Pagina 73 van: Bouwwereld #3 2020

oplossing in het ene glas. waterdamp kan namelijk wel worden
getransporteerd.
Osmose ontstaat dus door concentratieverschillen, bijvoorbeeld
omdat er nog verontreinigingen in de ondergrond aanwezig zijn
of sprake is van een slechte menging van de toegepaste pro-
ducten. Een primerlaag kan als semi-permeabel membraan gaan
werken, waarbij grote moleculen niet en kleine moleculen wel
worden doorgelaten, met drukverschillen tot gevolg. Osmose
leidt tot aanzienlijk hogere druk dan waterdruk. Blazen in dikke,
kunstharsgebonden vloerafwerkingen illustreren de kracht en de
geleidelijkheid van het proces. Kenmerkend voor osmose is de
geleidelijke drukopbouw en dus het langzaam groeien van de
blazen. Dit gaat door totdat er een evenwicht is ontstaan. Voor
het kunnen optreden van osmose moet aan een aantal randvoor-
waarden tegelijkertijd worden voldaan:
1. Er is sprake van in water oplosbare bestanddelen.
In het coatingmateriaal, dan wel op het grensvlak van de gietvloer
met de ondergrond, moeten wateroplosbare bestanddelen aan-
wezig zijn. Het kan hierbij gaan om bestanddelen gebruikt voor de
coating of primer zelf, dan wel om producten uit de ondergrond of
eerdere verontreinigingen.
2. De vloerafwerking is dampdicht.
De coating of gietvloer moet dampdicht zijn, anders wordt de voor
het vormen van blazen benodigde druk niet opgebouwd.
3. Er is een semi-permeabel membraan aanwezig.
Essentieel is dat de dampstroom in de richting van de blaas gro-
ter is dan omgekeerd. Dit membraan zorgt voor het typische ver-
schijnsel van vocht in een blaas op een relatief poreuze en nog
niet met vocht verzadigde ondergrond.
4. Er is vocht beschikbaar.
In de omgeving moet vocht beschikbaar zijn, waarbij het in het
beton of de cementgebonden dekvloer aanwezige evenwichts-
vochtgehalte c.q. restvochtgehalte vaak al voldoende is.
wat nu exact de trigger is, is wetenschappelijk nog onvoldoende
eenduidig beschreven en onderwerp van studie. Naar het oordeel
van TechnoConsult ligt dit meer in de oplosbaarheid van gebruik-
te producten als onderdeel van de vloerafwerking dan aan de sa-
menstelling van de ondergrond. Een verhoogde (rest)vochtgraad
in de ondergrond leidt tot een grotere kans op osmose, maar en-
kel mits tegelijkertijd aan de overige voorwaarden wordt voldaan.
zodra één van deze voorwaarden wordt weggenomen, dan kan
en zal osmose niet optreden.
Door de gekozen vloeropbouw wordt reeds voldaan aan een aan-
tal van de genoemde randvoorwaarden. De gietvloer is relatief
dampdicht, het product bevat in water oplosbare stoffen en de
primer kan (onder bepaalde condities) functioneren als een se-
mi-permeabel membraan.
De verwerking en condities tijdens het verwerken zijn eveneens
van belang. Doormengen van de producten is belangrijk, evenals
het schoon werken en zorgvuldig gebruik van schone materialen.
Bij het toegepaste systeem is er in combinatie met beschikbaar
(rest)vocht vanuit de ondergrond altijd een geringe kans op os-
mose. Deze geringe kans zorgt ervoor dat niet altijd en overal
extra maatregelen worden genomen. De keuze voor het achter-
wege laten van een vochtscherm en de hiermee gepaard gaande
(beperkte) kans op osmose wordt daarbij voor lief genomen.
Maatregelen
Indien osmose zich eenmaal wijdverspreid voordoet, is algehe-
le vervanging van de vloerafwerking vaak de enige remedie. De
aangetaste gietvloeren worden verwijderd, waarna de onder-
grond wordt voorzien van een schraplaag en een nieuwe gietlaag.
De voormalige ‘dinosaurushuid’ behoort tot het verleden. n
73
5 76
5 Microscopische
opname van het
hechtvlak; er is een
niet-filmvormende
laag aanwezig.
6 Resultaat hecht-
sterktemeting:
gietvloer hecht
uitstekend, breuk
treedt op in de
ondergrond.
7 Principe van
osmose: concentra-
tieverschillen van
in water oplosbare
bestanddelen leiden
tot een transport van
waterdamp.
72-73_bouwschade.indd 73 30-04-20 14:43