andere esthetische uitstraling van de
bakstenen gevel die door veel architec-
ten is omarmd als een alternatief voor het
traditionele gevelmetselwerk.
Normen
Er is in het eindresultaat esthetisch weinig
verschil tussen een gelijmde bakstenen
gevel of een gevel die gemaakt is met
een mortel voor dunne voegen. Maar
technisch zijn er wel degelijk verschillen
tussen beide productiewijzen, wat ook in
de normering en regelgeving als zodanig
is vastgelegd. De Europese metselwerk-
norm NEN-EN 1996-1-1 art. 1.5.5 ‘Termen
gerelateerd aan mortel’ geeft de volgen-
de omschrijvingen:
– Mortel: “mengsel van één of meer anor-
ganische bindmiddelen, toeslagmateria-
len en water, tezamen met eventuele
toevoegingen en/of hulpstoffen voor
metselen, doorstrijken of voegen”.
– Mortel voor algemene toepassing: “mor-
tel zonder bijzondere eigenschappen”.
46 // Bouwwereld
TeksT en Beeld Steffie van wijlick (advieSbureau vekemanS) en Harrie vekemanS
(made center – metSelwerk kenniScentrum)
1
46-47-48_vekemansover.indd 46 29-11-18 16:11