Pagina 25 van: Bouwwereld #2 2019

Precies maken
wat ik wil
Van jongs af aan wilde hij zich niet laten vangen in een systeem of
bureaucultuur, maar zelf dingen ontwikkelen. Na de Akademie voor
Kunst en Vormgeving koos hij er dan ook voor geen architectuur-
opleiding te volgen, terwijl hij wist dat het zijn vakgebied zou worden.
Kunstenaar Frank Havermans maakt op onverwachte locaties tijde-
lijke installaties die op eigentijdse wijze refereren aan de historie van
de plek. Die vrije manier van met architectuur omgaan is zijn doel.
Wat is jouw handschrift?
Ik heb een eigen stijl ontwikkeld, maar hoe dat in de praktijk
ging, kan ik niet eens goed uitleggen. Kennelijk zitten er bepaal-
de ontwerpopvattingen in m’n genen die op een bepaald mo-
ment tot uitdrukking kwamen. Als ik terugkijk, dan zie ik dat ik
vanaf het eerste doosje in Eindhoven een lijn heb ingezet die ik
trouw bleef volgen en doorontwikkelen. Verder heb ik vanaf m’n
eerste stappen er bewust voor gekozen autonoom in mijn ont-
werpproces te staan. Alleen zo kan ik precies doen wat ik wil. Bij
een architectenbureau zou dat nooit gelukt zijn. Daar bewandel
je het ontwerpproces in teamverband en krijg je hoe dan ook
een soort hybride ontwerpresultaten. Dat is niks voor mij. Daar-
om werk ik als ontwerper het liefst alleen.
Kun je een voorbeeld geven van jouw manier van
werken?
Voor het Glaspaleis van Peutz in Heerlen werd aan mij gevraagd
iets met het gebouw te doen. Het was een volkomen vrije op-
dracht. Ik wil met mijn ontwerpen een duidelijke uitspraak doen
in relatie tot de omgeving waarvoor ik iets maak. Ik ben rond het
gebouw gaan lopen en toen viel mijn oog op een groot leeg
gevelvlak aan de kant van het plein. Het monument heeft na
ruim 80 jaar zijn plek in de geschiedenis van de stad verworven.
En dan ben ik benieuwd naar hoe ik daar een nieuwe laag op
kan aanbrengen; zowel op het gebouw als op de stad. Wat ik
bedacht, is een installatie die aan dat lege gevelvlak hangt. Ik
heb nadrukkelijk gekozen voor een link met het mijnbouwver-
leden van de stad, omdat na de sluiting van de mijnen in pakweg
15 jaar alles wat met die industrie te maken had, verdwenen is.
Zelfs de heuvels van mijnafval zijn afgegraven. Dat heeft enorme
trauma’s veroorzaakt in de stad. De installatie is gebaseerd op
een bepaalde liftschacht die boven de mijnschacht stond. Het
tast het gebouw in zekere zin aan. Is een soort provocatie, maar
Kunstenaar/vormgever Frank Havermans werkt in het veld van
architectuur en openbare ruimte. Hij ontwerpt en produceert
architectonische installaties met en zonder gebruiksfuncties.
Havermans studeerde architectonische vormgeving aan de
Akademie voor Kunst en Vormgeving Sint Joost in Breda en
koos er bewust voor om daarna geen architectenopleiding te
gaan volgen. Toch wist hij dat architectuur zijn vakgebied zou
gaan worden. De studie bracht hem tot het inzicht dat je als
ontwerper maar beter kunt kiezen voor een zo groot mogelijke
ontwerpvrijheid binnen je vakgebied. Dat is belangrijk voor hem
omdat uitdrukkingsvrijheid bepalend is voor wie je bent als kun-
stenaar. Van jongs af aan wilde hij zich niet laten vangen in een
systeem of bureaucultuur, maar zelf dingen ontwikkelen. Daarom
begon hij zijn loopbaan als solist.
Wat was je eerste opdracht?
Een kleine verbouwing voor een particuliere opdrachtgever in
Eindhoven. Het ging die opdrachtgevers niet zozeer om meer,
maar om een betere en lichtere ruimte aan de achterkant van
hun woning. De man was filosoof en nadenken ging volgens
hem beter in een hogere ruimte. Ik heb toen zelf een stuk uit de
muur van de keukenaanbouw gezaagd en een soort doosje
gemaakt en dat aan de achterkant van het huis gehangen. Er zit
een bank in het doosje en achter je heb je dan een hoge ruimte
die mentaal bevrijdend werkt. Het programma was vrij eenvou-
dig en het bleek, dat je met relatief weinig middelen toch kwali-
teit aan het bestaande kunt toevoegen. Wat die aanbouw een
echte Havermans maakt? De symbiose van twee totaal verschil-
lende werelden die toch een eenheid vormen. Dat gebeurt met
het meeste van mijn werk. Door iets vervreemdends aan het
bestaande toe te voegen, benadruk en bevraag ik de historische
context en geef ik het nieuwe object tegelijkertijd de ruimte om
zichzelf te zijn. Dat is dubbele winst.
25BOUWWERELD //
INTERVIEW //TEKST PETER DE WINTER // FOTOGRAFIE MARTIN WENGELAAR
24-25-26-27_frankhavermans.indd 25 05-02-19 12:06