Pagina 97 van: Bouwwereld #7 2020

97
T
ijdens het telefonische interview hoor je ritmisch ge-
stamp op de achtergrond. In zijn Groningse studio
stampt ontwerper Tjeerd Veenhoven letterlijk kilo’s
mosselschelpen tot granulaat. Stampen heeft de
voorkeur boven persen, je hebt meer controle over het proces.
En je krijgt er als bijeffect sterke bovenarmen van, zegt de ont-
werper. Gebonden met een biopolymeer leveren de gestampte
mosselschelpen met hun blauwzwarte gloed ‘mosselpoefjes’ op.
Een natuurlijk alternatief voor onder andere de bestaande be-
tonnen zitmodules op de NS-stations.
Opwaarderen van Organische reststrOmen
Het wordt wel eens gedacht, maar Veenhoven is niet gespeci-
aliseerd in het recyclen van materialen. Zijn specialisme is het
onderzoeken en ontwerpen van waardeketens. De ontwerper
kijkt naar welke technieken het beste gebruikt kunnen worden
om hoogwaardige bouwmaterialen te vervaardigen uit een are-
aal aan natuurlijk grondstoffen met elk een eigen habitat en re-
levantie. De ontwerper wordt wel ‘de materialenman’ genoemd,
vanwege zijn enorme kennis als het gaat over het opwaarderen
van organische reststromen voor toepassingen in de bouwsec-
tor, zoals in biopolymeren, cellulose, zetmeel, en mycelium. We
kennen hem onder andere van de palmleren slippers, tulpen-
bladpigmenten, AlgaeFabrics, en binnenkort van de mosselzit-
module. Grote waardering heeft hij ook voor de kokkel met haar
aardse zandkleur uit het dichter bij huis liggende waddengebied.
Hij maakte eerder met kokkels uit de baai van Rio de Janeiro
een 3D-printbaar product voor het Museum of Tomorrow in sa-
menwerking met het consulaat. Ook in de oesterschelp ziet de
ontwerper potentie.
het natuurlijke statiOn
Studio Tjeerd Veenhoven (STV) had nog niet eerder met mos-
selschelpen gewerkt totdat hij als een van de vier winnaars werd
gekozen om in het What if Lab (een programma van Dutch De-
sign Foundation in Eindhoven) samen met de andere winnende
ontwerp- en architectenbureaus voorstellen te ontwikkelen voor
de actuele vraag: ‘Wat als… we alle kleine stations in Nederland
circulair gaan ontwerpen?’
ProRail, NS Stations en Bureau Spoorbouwmeester staan na-
melijk aan de vooravond van een grote transitie naar een vol-
ledig circulaire bedrijfsvoering in 2050. Hierin spelen het spoor
en de stations in Nederland een belangrijke rol, waarbij de orga-
nisaties streven naar een honderd procent afvalvrije bouw. Dat
willen ze bereiken door zo min mogelijk (vervuilende) materialen
en zoveel mogelijk biobased grondstoffen te gaan gebruiken.
Ontwerper en sociaal ondernemer Tjeerd Veenhoven is daarin
al jaren thuis. Hij besloot zijn krachten te bundelen met een an-
dere winnaar Leonie Welling van Welling Architects. Samen ont-
wierpen ze het ‘Natuurlijke Station’. Welling vanuit landschap-
pelijk en architectonisch oogpunt, STV vanuit het ontwikkelen
van duurzame alternatieven. Een happy encounter noemt Veen-
hoven de samenwerking.
Hij nam betonranden, stoeptegels, glas en gegalvaniseerd staal
onder de loep, materialen en producten die weliswaar bestendig
zijn, maar tijdens de productie een hoge CO
2
-uitstoot hebben
MaTeriaalinnovaTors
VEEL ONTWERPERS ZIJN uITERST CREATIEF
ALS HET GAAT OVER MATERIAALINNOVATIES OF
HET GEBRuIk VAN BESTAANDE MATERIALEN
OP EEN NIEuWE MANIER. ZO WORDT uIT
AFVALPLASTIC EEN NIEuWE GRONDSTOF
GEMAAkT, MyCELIuM BLIJkT EEN ISOLEREND
BOuWMATERIAAL EN MET ZAND kuN JE
MEuBELS 3D-PRINTEN. STuDIO TJEERD
VEENHOVEN STAMPT OER-HOLLANDS
MOSSELGRANuLAAT TOT ZITOBJECTEN.
TeksT VIVEkA VAN DE VLIET
BOuWEN MET MOSSELS, RIET EN LISDODDE
Ontwerper Tjeerd Veenhoven heeft
veel kennis over het opwaarderen van
organische reststromen voor
toepassingen in de bouwsector.
96-97-98_materiaalinnovatie.indd 97 06-11-20 11:08