praktijk: bij de bevestigingen zijn de on-
derlegringen maximaal over enkele mil-
limeters afgeschoven. Ditzelfde geldt
voor de verlenging van de platen aan hun
uiteinden. Omdat hier de aansluitende
platen ‘tegen elkaar inwerken’ ontstaat
een maximale verplaatsing van de beide
plaatuiteinden ten opzichte van elkaar
van 5,56 mm. In de praktijk te zien aan
het over elkaar ‘schrapen’ van de plaat-
uiteinden, met coatingschade als gevolg.
De verplaatsing van maximaal 2,28 mm
ter plaatse van de schroeven heeft niet
geleid tot het afbreken hiervan. Eerder tot
een ‘uitlubbering’ van de schroefgaten,
vervorming en verdraaiing van de schroe-
ven en hun onderlegringen en tot het
loskomen van een aantal schroefrijen in
het midden van de gevel. Blijkbaar leidt
het tegen elkaar in repeterend uitzetten
en krimpen van de platen ter plaatse van
de eindoverlappen over een afstand van
circa 2,28 mm bij de gegeven omstandig-
heden en uitgangspunten tot het losdraai-
en en/of loswrikken van de betreffende
schroeven.
Oplossing
Een oplossing is een ander ontwerp van
de gevelafwerking. Denk aan lichte in
plaats van donkere kleuren of het ‘koppe-
len’ van de in elkaars verlengde liggende
platen door schijnkolommen. Ook het
aanbrengen van meer schroeven kan het
probleem wegnemen/verkleinen.
Een aangepaste engineering is ook een
optie. Met de nadruk op het voorkomen
van het loskomen van de schroeven,
ofwel het vergroten van de weerstand
van de schroeven tegen losdraaien/
wrikken. Die wordt naast de spoed en
dia meter van de bevestiger bepaald
door de dikte van de constructie.
Het risico van loskomen is te minimalise-
ren door bij stalen gevelplaten de con-
structie waarin wordt bevestigd, minimaal
twee keer zo dik te maken als de dikte
van de te bevestigen delen. Bij een alumi-
nium gevelafwerking is dit minimaal
2,5 keer deze dikte. Vanaf een dikte van
2/2,5 mm bij een stalen/aluminium achter-
constructie is het risico op terugdraaien-
de schroeven over het algemeen te ver-
waarlozen.
Daarnaast is het bij donkergekleurde en
op de zon georiënteerde gevels, waarbij
de gevelplaten zijn doorgekoppeld, aan
te bevelen om geveldilataties toe te pas-
sen. Maximale onderlinge afstanden:
25 meter.
1 // De opslag- en expeditiehal met zicht op
de lange zuidgevel. De eigenaar meldt in de
eerste zomer na de bouw dat schroeven los-
komen uit de sendzimir verzinkt stalen profiel-
platen. 2 // Uit hernieuwde berekeningen volgt
dat bij de schroefgaten sprake kan zijn van een
beperkte verplaatsing van maximaal 2,28 mm.
Dit beeld komt overeen met de afgeschoven
onderlegringen. 3 // De coatingschade duidt
op het over elkaar schrapen van de plaatuitein-
den en toont hierbij een maximale verplaat-
singvan 5,56 mm. 4 // Het tegen elkaar in
repete rend uitzetten en krimpen van de platen
ter plaatse van de eindoverlappen hebben
geleid tot het losdraaien en/of loswrikken van
de betreffende schroeven.
65
Bouwschade //
Bouwwereld //
3
4
2
64-65_bouwschade.indd 65 07-02-18 15:26