Pagina 85 van: Bouwwereld #7 2020

naar de Eurocodes. In dat kader is vooral Eurocode 0 relevant.
Voor wat betreft gelijmde verbindingen zijn er geen specifieke
Eurocodes beschikbaar.
In deze norm wordt gesteld dat de betreffende constructieon-
derdelen gedurende de geldende referentieperiode de volgens
de Eurocode 1 optredende belastingen inclusief de van toe-
passing zijnde veiligheidsfactoren moeten kunnen opnemen.
De geldende referentieperiode/ontwerplevensduur is over het
algemeen vijftig jaar (tabel 2.1 Eurocode 0). Dus gedurende
een periode van vijftig jaar dient de constructie voldoende sterk
te blijven om de genormeerde belastingen (in dit geval wind en
eigengewicht) op een veilige wijze op te nemen en op de ach-
terliggende constructie over te dragen. Het gaat in dit kader met
name om de overdracht via de lijmverbinding.
Hoe aan deze eis moet worden voldaan, geeft de regelgeving
niet aan. Dat wordt dus in principe aan de aanvrager overgela-
ten onder de voorwaarde dat het onderdeel uitmaakt van het
ontwerp- en realisatieproces en eventueel ook van de omgang
met het gebouw en zijn onderdelen in de gebruiksfase.
In het kader van die constructieve veiligheid zijn er in hoofd-
lijnen drie controlemethodieken: de vervangingsstrategie, de
onderhoudsstrategie en de duurzaamheidsstrategie. Over het
algemeen wordt de vervangingsstrategie toegepast en geac-
cepteerd voor materialen waarvan bekend is dat zij geen levens-
duur hebben van vijftig jaar en die duidelijk vooraf waarschu-
wen dat zij het einde van hun levensduur aan het bereiken zijn.
Dakbedekking plus bevestiging is hiervan een voorbeeld; ge-
woonlijk is er eerst sprake van lekkage. De onderhoudsstrategie
wordt toegepast als een materiaal geschikt is voor onderhoud,
waarbij kenbaar is dat onderhoud noodzakelijk is en de betref-
fende constructie redelijkerwijs bereikbaar is voor onderhoud.
De duurzaamheidsstrategie – materialen en hun verbindingen
zo uitvoeren dat deze zonder onderhoud vijftig jaar voldoende
sterk blijven – wordt over het algemeen gehanteerd in de ove-
rige situaties.
concreet in relatie tot de toepassing van verlijmde steenstrips
impliceert het bovenstaande dat de laatstgenoemde strategie
niet haalbaar is, omdat (tot op heden) niet aantoonbaar is dat
een lijmverbinding die bloot staat aan weer en wind, gedurende
de gegeven periode voldoende sterk blijft. Ook de vervangings-
strategie is niet realistisch, omdat in principe van een dergelijke
afwerking verwacht mag worden dat deze (minimaal) vijftig jaar
meegaat. Bovendien gaat aan het eventueel loskomen van een
steenstrip niet altijd een waarschuwing vooraf.
De onderhoudsstrategie is dus voor de verwerking van steen-
strips de gewoonlijk geaccepteerde en gehanteerde strategie.
aan de eisen betreffende mogelijkheden tot inspectie en on-
derhoud wordt daarbij voldaan. Voorwaarde hierbij is dat de
noodzaak van onderhoud zichtbaar is voordat er sprake is van
een onveilige situatie. alleen als deze onveilige situatie geen
duidelijk letsel zal kunnen opleveren, vervalt deze voorwaarde.
Voor materialen, waarbij er duidelijk sprake is van een zichtbare
degradatie, denk aan in het zicht zittende roestende delen, is dit
geen punt van discussie. Maar bij verlijmde steenstrips kunnen
strips (onverwacht) loskomen zonder dat er sprake is van een
zichtbare degradatie van de hechting. In die situatie wordt voor
periodieke inspectie gekozen, tenzij er bij het naar beneden val-
len van het betreffende constructieonderdeel dus geen (onac-
ceptabel) risico voor de omgeving ontstaat.
vooRzichTigheid geboden?
Een gezonde reactie, gevoed door eerdere ervaringen, is om
bij verlijmde constructies alert te zijn. Met name daar waar be-
zwijken van de verlijming direct leidt tot veiligheidsrisico’s. De
invloedfactoren op de kwaliteit van de verlijming moeten zo-
veel mogelijk beheerst worden. aanbevelingen hierbij zijn om
verlijmingen onder geconditioneerde omstandigheden te laten
uitvoeren door partijen die aantoonbare ervaring hebben met
deze toepassing. laat na applicatie trekproeven uitvoeren om
steekproefsgewijs te beoordelen of sprake is van een voldoen-
de goede verlijming. naast een voldoende hoge gemeten waar-
de moet hierbij het breukvlak worden beoordeeld. Bij buiten-
gevelisolatiesystemen wil men een breuk zien in de isolatielaag,
bij verlijming op een harde ondergrond een cohesieve breuk in
de lijmlaag.
Vervolgens kan het noodzakelijk zijn bij het verkrijgen van een
vergunning om een inspectieprotocol op te stellen en de kwali-
teit van de gevel blijvend te monitoren. De gebouweigenaar/be-
heerder dient daar dan de verantwoordelijkheid voor te nemen.
Hierbij is sprake van periodieke kosten. Daarom kunnen alter-
natieven, waarbij eventueel loskomende steenstrips geen risico
op (ernstig) letsel geven, de voorkeur verdienen. Denk daarbij
aan beperking van de volhoogte, geen steenstrips direct langs
de openbare weg en voorzieningen om een loskomende strip op
te vangen (doorlopend profiel in de gevel). n
85
84-85_bouwschade.indd 85 06-11-20 10:24