Pagina 73 van: Bouwwereld #5 2020

het substraat kunnen ondergaan en volgen. Daarom dient een
coilcoating voldoende elastisch te zijn. Een PVDF-coating heeft
deze elasticiteit echter maar in beperkte mate. Daarom zal een
PVDF-coilcoating vrijwel altijd – afhankelijk van de zetradius – na
het vervormingsproces op zijn vouwlijnen microbarstjes vertonen.
Via deze barstjes kan (agressief) vocht relatief gemakkelijk door-
dringen tot op het aluminium. Dit is de reden dat PVDF-coilcoa-
tings in een maritiem klimaat, zoals bij het onderhavige project dat
op circa zes kilometer van de Noordzeekust ligt, niet worden aan-
bevolen (en op verzinkt staal zelfs niet mogen worden toegepast).
uit het feit dat er filiforme corrosie optreedt vanuit de randen en
vanwege de microbarstjes in de coating blijkt dat ook voor de
betreffende elementen een niet op het heersende klimaat afge-
stemde legering en/of voorbehandeling is toegepast. middels
laboratoriumonderzoek kan deze constatering worden onder-
bouwd.
bij een maritiem klimaat is een legering uit de 5000-serie duide-
lijk te verkiezen boven een uit de 3000-serie. Seaside-beitsen,
3-waardig chromateren (is i.t.t. 6-waardig chromateren niet in de
ban gedaan) en/of pre-anodiseren hebben zich als voorbehande-
lingen in dit kader bewezen.
Filiforme corrosie breidt zich draadvorming uit op het grensvlak
van het aluminium tussen dit substraat en de coating en leidt
gewoonlijk tot een oppervlakkige aantasting met uitsluitend een
negatief effect op het uiterlijk. alleen bij zeer kleine plaatdiktes,
denk aan de buitenhuid van aluminium composietplaten, kan dit
op den duur ook tot onthechting leiden.
Blaas- of Blaarvorming coating
bij zowel de dakrandelementen als de stalen buisreling komt de
coating los van de ondergrond. Ondanks dat de coating over re-
latief grote oppervlakken loskomt van de ondergrond, is het op-
vallend dat de coating daarbij zelf wel intact lijkt te blijven. De
onthechting bij het aluminium is volledig; van enige nog aan het
aluminium hechtende resten is geen sprake. Het aluminium heeft
op de betreffende plaatsen een wittige uitslag (foto 4 en foto 5).
Op dit aluminium zijn geen sporen van een bepaald type voorbe-
handeling te zien.
Op basis van deze constateringen moet de oorzaak van de blazen
daarom worden gezocht in de kwaliteit van de hechting van de
coating aan de ondergrond. Deze blijkt volstrekt onvoldoende te
zijn of zelfs nihil. mogelijk is de ondergrond slecht gereinigd en/of
voorbehandeld. Ook afwijkingen tijdens de voorbehandeling kun-
nen hieraan debet zijn. zeker bij bepaalde nieuwere voorbehan-
delingsmethoden kan dit zeer kritisch zijn en is het dikwijls lastig
om achteraf vast te stellen waar het precies is misgegaan. Soms
blijkt de initiële hechting wel in orde te zijn, maar onder invloed
van een belastende omgeving zeer snel en sterk terug te lopen.
PerioDiek reinigen
Opgemerkt dient te worden dat periodiek reinigen van de alumi-
nium gevel- en dakelementen een belangrijk positief effect op
de duurzaamheid heeft. Dit geldt zeker ook voor de niet of slecht
beregende delen en delen waarop water langdurig kan blijven
liggen (ongewenste detaillering). afhankelijk van het milieu en
de toepassing kan de noodzakelijke reinigingsfrequentie oplopen
van eenmaal tot viermaal per jaar. Het is echter niet zo dat perio-
diek reinigen voortijdige aantasting kan voorkomen, indien deze
aantasting het gevolg is van een ongeschikte of onjuiste voor-
behandeling en/of van het toepassen van een minder geschikte
aluminiumlegering. n
73
54
4 Onthechte en
uitgebroken coating
bij de muurafdekker.
De witte uitslag
onder de coating
is witroest van het
aluminium.
5 Onthechte en uit-
gebroken coating bij
het kaderprofiel van
de postkasten.
72-73_bouwschade.indd 73 04-09-20 09:16