Pagina 58 van: Bouwwereld #4 2017

De Wet geluidhinder is in de jaren 80
gefaseerd in werking getreden en vormt
al lange tijd het belangrijkste kader voor
het Nederlandse geluidhinderbeleid. De
Wet geluidhinder bevat regelgeving over
wanneer er bijvoorbeeld ontheffing tot
een hogere waarde kan worden verleend.
Om elke hogerewaarde-aanvraag gelijk
te kunnen behandelen, hebben gemeen-
ten als bevoegd gezag over het alge-
meen een beleid hogere waarden gefor-
muleerd. Vaak is daarin aangegeven dat
er bij nieuwe woningen vanuit het oog-
punt van een akoestisch aanvaardbaar
woon- en leefklimaat in principe een ge-
luidluwe zijde aanwezig moet zijn. Dit
vanuit de wetenschap dat blootstelling
aan een te hoge geluidbelasting invloed
heeft op onze gezondheid. Geluidsover-
last kan slaapverstoring en stress veroor-
zaken en bij hogere geluidniveaus kun-
nen ook hart- en vaatziekten ontstaan.
In een publicatie uit 2006 (bijna 25 jaar
na het in werking treden van de Wet ge-
Woningdelen creëren met
een lage geluidbelasting
Om de invloed van geluid op onze gezondheid tot een acceptabel niveau te beperken, is
het nodig om gebieden en zijden van woningen te creëren met een lage geluidbelasting.
Ook in stedelijke omgevingen zijn daarvoor diverse mogelijkheden en oplossingen.
luidhinder) van de Gezondheidsraad met
de titel ‘Stille gebieden en gezondheid’
wordt een opmerkelijke constatering
gedaan.
‘Onderzoek naar de gezondheidsbaten
van stille gebieden in en buiten de woon-
omgeving via het mechanisme van her-
stel en compensatie van negatieve effec-
ten van lawaai is er nauwelijks. Deson-
danks vond de commissie het een inte-
ressante hypothese en vond dat deze
nader onderzoek verdient. Het is niet
ondenkbaar dat er gezondheidswinst kan
worden behaald door rekening te houden
met ruimtelijke variatie in geluidbelasting.
Een woonomgeving kan bijvoorbeeld zo
zijn ingericht dat er grote verschillen in
geluidbelasting ontstaan, bijvoorbeeld
tussen voor- en achterkant van een wo-
ning of tussen een besloten binnenplaats,
pleinen of parken die weer omringd zijn
door drukke wegen.’
In het proefschrift van Yvonne de Kluize-
naar met de titel ‘Effecten van langeter-
mijnblootstelling aan wegverkeersgeluid’
uit 2015 worden vergelijkbare conclusies
getrokken:
‘Het reduceren van blootstelling aan
wegverkeersgeluid in de stedelijke leef-
omgeving (en daarmee de negatieve
effecten ervan) vormt een grote uitdaging
en is vaak niet eenvoudig. Een slimme
combinatie van maatregelen, zowel aan
de bron als aan de kant van de ontvan-
gers, kan bijdragen aan het reduceren
van blootstelling aan en daarmee effec-
ten van geluidhinder. Er zijn aanwijzingen
dat een lagere blootstelling aan de ‘ge-
luidluwe’ kant van de woning bijdraagt
tot betere woonomstandigheden door
vermindering van effecten van geluid.
Een laag (of lager) blootgestelde zijde
aan een woning, biedt de bewoners de
mogelijkheid aan de continue aanwezig-
heid van verkeersgeluid te ‘ontsnappen’,
bijvoorbeeld door te kiezen om tijd door
te brengen, of te slapen aan de stillere
kant. Het beschouwen van zowel bloot-
stelling aan de meest belaste zijde en
minst belaste zijde van woningen draagt
bij aan een completere karakterisering
van individuele blootstelling aan geluid.’
Rustige gebieden als compensatie
Een hoge geluidbelasting kan niet altijd
worden vermeden en het creëren van
een geluidluwe zijde is ook niet altijd
mogelijk, maar het creëren van een goed
woon- en leefklimaat blijft wel van belang.
Dat vraagt primair om meer aandacht voor
de hierboven genoemde ruimtelijke vari-
atie in geluidbelasting, zodat in de directe
woonomgeving echte rustige gebieden
kunnen ontstaan. Die rustige gebieden
bieden mensen de mogelijkheid om com-
pensatie te ervaren van hun lawaailast.
Dit vraagt in stedelijke omgevingen dan
om een multidisciplinaire aanpak van
stedenbouwkundigen, landschapsarchi-
tecten en geluiddeskundigen.
Hoog percentage gehinderden
De publicatie ‘Stille gebieden en gezondheid’ (Gezondheidsraad, 2006; publicatie
nr. 2006/12) meldt een groot percentage woningen dat geluidhinder ondervindt:
“Zeventig procent van de Nederlandse woningen is blootgesteld aan verkeers-
lawaai (wegverkeer, treinverkeer en luchtvaart) boven een gemiddeld niveau van
50 dB(A) per 24 uur. Vijf procent van deze woningen heeft een gemiddelde bloot-
stelling van 65 dB(A) en hoger (gemeten aan de buitengevel); één procent kent
zelfs een blootstelling aan niveaus hoger dan 70 dB(A). Uit toekomstige ontwikkelin-
gen in bevolkingsgroei, verstedelijking en mobiliteit kan voorspeld worden dat de
blootstelling aan lawaai zal toenemen.
Op basis van onderzoek in 2003 bij mensen van 16 jaar en ouder wordt het maxi-
male percentage ernstig gehinderden door wegverkeersgeluid geschat op 29%
(ruim 3,5 miljoen mensen) en het percentage mensen met ernstige slaapverstoring
op 12% (1,5 miljoen) per jaar (RIVM rapport 815120001/2004; TNO rapport 2004-34).
Als ook rekening wordt gehouden met het geluid van vliegverkeer en railverkeer,
spreken we over percentages van maximaal ongeveer 50 voor ernstige hinder en
17 voor ernstige slaapverstoring.
58 // Bouwwereld
TeksTproducTie en Beeld e. Goudriaan / lBP|SiGHT // Tekenwerk Henk HeuSinkveld
58-59-60_lbpgeluid.indd 58 12-04-17 16:23