Pagina 48 van: Bouwwereld #2 2017

Metselen bij lage temperaturen
Het is – zeker in deze maanden – telkens voer voor discussie: de buitentemperatuur en metselen. Wanneer
mag er nu wel en wanneer absoluut niet gemetseld worden? Kunnen er maatregelen worden genomen en
welke zijn dat dan? Experts Steffie van Wijlick en Harrie Vekemans zetten het in dit artikel op een rij.
Lage buitentemperaturen en metselen.
In normen, aanbevelingen en richtlijnen
over metselwerk wordt dit onderwerp
natuurlijk ook behandeld. Vanuit de regel-
geving is de belangrijkste regel vastge-
legd in de NEN-EN 1996-2 art. 3.3.1.8
‘Mengen bij lage temperatuur’: “(1) Water,
zand en vooraf samengestelde kalk-zand-
mortel die ijsdeeltjes bevatten, mogen
niet zijn gebruikt.” Daarnaast staat in art.
3.6.3 ‘Bescherming tegen vorst/dooi-
wisselingen’: “(1) Voorzorgsmaatregelen
behoren te zijn genomen om schade
te vermijden aan vers metselwerk en
voegwerk door vorst/dooiwisselingen.
(2) Er behoort niet te zijn gemetseld met
of op bevroren materialen.” Hier wordt
niet specifiek gesproken over tempera-
turen, maar wel over bevriezing en
bevroren producten die níét mogen
worden gebruikt.
In de Uitvoeringsrichtlijn voor Metselwerk-
constructies (SKG-IKOB Publicatie Nr.
PBL0357), ook wel URL 357, is in art. 5.5.1
‘Klimaatomstandigheden; Het metselen
van stenen, blokken en elementen’ het
volgende opgenomen: “Verwerking van
de metsel- of lijmmortels bij temperaturen
staande te houden, aangezien deze uit-
voeringsrichtlijn onderdeel uitmaakt van
de eisen die aan deze bedrijven worden
gesteld. Maar het mag duidelijk zijn dat
deze voorwaarden algemeen behoren te
worden nageleefd.
Vakkennis en vakliteratuur
Het boek ‘Vakkennis metselen’ vormt de
basis voor de metselaar in opleiding. In
de uitgave van 2006 staat in art. 1.12 ‘Met-
selen in de winter’: “Als het water van de
metselspecie bevriest, kun je niet metse-
len. Dit kan ook niet als de stenen of het
zand bevroren zijn. Dit betekent dat het
water dat zich in de stenen en om de
zandkorrels bevindt, is bevroren. Door
speciale maatregelen te treffen, is het
mogelijk het tijdstip waarop het metselen
moet worden gestaakt, uit te stellen.
Dit is niet moeilijk als het alleen nog maar
in de nacht vriest. De voorraad stenen en
zand kun je afdekken, zodat deze niet
bevriest.”
“Ook is het mogelijk veel verdergaande
maatregelen te treffen. Denk aan het
aanbrengen van tijdelijke overkappingen,
warmtebronnen en dergelijke. Dit gebeurt
wel in het kader van vorstverletbestrijding
en doorwerkprojecten.”
In de vakliteratuur kom je over dit onder-
werp ook informatie tegen. In de uitgave
‘Gevelgilde, Werken aan monumenten’
staat in art. 4.2.2 ‘Vorstschade aan verse
voegmortel/metselmortel’: “Bij vers voeg-
of metselwerk kan door ijsvorming de
samenhang van de metselmortel of voeg-
mortel geheel verloren gaan. Dit gebeurt
bij temperaturen rond of onder het vries-
punt. Bij het bevriezen zet het water na-
melijk uit, waardoor de voeg uit elkaar
wordt gedrukt.” Deze omschrijving bevat
de twee belangrijkste punten die optre-
den bij te lage temperaturen:
1. Wanneer water bevriest, gaat het uitzet-
ten; dit heeft tot gevolg dat de zandkor-
lager dan -3 ºC ter plaatse van het met-
selwerk is niet toegestaan. Verwerken
van metsel- of lijmmortels bij temperatu-
ren hoger dan -3 ºC en lager dan 0 ºC
ter plaatse van het metselwerk is toe-
gestaan, mits:
– De stenen, blokken en elementen tij-
dens de verwerking een temperatuur
hebben die hoger is dan 0 ºC.
– Bij toepassing van geprefabriceerde
metsel- en lijmmortels, de leverancier c.q.
producent verklaart dat de geleverde
metsel- of lijmmortel kan worden toege-
past in de gegeven omstandigheden en
de metsel- of lijmmortel wordt verwerkt in
overeenstemming met de verwerkings-
voorschriften van de producent.
– Voor op de bouwplaats vervaardigde
metselmortels, het metselbedrijf aantoont
dat, in de gegeven omstandigheden,
metselwerk kan worden gerealiseerd dat
aan de gestelde eisen voldoet.
– Het verse metselwerk zodanig wordt
beschermd tegen bevriezing dat vorst
geen schadelijke invloed heeft op de
eigenschappen van het metselwerk.”
Gecertificeerde metselbedrijven dienen
zich vanzelfsprekend aan het boven-
48 // Bouwwereld
TeksTproducTie Steffie van wijlick (advieSbureau vekemanS) en Harrie vekemanS (made center –
metSelwerk kenniScentrum) // Beeld advieSbureau vekemanS en arcHief aannemer
1
48-49-50_metselendeel2.indd 48 07-02-17 16:10