Pagina 50 van: Bouwwereld #2 2017

vaak de mens die maatgevend is. Bij een
gevoelstemperatuur lager dan -6 ºC mo-
gen werknemers die onder de bouw-cao
werken, het werk neerleggen. Let op: het
gaat om de gevoelstemperatuur en daar-
bij speelt niet alleen de temperatuur,
maar ook de wind een rol.”
Mortel: zomer- en winterkwaliteit
De producenten van metselmortels on-
derscheiden vaak een zomer- en een
winterkwaliteit. De overschakeling wordt
door de producenten automatisch door-
gevoerd en niet met name vermeld. Daar-
naast worden speciale vorstmortels op de
markt gebracht. Vaak wordt bij een (ver-
wachte) dagtemperatuur van 5 ºC of lager
door metselbedrijven al geanticipeerd en
overgeschakeld op het gebruik van vorst-
mortel om risico op vorstschade (zonder
andere aanvullende maatregelen) tijdens
de nacht te beperken en doorwerken in
geval van verdere temperatuurdaling
mogelijk te maken. Metselen bij bevrie-
zing van het water in de mortel is onmo-
gelijk, omdat er dan geen water aanwezig
is voor de chemische reactie (hydrateren)
van de mortel. Bij metselen onder lage
temperaturen zal de aanvangssterkte van
het metselwerk behoorlijk laag zijn. Hoe
hoger de temperatuur hoe beter de sterk-
teontwikkeling, hoe sneller het metsel-
werk kan worden opgetrokken.
Speciale vorstmortels
De Nederlandse mortelindustrie is van
mening dat uit technisch oogpunt de
volgende randvoorwaarden bij gebruik
van speciale vorstmortels gelden:
– Overdag moet de temperatuur in de
mortel gedurende een lange tijd (circa
8 uur) ≥ 3 ºC zijn.
– Gedurende de aansluitende nacht mag
de temperatuur in de mortel niet beneden
de -5 ºC dalen.
– Wanneer risico bestaat dat de tempera-
turen beneden bovengenoemde waarden
uitkomen, moeten dus beschermende
maatregelen worden genomen.
– Aangezien de mortel binnen circa
2 minuten de temperatuur van de stenen
aanneemt, betekent dit dat de stenen ook
niet koud mogen zijn (advies ≥ 10 ºC). Dit
kan door de stenen bij koude omstandig-
heden bijvoorbeeld binnen of in verwarm-
de bigbags op te slaan. De stenen moe-
ten droog zijn en ijsvorming dient te wor-
den voorkomen.
– Bij lage temperaturen moet de specie
verwarmd zijn (bijvoorbeeld door gebruik
van verwarmd water).
– Doorstrijken en voegen bij vriezend
weer wordt ontraden, omdat het risico op
vlekvorming groot is en het kleurverschil
achteraf haast niet ongedaan kan worden
gemaakt, omdat reiniging niet helpt.
– Aangezien bij koud weer de binding van
de mortel traag verloopt, is het metsel-
werk langer gevoelig voor weersomstan-
digheden en zal de maximale stapelhoog-
te bij verwerking veel minder zijn. Dat
maakt het in de praktijk vaak noodzakelijk
om het metselwerk meer in de lengte van
het werk te realiseren.
Het is – zeker in deze maanden – telkens voer
voor discussie: de buitentemperatuur en wel of
niet metselen.
Alleen zomermortel?
Indien op het werk enkel met een
normale mortel (zomermortel) wordt
gemetseld, geldt over het algemeen
dat de temperatuur in de verse mortel
niet onder de 0 ºC mag komen. De
chemische reactie van cement met
water staat bijna stil bij temperaturen
onder 5 ºC. Het gevolg hiervan is dat
er nagenoeg geen sterkteontwikke-
ling plaatsvindt. Bevriezing kan vervol-
gens tot vorstschade leiden. Om deze
redenen adviseert de Nederlandse
mortelindustrie maatregelen te treffen
als de verwachte gemiddelde tempe-
ratuur tussen 9.00 uur ’s ochtends en
9.00 uur de volgende ochtend lager
zal zijn dan 4 ºC of als er ’s nachts
vorst wordt verwacht. Het verse met-
selwerk moet dan worden beschermd
tegen vorst en uitdroging. Metsel-
stenen en metselmortel moeten altijd
vorstvrij worden verwerkt!
// MeThoden & Technieken
50 // Bouwwereld
48-49-50_metselendeel2.indd 50 07-02-17 16:10