veranderend licht en wisselende projectie. Zo is het gebouw de
ene keer haast onzichtbaar naast de Hollandse grijze wolken en
steekt het de andere keer contrastrijk af tegen de helderblauwe
luchten. Ook vind ik het Eye samen met de stoere A’DAM Toren
een superspannend koppel. Een elegant liggende ‘diva’ en er-
naast haar ‘lover’, de brute en stoere A’DAM Toren.
Niets lijkt parallel in het architectonische lijnenspel en toch is
er structuur en samenhang. Het lichte, beperkte kleur- en ma-
teriaalpallet is net zo consequent doorgevoerd als het spelen
met schuine lijnen en vlakken. Het gebouw gaat een spannende
relatie aan met de omgeving. Binnen en buiten lopen soepel
in elkaar over. ‘Vloeiende, functioneel gedefinieerde ruimtelijke
sequenties’, zoals de architecten het zelf formuleren.
De verbinding met het weer en het water zijn alom aanwezig.
Van binnenuit heb je prachtig uitzicht op de binnenstad van Am-
sterdam aan de overkant. De centrale ruimte brengt daarnaast
ook diverse publieksfuncties bij elkaar. Hierdoor ontstaat een
soort levendig plein. Ergens las ik dat het gebouw aan de bin-
nenkant is begonnen doordat de architect een stuk papier tot
een soort kuip vormde. Deze intieme kom vormde de basis voor
het gebouw.
Wat ik persoonlijk als zeer prettig ervaar is dat zowel de zichtlij-
nen in het gebouw als de publieke functies in elkaar over lijken
te vloeien. Het café is een trap, de trap is een podium, het podi-
um loopt over in de zalen en het buitenterras start al binnen. Eén
grote open ruimte en toch behoud van intimiteit. n
7
06-07_supergaaf.indd 7 02-10-20 09:52