Pagina 83 van: Bouwwereld #7 2020

HHet is eind oktober en ik schrijf deze column op mijn werk-plek op bureau. Zo’n dertig procent van onze medewerkers is in wisselende samenstelling aanwezig op ons bureau, de rest werkt vanuit huis. Van 18 maart tot 1 juli hebben we allemaal thuis gewerkt. Vanaf 1 juli was iedereen weer welkom op bu-
reau en na de bouwvak is een groot deel weer thuis gaan wer-
ken. Tijdens onze online sessies zie ik mijn collega’s in allerlei
verschillende kamers in huis zitten. Men heeft een fatsoenlijke
werkplek kunnen inrichten zonder last te hebben van mede-
huisgenoten, partners die ook vanuit huis moeten werken,
kinderen die online lessen moeten volgen of de nog jongere
kinderen die aandacht zoeken bij hun ouders.
Ik vond het heel opvallend dat we zo snel gewend waren om
met elkaar op afstand te overleggen en de output te bewaken.
Toch ben ik zelf na de eerste lockdown in maart/ april na vier
weken weer naar kantoor gegaan. Ik had geen last van RSI,
maar van een nieuw soort kwaal waar denk ik meer mensen
last van hebben (gehad). Ik noem het een ‘Teamsrug’. Een pijn-
lijk gevoel in mijn bovenrug door het voorover gebogen zitten
voor mijn beeldscherm. De hele dag voor je beeldscherm zitten
en overleggen … erg vermoeiend. Begrijp me goed, ik ben het
volledig eens met de adviezen en richtlijnen van de overheid
en besef heel goed waarom we dit samen moeten doen. Zo
hebben we op bureau onder meer ontsmettende gels en tis-
sues, looproutes, adviesposters en minder stoelen per verga-
derkamer. Ook privé houden wij ons strikt aan de regels en de
afspraken die de overheid stelt.
Maar dus toch snel weer naar bureau. Ik miste namelijk de dy-
namiek van het samenwerken, het informele overleg met el-
kaar waarbij je veel meer hoort dan in geplande overleggen, en
het even met elkaar kunnen sparren als het nodig is. Natuurlijk
kun je dit allemaal op afstand doen maar je mist dan toch iets,
de interactie is anders en je kunt elkaars lichaamstaal niet le-
zen. Het is erg digitaal, aan of uit, een ééntje of een nulletje.
83
HET GEWONE NORMAAL!
Ligt het aan mij, is het een generatieding om almaar op bureau
te willen zitten en mensen om je heen te willen hebben? Ik
kan het mij haast niet voorstellen. Het is veel leuker om fysiek
samen te werken en zeker in creatieve processen moet je juist
sparren. Daarbij kan een kleine hoofdknik, trekkende mond-
hoek of zachte zucht veelzeggend zijn. Immers zonder wrijving
geen glans. Veel van onze ontwerpers zijn inderdaad op bureau
aanwezig om juist die interactie met elkaar te kunnen hebben.
Onze technisch ontwerpers werken over het algemeen mak-
kelijker vanuit huis. Daar is een goede modus gevonden om
elkaar virtueel te kunnen treffen.
Waarschijnlijk ergens volgend jaar, mijn hoop wint het van
sommige doemscenario’s, komt er een moment waarop we
allemaal weer naar bureau kunnen. Een moment waarop het
nieuwe normaal het oude normaal wordt en we weer terug zijn
bij het gewone normaal, als je begrijpt wat ik bedoel. In het
gewone normaal kunnen we dan weer normaal naar bureau,
normaal samen in een vergaderkamer zitten, normaal de han-
den schudden, normaal met elkaar lunchen, bedrijfsuitjes orga-
niseren, normaal afscheid nemen, normaal naar school gaan,
normaal studentenfeestjes hebben, normaal met elkaar in de
auto en trein zitten, normaal uit eten gaan, normaal behandeld
worden in het ziekenhuis, normaal sporten met een normale
derde helft, normaal op vakantie gaan, normaal netwerkbijeen-
komsten bijwonen, normaal een verjaardag vieren, normaal
trouwen, normaal naar het theater en de bioscoop gaan, nor-
maal op familiebezoek. Kortom, terug naar het gewone nor-
maal. Een normaal leven. Ik denk dat dat gewone normaal weer
terugkomt.
‘IK NOEM HET EEN ‘TEAMSRUG’. EEN PIJNLIJK
GEVOEL IN MIJN BOVENRUG’
Vincent Ketting,
partner EGM
architecten /
Powered by EGM
COLUMN
83_columnvincent.indd 83 06-11-20 10:24