Pagina 42 van: Bouwwereld #6 2020

42
inmiddels vijf jaar en tientallen projecten verder, is de oprich-
ting van Pbe voor eGM een zeer goede keuze gebleken. “we
begonnen met fenixloods 1 voor Mei architecten in een soort
van detacheringsconstructie (voor een artikel over dat project
zie bouwwereld 9, 2019, red.). daarna is het hard gegaan. we
kregen meer opdrachten binnen, voor onder meer de projecten
de hoge raad en Paleis het loo van kaan architecten, feniX
(het landverhuizersmuseum) met Mad architects en bureau
Polderman voor stichting droom en daad, de Groene kaap van
bureau Massa voor stebru en tripolis Park aan de zuidas am-
sterdam voor flow met Mvrdv.”
driehoek Met architect en aanneMer
ketting erkent dat ingenieursbureaus in principe dezelfde werk-
zaamheden aanbieden als Pbe, maar benadrukt dat zij meer
kunnen bieden. “de kracht van Pbe is dat we drie zaken kunnen
garanderen: een goed ingevoerd biM-model, een goede bouw-
technische uitwerking en behoud van het gewenste architec-
tonische beeld. in die combinatie zijn we uniek. we vormen de
perfecte driehoek samen met architect en aannemer: we zorgen
ervoor dat het architectonische concept overeind blijft en dat
het ook daadwerkelijk gebouwd kan worden.”
Maar wanneer zou een architect of aannemer Pbe inschakelen?
“de opdracht van de architect stopt vaak bij het do, waarna de
ontwerpverantwoordelijkheid overgaat naar de aannemer. als
zij zelf niet de capaciteit of kennis in huis hebben, moeten zij
iemand anders inschakelen. dat kunnen wij zijn”, antwoordt ket-
ting. “Maar ook architectenbureaus die wel een opdracht krijgen
voorbij het do schakelen Pbe in. dat kan vanwege gebrek aan
kennis of capaciteit zijn en er zijn ook architectenbureaus die er
bewust voor kiezen om alleen ontwerpbureau te zijn.”
Geen concurrent
volgens ketting wordt Pbe door andere architectenbureaus niet
als een concurrent gezien. deels omdat eGM zelf een eigen en
specifiek architectonisch profiel heeft, maar vooral omdat Pbe
kan bieden wat die bureaus zelf niet in huis hebben. “ze zijn juist
blij met ons. we werken samen met onze opdrachtgevers om
ervoor te zorgen dat het allemaal technisch in orde is, zonder dat
het ten koste gaat van de beeldkwaliteit. we weten namelijk zelf
hoe het voelt als dat niet lukt.” als voorbeeld noemt ketting het
project feniX. “daar is echt een spanningsveld tussen esthe-
tiek en techniek. het ontwerp is zo ingewikkeld dat het echt een
uitdaging is om het beeld van de architect overeind te houden.”
“bedrijven schakelen ons ook in omdat Pbe inmiddels een
naam heeft opgebouwd”, vult van de velde aan. “Men weet wat
onze inbreng toevoegt en dat het werk van hoge kwaliteit is. dat
hebben ze ervaren. en door kwaliteit te blijven leveren, streven
we naar langdurige samenwerking met partijen.”
anonieMe bijdraGe
ondanks de goede samenwerking met andere architectenbu-
reaus, komt het voor dat de bijdrage van Pbe anoniem moet
blijven voor het grote publiek, bijvoorbeeld omdat er anders te
veel namen onder een ontwerp komen te staan. ketting: “dat
weet je vaak van tevoren, maar het wringt weleens. zeker als
je weet dat die ene mooie technische oplossing uit onze ko-
ker komt. dat is vooral voor onze technisch ontwerpers nog
wel eens lastig, want die zijn terecht trots op hun werk.” Maar
voor ketting weegt dat nadeel niet op tegen de voordelen: “we
kwamen erachter dat het ontzettend leuk is voor onze technisch
ontwerpers, zij krijgen te maken met andere uitdagingen en an-
dere architectonische concepten. ze doen buiten ons bureau
ervaring op, maar tegelijkertijd delen zij hun kennis weer met
anderen. er zijn eigenlijk alleen maar winnaars. dus zolang de
Tripolis Park in
Amsterdam.
(© Proloog)
40-41-42-43_egm.indd 42 02-10-20 09:44