Pagina 18 van: Bouwwereld #2 2020

18
AssociAte lector duurzAme kunststoftechnologie dAAn vAn rooijen ziet
ontwerpen en bouwen met biocomposieten Als dé mAnier om het grond-
stofverbruik en de AfvAlproductie vAn de bouw rigoureus omlAAg te
brengen. technisch kAn het, mAAr onbekendheid met het mAteriAAl en
het gebrek AAn sAmenwerking met industrie en werktuigbouwers mAken
dAt biocomposieten voorAlsnog een mArginAAl bestAAn leiden.
TeksT peter de winter FoTo’s mArtin wengelAAr
D
aan van rooijen (56), associate lector duurzame
kunststoftechnologie bij nhl stenden, noemt
zichzelf een gepassioneerd ontwerper. Al tijdens
zijn opleiding tot industrieel ontwerper aan de tu
delft in de jaren tachtig werd die passie aangescherpt richting
milieuvriendelijk ontwerpen. hij startte in 1992 zijn bedrijf kiem
innovations, waar hij met zakelijk partner siem haffmans direct
al ervaring opdeed in eco-designprojecten, terwijl dat ontwerp-
uitgangspunt in die jaren bij de massa zeker nog niet en vogue
was.
“toch stond toen al voor veel ontwerpers vast dat we met z’n al-
len iets aan de milieuproblematiek in de wereld moesten doen”,
steekt hij van wal. “producten en consumptie waren een belang-
rijk aspect daarbij. want of het nu om huizen, auto’s of meubels
gaat, ons werd duidelijk dat zorg voor het milieu niet of nau-
welijks werd meegenomen in het ontwikkelen van onderdelen
voor die en andere producten. dat moest anders vonden we.
we concludeerden dat we het vak van industrieel ontwerper op-
nieuw moesten uitvinden door vanaf de tekentafel andere ont-
werpuitgangspunten te formuleren. Als kiem innovations deden
we dat in de vorm van advies aan klanten als daf trucks, volvo
en meubelfabrikant Ahrend. wij bogen ons over vragen als hoe
je een auto-, vrachtwagen- of meubelonderdeel milieuvriendelijk
kunt ontwerpen en welke data en materialen daarbij passen. op
een gegeven moment kwam toen ook biocomposiet in beeld.
deze grondstof is opgebouwd uit langwerpige natuurlijke mate-
rialen, zoals vlas of hennep die door een hars op elkaar gedrukt
worden, net zoals lijm clt-planken hun stevigheid geeft.”
Je was dus al vroeg bezig met circulair ontwerpen?
“dat kun je wel zeggen. de voorganger van circulair bouwen
was eco-design, dat was het specialisme van ons bureau. wij
wilden producten ontwerpen die veel minder energie en materi-
aal verbruiken en minder afval veroorzaken. medio jaren negen-
tig startten we als klein bureau het project biolicht, een project
met een omvang van tien miljoen gulden dat zich ging richten op
koploper
onderzoek en ontwikkeling van producten, gemaakt van natuur-
vezels, geschikt voor de carrosserie- en trailerbouw. Achterlig-
gend idee was brandstofbesparing door gewichtsafname door
toepassing van composieten in plaats van staal en glasvezels.
we deden samen met de wageningen universiteit, kennisinsti-
tuut ecn en de afdeling lucht en ruimtevaart van de tu delft
fundamenteel onderzoek naar materiaaleigenschappen. zo zet-
ten we de eerste stappen richting ontwerpen met biocompo-
sieten.”
Een zoektocht dus naar dé remedie tegen negatieve milieu
effecten?
“daar komt het wel op neer. ik ben me verder gaan specialiseren
in biocomposieten. ik dacht toen nog niet direct aan hout als
bouwmateriaal, maar wel was duidelijk dat staal en beton grote
problemen gaan geven als we tien miljard mensen op aarde wil-
len gaan huisvesten met die materialen. willen we met z’n allen
duurzaam overleven op deze aarde, dan moeten we onze global
footprint terugdringen van vijf aardbollen naar de grondstofca-
paciteit van één aardbol. dat betekent de productiviteit van onze
grondstoffen met 80 procent verbeteren, waardoor we minder
negatieve milieu-effecten sorteren met onze producten. dus
voor dezelfde functionaliteit 80 procent minder grondstoffen,
80 procent minder energie en of 80 procent minder natuurde-
gradatie en afval (factor v, weizsäcker and hargroves a report
to the club of rome, red.) daar ligt een uitdaging van formaat
op ons te wachten.”
Wat betekent dat voor de bouwsector?
“veel! de automotive en scheepvaartindustrie hadden als eer-
ste sectoren in de gaten dat er forse winst te boeken viel met
gewichtsbesparing door gebruik van composieten. in eerste in-
stantie door toepassing van glasvezel en carbonfiber, later met
milieuvriendelijkere composieten. de bouwsector is door onbe-
kendheid met de materie nog lang niet zover, terwijl er op dit
vlak toch grote kansen liggen.”
18-19-20-21-22_koploperdaan.indd 18 26-03-20 15:24