Pagina 56 van: Bouwwereld #2 2019

Gelegen aan het Merwedekanaal, naast de parkeerplaatsen van
de Jaarbeurs staat het Jongeriuscomplex: de Jongerius Villa en
het Jongerius Kantoor. Bijna niet meer voor te stellen, maar in de
jaren 20 was dit ruraal gebied. Hier was de tuinderij van de fami-
lie Jongerius gevestigd. Roel Lichtenberg van Blauw Architecten,
die opdracht kregen voor de restauratie van het rijks monument:
“Jan nam dat bedrijf over, maar zijn interesse verschoof. Eerst
naar de benzineverkoop – dat werd destijds nog bij de drogist
verkocht – en het plaatsen van benzinepompen en later kreeg
hij het Ford-dealerschap. In de hallen werden T-Fords geassem-
bleerd.” Van zijn succes kon Jan Jongerius maar kort genieten;
hij overleed in 1941 en zijn bedrijf ging in 1953 ter ziele. Maar in
zijn kantoor leeft hij voort. Wie de imposante hal met de marme-
ren trap betreedt, ziet direct de enorme glas-in-loodramen die
gemaakt zijn door glaskunstenaar Willem Mengelberg. “Op zes-
tig panelen is te zien wat Jan Jongerius bezighield. Het is een
soort boom, bovenin zit de toekomst inclusief hogesnelheids-
treinen. Onderin worden zijn roots verbeeld en in het midden
zijn bedrijf en reizen die hij maakte. De Stichting Vrienden van
het Jongeriuscomplex kreeg de ramen terug van het ministerie
van Defensie die ze sinds 1970 in gebruik hadden. Glasatelier
Hagemeier restaureerde ze, zodat het verhaal van Jongerius
– dat in de glas-in-loodramen wordt verteld – weer helemaal tot
zijn recht komt.”
Geen bouwkundige
Uit alles blijkt dat Jan Jongerius (1888-1941) een ondernemer pur
sang was. Maar een bouwkundige, dat was hij niet! Toch weer-
hield hem dat er niet van om een onderkomen voor zijn bedrijf
te bouwen. “Zijn idee was veel lassen. En met wat metselwerk
en stucwerk ertussen construeerde hij het gebouw”, vult Carin
ter Beek van Blauw Architecten aan. Het gevolg is wel dat het
kantoor bouwtechnisch nogal afwijkt van de norm. “De begane-
grondvloer is bijvoorbeeld niet constructief, terwijl hoe hoger je
komt, hoe sterker het gebouw wordt. Wij hadden het liever an-
dersom gezien, omdat je dan van onder naar boven weer kunt
opbouwen. Maar hier moesten we het mee doen: een slecht
gebouw dat bijna op instorten stond en dat de afgelopen decen-
nia overeind was gehouden door de panden van Defensie die
ertegenaan waren gezet.”
Toch was de liefde na de bouwkundige inspectie nog niet over.
Samen met de familieleden die de stichting vormen, verkende
Ter Beek een aantal toekomstscenario’s. “Een hotel, foodmarket
en een creatieve broedplaats waren economisch niet haalbaar.
Tegelijk floreerde de villa – die er net voor staat – als vergader-
ruimte én kwam er groen licht voor de woningbouwplannen voor
de gemeente op het oude defensieterrein. Besloten werd om de
gebouwen qua doel op elkaar te laten aansluiten en er een con-
grescentrum van te maken.”
Naar energieneutraal
Om het monument te behouden moest het programma echter
aan meer eisen dan uitsluitend economische voldoen. Ook een
goed onderhoudsplan, een prettig binnenklimaat en lage ener-
giekosten waren vereisten. “Dat houdt ook in dat iedereen open
moet staan voor nieuwe technische ontwikkelingen. De vraag
‘Wat breng je terug, wat restaureer je én waar is er ruimte voor
nieuwe ingrepen’ kwam regelmatig terug. En we moesten aan
de slag met de constructie. Deze is geconserveerd. De dragen-
de delen konden we verstevigen, maar de begane-grondvloer
was slap. Daarom is een nieuwe vloer gemaakt met de juiste
hechting op de bestaande vloer.”
De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en de afdeling erfgoed
van de gemeente Utrecht – waar de architecten al in een vroeg-
tijdig stadium contact mee zochten – toonden zich steeds bij-
zonder ruimdenkend. Ook toen Blauw Architecten voorstelde
om de gevel aan de buitenzijde te isoleren. “Een nieuwe jas is
niet echt gangbaar bij monumenten, maar we wezen hen erop
dat het de kwaliteit van het gebouw ten goede komt. Bovendien
stelde het ons in staat om het ambachtelijke werk van Jan
Jongerius te bewaren, we conserveren het als het ware.”
Op de gevel kwam een acht centimeter dik isolatiesysteem, Sto
Therm Classic. Dat betekende echter dat de ramen naar buiten
geplaatst moesten worden om neggen te voorkomen. “De oude
kozijnen waren niet goed genoeg om te hergebruiken, maar we
vonden een ambachtelijke smederij in Vorden, Oldenhave. Zij
maakten de originele kozijnen na met dezelfde detaillering en
restaureerden het oude hang- en sluitwerk.”
De koudebrugonderbreking was een vinding van Ter Beek en
Lichtenberg. “De profielen zijn een stukje uitgefreesd om een
koudebrugonderbreking te maken. Daar kon ook dubbel glas in,
maar er zit geen fysieke isolator tussen. De extra isolatiewaarde
wordt verkregen door de lucht in profielen.” Door de combinatie
van maatregelen heeft de gevel een Rc-waarde van 2,5 en is de
U-waarde 3,7. “Zat er geen horecakeuken in, dan was het ge-
bouw zelfs energieneutraal. Behalve de isolerende maatregelen
die we troffen, zijn er namelijk 118 zonnepanelen geplaatst, een
luchtwaterwarmtepomp, een E-ketel voor bijverwarming, balans-
ventilatie met WTW en een afzuigkap in de keuken met warmte-
terugwinning.”
Congrescentrum in
Jongeriuscomplex
// Locatie: Kanaalweg 64, Utrecht
// Opdrachtgever: Stichting Vrienden
van het Jongeriuscomplex
// Uitvoering restauratie: 2016-2018
“ We besloten om de laatste
afwerkingsfase achterwege
te laten, zodat de gevel toch
een zekere gelaagdheid
heeft”
56 // BOUWWERELD
// PROJECT HERGEBRUIK
54-55-56-57-58-59_jongerius.indd 56 05-02-19 12:09