Pagina 64 van: Bouwwereld #2 2018

Thermische vervormingen bij
metalen gevelbekleding
Bij een gevel met sendzimir verzinkt stalen profielplaten komen de schroeven los.
De onderlegringen zijn verschoven en er is sprake van coatingschade. Een typisch
gevalletje terugdraaiende gevelschroeven, constateert Nieman-Kettlitz.
Terugdraaiende gevelschroeven. Het is
een fenomeen dat al enkele jaren met
name onder deskundigen bekend is.
Regelgeving bestaat er niet over en er is
nauwelijks onderzoek naar gedaan. Wel
blijkt een groot aantal factoren hierbij een
rol te kunnen spelen. Zoals type en leng-
te van de gevelplaten, onderlinge beves-
tiging, lengte van het gebouw, aantal en
type schroeven, type achterconstructie,
geveloriëntatie, montageperiode (koud of
warm weer) en gevelkleur. Aluminium
gevelplaten vormen een groter risico dan
verzinkt stalen platen.
Eén invloed dient onbetwistbaar aanwe-
zig te zijn: een repeterende vervorming.
Die kunnen ontstaan door machine- en
windtrillingen, maar meestal zijn repe-
terende temperatuursvervormingen de
drijvende kracht. Als gevolg hiervan
kunnen de in elkaars verlengde liggende
platen ter plaatse van hun eindoverlap-
pen repeterend tegen elkaar in bewegen.
Op meerdere plaatsen – meestal halver-
wege het gevelvlak – kunnen de in deze
overlappen toegepaste schroeven zo
losdraaien dan wel losgewrikt worden.
Aanzienlijke plaatvervormingen komen
vooral voor bij lange gevels waarbij de
elementen middels overlappen zijn door-
zuidwesten, schroeven loskomen.
Een geveladviesbureau schrijft dit pro-
bleem toe aan te grote temperatuursver-
vormingen van de doorgekoppelde ge-
velplaten. Berekend op maar liefst +50 tot
respectievelijk -30 mm. Gesteld wordt dat
de gevel werkt als één onwrikbaar ge-
heel, zodat de vervormingen bij elkaar
kunnen worden opgeteld. De krachten en
spanningen zijn in het midden van de
gevel het grootst, omdat bij de vrije ein-
den de vervormingen kunnen optreden
en in het midden niet. Bij dergelijke ver-
vormingen grijpen er krachten op de
bevestigingen aan, waardoor deze afbre-
ken. Dit is echter niet het beeld. De bere-
kende vervormingen treden niet op en de
schroeven zijn niet afgebroken. De ge-
bouweigenaar schakelt Nieman-Kettlitz in.
Praktijk versus theorie
Er is van uitgegaan dat de uitzetting van
de platen zich volledig vertaalt in het
daadwerkelijk langer worden van de
platen. Bij platen met een beperkte buig-
stijfheid, zoals de toegepaste platen
(hoogte slechts 18 mm), vertaalt een aan-
zienlijk deel van de uitzetting zich in een
lichte bolstand tussen de verticale beves-
tigingsrijen. Uitbuigen is in dit geval de
weg van de minste weerstand. Een aan-
zienlijk deel van de theoretisch bereken-
de vervorming treedt niet op, omdat deze
wordt omgezet in een verhinderde ver-
vorming en dus oplopende spanningen.
Hoe meer bevestigingen vervormingen in
het vlak tegenwerken, des te groter dit
effect is. Elke plaat zit op vijf plaatsen met
in totaal meer dan 45 schroeven vast. Ten
slotte werken de temperatuursvervormin-
gen van de op elkaar aansluitende platen
deels tegen elkaar in.
Uit hernieuwde berekeningen volgt dat
bij de schroefgaten sprake kan zijn van
een beperkte verplaatsing van maximaal
2,28 mm. Dit beeld komt overeen met de
gekoppeld, bij donkere kleuren, stijve
gevelprofileringen en montage in een
koudere periode. Ook een relatief grote
hart-op-hart-afstand tussen de verticale
bevestigingslijnen vormt een risico.
Probleem
De onderzochte casus betreft een op-
slag- en expeditiehal met een recht-
hoekige plattegrond (138 x 66,6 m). De
gebouwhoogte bedraagt 12,5 m. Op een
stalen draagconstructie van deze hal zijn
horizontaal sendzimir verzinkt stalen
binnendozen bevestigd. Voor en in deze
binnendozen is een isolatie van minerale
wol aangebracht. Op de binnendozen zijn
middels afstandhouders in verticale rich-
ting sendzimir verzinkt stalen omega-
profielen gemonteerd, hart-op-hart 1,5 m,
afgewerkt met horizontaal aangebrachte
sendzimir verzinkt stalen profielplaten,
type 18/76 en dikte 0,75 mm. De be plating
is gecoat in de kleur RAL 7016 (antraciet-
grijs). De maximale lengte van de buiten-
platen is 6100 mm. Deze zijn uitgevoerd
met eindoverlappen en bevestigd en
doorgekoppeld met verzinkt stalen,
zelfborende schroeven (Ø 5,5 mm). De
eigenaar meldt in de eerste zomer na de
bouw dat er bij de lange gevel op het
64 // Bouwwereld
TeksT en Beeld ir. J.H.TH.O. KeTTliTz en ir. C.J.A. nuiJen, niemAn-KeTTliTz Gevel-
en dAKAdvies B.v.
1
64-65_bouwschade.indd 64 07-02-18 15:26