Pagina 21 van: Bouwwereld #6 2020

21
ALS KLEIN JONGETJE WILDE JAN ROTMANS DE WERELD
AL MOOIER KLEUREN EN WAS HET ZIJN DROOM OM
HOOGLERAAR TE WORDEN. DAT PLAN WIST HIJ OP JONGE
LEEFTIJD TE REALISEREN. HIJ STUDEERDE TOEGEPASTE
WISKUNDE AAN DE TU DELFT EN WERD OP ZIJN 31E
HOOGLERAAR. IN DIE HOEDANIGHEID HOUDT HIJ ZICH AL
VIJFENDERTIG JAAR BEZIG MET DE VERDUURZAMING VAN DE
ECONOMIE EN SAMENLEVING EN WIJST HIJ STUDENTEN DE
WEG OP HET PAD DAT LEIDT NAAR DUURZAME TRANSITIE.
teKst PETER DE WINTER Foto’s MARTIN WENGELAAR
J
an Rotmans is van jongs af aan een gedreven mens, die
zijn talenten wil inzetten ten bate van de samenleving. Met
zijn wiskundeknobbel zoekt de wetenschapper en onder-
zoeker naar oplossingen om de industrie schoner te ma-
ken en klimaatveranderingen te verklaren. In de jaren tachtig
kreeg hij een stageplek bij de milieutak van het RIVM, waar hem
gevraagd werd een wiskundig klimaatmodel te ontwikkelen om
de afsmeltende ijskappen in kaart te brengen. Aanvankelijk wist
hij er weinig van af, maar hij begon net zolang te puzzelen tot
hij erop kon afstuderen aan de universiteit van Maastricht. Vier
jaar later promoveerde hij op het onderwerp en zo rolde hij in
de wereld die zich dagelijks druk maakt om milieuproblema-
tiek. Rotmans werkte tien jaar bij het RIVM en twee jaar bij de
Verenigde Naties in New York en is tegenwoordig hoogleraar
transitiekunde en duurzaamheid aan de Erasmusuniversiteit in
Rotterdam.
Voelt u zich koploper, activist of dwarsligger?
“Ik zie mijzelf het meest als koploper, omdat er maar weinig
mensen zijn die zo op kop hebben gelopen in Nederland als ik
gedaan heb. Ik begon met klimaat in een tijd dat vrijwel niemand
er aandacht voor had. Toen ik in 1990 promoveerde, was dat
zonder cum laude. De beoordelingscommissie vond mijn com-
putersimulatieprogramma veel te controversieel. In de ogen van
de commissieleden was het lang niet zeker dat het probleem
van afsmeltende ijskappen over dertig jaar nog bestond. Ach-
teraf bleek mijn model het eerste integrale klimaatmodel ter
wereld te zijn. Het wordt nog steeds doorontwikkeld door het
RIVM. Het is gebruikt door het Planbureau voor de Leefom-
geving, bij klimaatonderhandelingen en in de Europese Com-
missie. Er hebben inmiddels honderden mensen aan en mee
gewerkt en ik ben er trots op dat ik dertig jaar geleden de basis
van het model mocht leggen.”
Fotobijschrift kleur
KOPLOPER
Dus u wist dertig jaar geleden al dat het mis aan het gaan was
met het klimaat?
“Klimaatverandering door opwarming van de aarde met smeltende
ijskappen en gletsjers als gevolg: ik heb er allemaal voor gewaar-
schuwd. Ik was er rotsvast van overtuigd dat ik het gelijk aan mijn
zijde had. In mijn proefschrift besteedde ik veel aandacht aan onze-
kerheden en wist ik dat er meer dan genoeg aanwijzingen waren
om ons ongerust te maken. Voor Nederland heb ik geprobeerd
door te rekenen wat de zeespiegelstijging betekende voor de wa-
terhuishouding, de landbouw en de kustverdediging. Ik heb zelfs
geprobeerd dat in geld uit te drukken. Ik werd ervan beticht pes-
simistisch te zijn, maar nu blijkt het veel erger te zijn dan ik destijds
al had berekend. Het smelten gaat drie keer sneller dan ik dacht.”
En die koploper bent u gebleven?
“Ik denk van wel. Na de klimaatverandering begon ik over duur-
zaamheid en over transities. Begrippen die twintig jaar geleden
nog in de kinderschoenen stonden. De directeur van het RIVM,
mijn toenmalige werkgever, meende zelfs zeker te weten dat
energietransities het niet gingen worden, terwijl ik in die tijd
wees op de noodzaak van economische, maatschappelijke en
energietransities. Die directeur leek niet te begrijpen waarover
ik het had. Hij vond het bedreigend voor zijn instituut en zei dat
wat ik deed maar achter de gordijnen moest plaatsvinden. Ik
wist zeker dat transities belangrijke issues zouden worden en
ben toen maar overgestapt naar de universiteit van Maastricht.”
En daar ontving men u met open armen?
“Uiteindelijk wel. In Maastricht was Job Cohen destijds rector
magnifi cus. Hij kende het begrip transitie niet en vroeg me het
in een paar zinnen uit te leggen. Hij betwijfelde of het ooit iets
ging worden, maar gaf me wel de kans op wetenschappelijk
niveau met transitie aan de gang te gaan.”
20-21-22-23-24_koploper.indd 21 02-10-20 09:49